Mast 10, 150 kV Borssele – Vlissingen (NL)
Mensen spreken de taal van het land waar ze wonen, maar aan de grensgebieden zie je dat dialecten soms in elkaar overlopen. Ook mastontwerpen hebben dit nu en dan.
Meestal weten pylon geeks in een flits of ze met een Nederlandse, Duitse of een Belgische mast te maken hebben. Maar wat is dit? We zien een drievlaksmast met een Duitse broek, een kruisverband zonder knikverkorters in de toren en een Belgische bliksembok. Waar staat deze mengvorm? In Zeeland.
We zien hier het mastmodel van de PZEM zoals dat is gebruikt bij de grootschalige nieuwbouw en reconstructies rondom de haven van Borssele. Oude donaulijnen werden bij de aanleg van de haven gedeeltelijk gereconstrueerd en om de haven heen geleid. Deze reconstructies werden bijna allemaal aangelegd met dit smalle ruimtebesparende mastmodel. De bliksembokken wekken een ietwat stuurse, maar ook industriële aanblik. Dat past wel in een haven. Dat juist op enige afstand van de haven een tam, vriendelijk en landelijk ogend model donaumast wordt gebruikt zorgt ervoor dat de twee verschillende landschapseenheden een vrij harde overgang hebben. Dat kan je zien als een discontinuïteit, maar je kan het ook uitleggen als twee verschillende identiteiten. Als we die laatste uitleg volgen hebben haven en platteland beide het mastmodel dat ze verdienen. Spontane ruimtelijke ordening, het bestaat echt.