Nieuwe mast Oosterhout: H of S in het paspoort?
Het zijn rare tijden en voor je het weet is zelfs je hoogspanningsnet divers en eh.. helemaal wakker. Op de netkaart denken we graag binair: een mastpositie is een steunmast, of het is een afspanmast die al dan niet een lijnhoek heeft. De waarheid in het veld is niet zo rechtlijnig, en er zijn daadwerkelijk mastposities die van rol zijn veranderd.
Goed. Dus je constateert dat Arnhem tegenwoordig meer huizen aan de zuidkant van de Nederrijn telt dan aan de noordkant, dat Nijmegen de Waal oversteekt en dat het gebied tussenbeide helemaal dicht ploft met distridozen, vinexwijken, windmolens en steeds meer objecten die een netaansluiting nodig hebben.
Bij Liander hebben ze dat ook gezien. Daarna werd geconstateerd dat deze mate van groei niet het hoofd geboden kon worden met een extra 20 kV kabeltje vanuit Elst, Bemmel of Nijmegen zelf. Er is meer nodig dan middenspanning kan bieden. Dan kom je automatisch uit bij een netvlak hoger, ofwel je belt de Berg en zodoende hebben Tennet en Liander in onderlinge samenwerking een nieuw trafostation gesticht op een strategische plek vlak zuid van de A15. Het station zou worden ingeknipt in de Kattenberglijn, de naam die onder ingewijden in gebruik is voor de historisch belangrijke en al oude 150 kV-verbinding tussen Nijmegen en Apeldoorn. Het uiteindelijke idee is om het gebied te ontsluiten door middel van een nieuw koppelpunt met het 150 kV-net in de vorm van drie 150/20 kV 80 MVA trafo’s.
Ingeknipte stations zijn er veel
Zie daar in een notendop het verhaal van het nieuwe trafostation Oosterhout. Eigenlijk een verhaal zoals dat op veel plekken verteld kan worden in de afgelopen jaren en de komende jaren. IJburg, Zevenhuizen, Riegmeer, overal is behoefte aan meer capaciteit voor afname en teruglevering van stroom. Telkens vereist het een samenwerking van de landelijk netbeheerder, de regionale netbeheerder, de lokale overheid en constructeurs. Soms lopen procedures vreselijk in de papieren, maar meestal gaat het uiteindelijk goed en dan verrijst langzaam maar zeker een nieuw trafostation, in Oosterhout gebouwd door Volker Energy en Qirion. Het ontwerpen van zo’n station is momenteel nog maatwerk, maar er wordt steeds meer gestandaardiseerd in zowel nieuwbouw als renovatie. Denk aan inschuifvelden zoals op Hengelo Weideweg en aan het makkelijker maken van het opnieuw toepassen van een bewezen oplossing zonder al het rekenwerk vanaf de grond telkens weer opnieuw te moeten doen. Of, oneervol gezegd, als de bouwmethode van een trafocel op plek A voldoet en de omstandigheden op plek B gelijk zijn, dan moet het makkelijker worden om zonder veel omhaal de oplossing te kopiëren. Zelfs daadwerkelijk hergebruik van componenten of hoogwaardiger recycling als dat niet kan zijn er onderdeel van.
Toch zal altijd wel enig maatwerk vereist zijn en juist dat is voor ingenieurs en constructeurs de kers op de taart. Op Oosterhout is die kers te vinden in de vorm van de stationsaansluiting. Het station inknippen in de Kattenberglijn vereist vanwege de ruimtelijk gedraaide vorm en de precieze plek ervan een kabelaansluiting vanaf het zuiden en een nieuwe eindmast in de verbinding vanuit de noordelijke richting. Een steunmast moet daar vervangen worden door een gedraaide hoekmast, en daar zijn nogal wat eisen aan. De nieuwe mast moet voldoen aan de huidige constructienormen. Hij moet tevens bij voorkeur lijken op het bestaande mastmodel waarmee de Kattenberglijn is gebouwd (voor kenners: om precies te zijn een PGEM 150 kV-dennenboommast I) en hij moet ook nog eens on the fly worden ingepast met zo min mogelijk VNB.
Met respect voor het bestaande mastontwerp
Men heeft een nieuwe eindmast ontworpen en laten maken (naar verluidt een kleine veertig ton) die inderdaad sterk lijkt op het bestaande mastontwerp. HoogspanningsNet is natuurlijk het absolute hol van de leeuw als het gaat om puriteins mastenkijken, en zelfs hier was de teneur vrij positief. De nieuwe mast is aardig goed gelukt, ondanks de moeilijkheden met extra knikverkorters en de railingterreur vereisten dat er balkonnetjes op de traverstoppen moeten.
Net zo moeilijk was het daadwerkelijk fysiek inpassen van de mast. Die komt pal op de hartlijn van de bestaande verbinding te staan en dat plaatsen moest gebeuren terwijl de bestaande lijn niet werd geknipt. In verschillende delen heeft men de mast met een (hele) grote kraan van bovenaf tussen de draden laten zakken en toen ietsje gedraaid om de traversen opzij te laten steken. Direct na het aandraaien van de bouten hing men er strengen isolators aan waardoor de mast tijdelijk in dienst kwam als soort steunmast. Dat maakt het mogelijk de hele lijn heel snel weer in dienst te nemen zonder dat de nieuwe mast in de weg staat. Er is als het ware gewoon een mast tussenin gepast.
Van rol veranderen
Pas wanneer het station helemaal klaar is, wanneer vanuit het zuiden de grondkabel gereed is (zodat het stuk verbinding ten zuiden van de nieuwe eindmast is verkabeld) én wanneer de netomstandigheden een middag VNB toelaten zal de verbinding opnieuw spanningsloos worden gezet. Men kan dan relatief snel de afspanisolators aanbrengen, de draden knippen en de verbinding met een knikje aansluiten op het nieuwe station. Op deze manier wordt gestreefd naar een zo efficiënt mogelijke werkgang. Niet voor wat betreft arbeid, maar wel om de tijd te minimaliseren waarin de verbinding spanningsloos staat. Sinds aan de andere kant van de Veluwe de verbinding Woudhuis – Hattem nog altijd geplaagd wordt door kortsluiting en valwinden is het belangrijk dat er elders in het FGU-net zoveel mogelijk verbindingen zo veel mogelijk beschikbaar zijn.
Oosterhout gaat in dienst in de late winter of het vroege voorjaar van 2023. Tot die tijd hebben we op de netkaart een non-binaire afspanmast die zich tijdelijk steunmast voelt. Nu maar hopen dat hij/zij/hen niet gaat vragen of de H in zijn netkaartpaspoort zelfgekozen in een S kan worden veranderd.
Afbeeldingen
Header: Oosterhout met de nieuwe mast op een dronebeeld, foto door PJK. Artikel: twee foto’s van de nieuwe mast terwijl eraan werd gewerkt, beelden door Ruben Schots.