Mast 15, 380 kV Hengelo – Gronau (NL/DE)
Een grensgeval deze maand, en dat moet je letterlijk nemen. Deze mastpositie staat nog nipt op Nederlands grondgebied, maar het scheel slechts tien meter.
Interconnecties met Duitsland op 380 kV-niveau zijn er al sinds de vroege jaren 70. Of althans, eentje dan, want Maasbracht – Selfkant is uit die tijd. Andere landsdelen deden het met 110 kV zoals Musselkanaal – Lathen, en de klantgestuurde interconnectie Terwinselen – Vegla op 150 kV. Los van enige praktische interconnecties op middenspanningsniveau was het verder maar schraal. In de jaren 80 veranderde dat en in dezelfde paar jaren kwam een verbinding tussen Meeden en Diele en tussen Hengelo en Gronau gereed. Beide werden in eerste instantie op 220 kV bedreven, maar ze waren ontworpen op 380 kV. Voor Meeden – Diele zou het nog tot 1995 duren voordat er 380 kV op kwam, maar voor Hengelo – Gronau was het bij de ringsluiting in 1991 al zover.
We zien hier een verticaal mastmodel met een nonnenkap. Het laatste exemplaar voordat de landsgrens wordt overgestoken. Voor een verticale mast werd gekozen omdat er weinig ruimte was om deze verbinding in te passen in het volle landschap van oostelijk Twente, naast de huidige N35/A35 en met veel andere objecten om te ontwijken. Een verticale mast is weliswaar hoger, maar heeft minder corridor nodig dan de brede donaumasten die gewoonlijk in Nederland worden gebruikt. Verderop richting Enschede is de lijn als combilijn uitgevoerd en hangen er een of twee 110 kV-circuits mee te liften onder de 380 kV. Vanwege de smalle corridor is er weinig ruimte voor zeeg zodat de masten ook dicht op elkaar staan. De spanvelden zijn gemiddeld slechts 250 tot 300 meter.