Mast 138, 150 kV Haps – Venray (NL)
Ondanks de vrij spitse traversen maken de gebogen lijnen er een soepele mast van. Kinderen van de jaren 50 zijn hierdoor meestal vrij vlot te herkennen.
Op het oog is het een vrij eenvoudige donaumast, waarvan het vloeiende lijnenspel een bouwjaar doet vermoeden uit het era 1945 – 1960. Helemaal exact is dit niet, want ook vooroorlogse masten hadden vaak een vloeiend lijnenspel, maar omdat in die tijd nog vrij weinig met donaumasten werd gewerkt kan je bij deze lijn gemakkelijker een bouwjaar rond 1950 aannemen. Gebouwd in een era waarin palenwee al wel bestond, maar stroom nog vooral vooruitgang was. Een tijd waarin het touwtje van Jan Terlouw nog uit de deur hing, gas in Groningen nog niet was gevonden, ruimtevaart iets was voor science fiction en de hoofdmeester je nog een pets met een liniaal mocht geven. Een heel mensenleven geleden. Of keer twee, voor wie nu in de dertig is.
Zo vloeiend als zijn lijnenspel is, zo ingewikkeld is de netschematische geschiedenis van deze lijn sinds de dag waarop de schakelaars voor het eerst werden omgehaald. In de vroege jaren 50 werd deze lijn als de oorspronkelijke verbinding Nijmegen – Blerick gebouwd, een interconnectie tussen de PGEM en PLEM in Limburg. Toen het verbruik in het tussenliggende gebied steeg werden er stuk voor stuk met telkens meerdere jaren tussentijd stations ingelast en ingelust. Respectievelijk in Boekend, Horst, Venray, Haps (en Gennep), Teersdijk, Cuijk en Californië.
In 1995 werd in Boxmeer een koppeling met het 380 kV-net gemaakt omdat de verbinding oorspronkelijk alleen op beide uiteinden invoeding had, en daardoor flink op zijn tenen ging lopen. Ook werden er een paar tracéreconstructies doorgevoerd. En nu staat er voor de toekomst, over een aantal jaar, zelfs een volwaardig nieuw station in Boxmeer op stapel. Hoewel de meeste losse masten nog authentiek zijn is de verbinding in netschematisch opzicht onherkenbaar veranderd.