Mast 27, 150 kV Nijmegen – Doetinchem (NL)
De tonvorm was geliefd bij voormalig netbeheerder PGEM in Gelderland. Tonmasten zijn er tot op de dag van vandaag dominant in het plaatselijke 150 kV-net.
De PGEM hield van verticale mastmodellen. Met veel bos in de provincie werden dennenboommasten en tonmasten geprefereerd boven hamerkoppen of donaumasten. Ze zouden beter passen bij de vormen van bomen en ook is er bij verticale mastmodellen een smallere corridor nodig als je door een bos heen moet. De eerste generatie 150 kV-masten waren vrij plompe verticale masten die richting een lichte dennenboomvorm neigen. Vanaf de jaren vijftig stapte de PGEM over op masten met een rankere toren en een lichte tonvorm.
De eerste generatie van deze masten werd toegepast in onder andere de lijn Nijmegen – Doetinchem (Zevenaar halverwege ingelust) waarvan mast 27 hier op de foto werd gezet door Ruben Schots. De PGEM was al gauw zo content met het tonmodel dat ze het in de decennia die volgden vrijwel overal in de provincie toepasten, maar wel met wat verbeteringen. Zo bleken de eerste masten van dit type de twee bliksemdraden te dichtbij elkaar te dragen zodat ze niet de gewenste bescherming boden. In de lijnen uit de jaren zestig werden langere bliksemtraversen toegepast, net zoals de oudere dennenboommasten ook hadden gehad. Maar de bestaande lijnen met de korte bliksemtraversen werden niet alsnog aangepast. Zo is tot op de dag van vandaag de eerste generatie PGEM-tonmast te herkennen aan de extra korte bliksemtraverse.