Hoogspanningsnet.com - alles over hoogspanning op het net, ook voor experts

Search Results for: flevoland

Netschema's van de regionale deelnetten in Nederland van 150 kV, 110 kV en op sommige plekken aangevuld met 50 kV.

Onder het koppelnet van 380 kV en 220 kV bevinden zich regionale deelnetten van verschillende groottes. Nederland kent op dit moment ongeveer vijftien deelnetten: vijf stuks bedreven op 110 kV, tien op 150 kV en in sommige regio's zijn ook nog onderhangende 50 kV-netten met een transportfunctie. Van deze deelnetten hebben we netschema's beschikbaar.

Let op: een netschema is specialistisch. Er is enige achtergrondkennis nodig om te begrijpen wat ze tonen. Gebruik deze schema's indicatief en niet in kritieke toepassingen. De situatie is die van de datum linksboven in elk schema. Vragen en opmerkingen zijn welkom via het contactformulier.

 


 110 kV-deelnet Friesland 

Netschema 110 kV Friesland

Vergroting (opent in nieuw venster)


 110 kV-deelnet Eemshaven 

Netschema Eemshaven


 110 kV-deelnet Groningen / Drenthe 

Netschema Groningen en Drenthe

Vergroting


 110 kV-deelnet Overijssel

Netschema Overijssel 110 kV

Vergroting


 110 kV-deelnet Noordoostpolder

Netschema Noordoostpolder


 150 kV-deelnet Noord Holland

Netschema Noord Holland 150 kV

Vergroting


 150 kV deelnet Oostzaan

Netschema 150 kV Hemweg


 150 kV deelnet Flevoland, Gelderland en Utrecht (FGU)

Netschema FGU (Flevoland, Gelderland, Utrecht)

Vergroting


 150 kV deelnet Zuid Holland

Netschema Zuid Holland


 150 kV deelnet Westerlee

Netschema 150 kV Westerlee


 150 kV deelnet Drechtsteden (Crayestein)

Netschema Drechtsteden (Crayestein)


 150 kV deelnet Botlek

Netschema Botlek

Vergroting


 150 kV deelnet Zeeland

Netschema 150 kV Zeeland


 150 kV deelnet Noord Brabant

Netschema 150 kV Noord Brabant

Vergroting


 150 kV deelnet Limburg

Netschema 150 kV Limburg

Vergroting


Op alle netschema's is de disclaimer van toepassing.

22 december 2022 Op 02 september dit jaar deed zich een bijzondere calamiteit voor in de 150 kV-verbinding tussen Lelystad en Hattem, ter hoogte van het nieuwe trafostation Olsterpad. Vandaag heeft Tennet een verklaring vrijgegeven over hoe deze unieke storing (met een minutenlang staande vlamboog in de openlucht) kon optreden. Hoewel het uiteindelijke rapport pas in januari zal verschijnen geeft de verklaring ook nu al inzicht in wat er is gebeurd.

Rokende draden die zo heet werden dat ze uitzetten totdat ze bijna op de grond hingen. Contact met een spoorwegbovenleiding waarna de stroom alsnog niet werd uitgeschakeld doordat er reeds voor dat contactmoment al sprake was van een ongecontroleerde foutsituatie. 300.000 aansluitingen zaten tot een uur zonder stroom en door een moment van overspanning is her en der ook schade opgetreden. En als blikvanger een grote staande vlamboog op een gloednieuw trafostation die minutenlang bleef staan, iets dat eigenlijk onmogelijk werd geacht in het Nederlandse net met zijn hoogstaande en dubbel uitgevoerde beveiligingen. Wat ging er zo mis dat dit kon gebeuren op 02 september tussen Dronten en Olsterpad?

Tennet, Liander en DNV hebben gezamenlijk onderzocht hoe misschien wel de meest iconische storing van de afgelopen jaren tot stand heeft kunnen komen. De NOS heeft er ook een item over geschreven.

Zoals bij elke storing van enig formaat wordt onderzocht hoe het heeft kunnen komen zodat ervan kan worden geleerd en de kans op herhaling wordt verkleind. Bij dit exemplaar hebben zich geen ongelukken voorgedaan, maar de schade is wel aanzienlijk. Het blijkt dat er wel drie dingen achter elkaar mis zijn gegaan voordat daadwerkelijk de ongecontroleerde kortsluiting kon ontstaan. Het begon ermee dat het splinternieuwe trafostation Olsterpad, een dag eerder opgeleverd, eigenlijk nog niet helemaal voltooid was. Er waren nog steeds werkzaamheden aan de gang en die vereisten dat een van de inkomende verbindingen, onbevestigd maar vermoederlijk Lely – Olsterpad Paars, aan het einde van de dag weer moest worden geaard. Men was er op Olsterpad om onduidelijke redenen niet van op de hoogte dat het betreffende circuit vanaf de zijde van Lely ingeschakeld was en daardoor onder spanning stond. Dat kan, het lijkt op een uitgerold verlengsnoer waar niets op is aangesloten. Ofwel spanning zonder dat er ook vermogen loopt. Op Olsterpad zelf stonden de schakelaars open zodat niemand dat vernam.

Aan het einde van de werkzaamheden vereisen de veiligheidsprotocollen dat een niet-gebruikt circuit weer wordt geaard. Zo worden ongelukken voorkomen. Alleen, een circuit dat onder spanning staat kan je niet zomaar aarden. Toen men alsnog de aarding omhoog zette, in de routinematige veronderstelling dat gewoon een spanningsloos circuit werd geaard, ontstond daardoor kortsluiting tussen de drie fasedraden via de aarde. Normaal heb je dan per ongeluk een aardfout gemaakt waarna de verbinding automatisch wordt afgeschakeld in 0,040 seconden. Er klinkt dan een beste knal (en je mag dan alsnog een rapportje opstellen), maar verder is er niet zoveel aan de hand.

Alleen, die automatische afschakeling die in 0,040 seconden had moeten reageren was niet actief omdat die juist slechts zeer kort daarvoor vanwege dezelfde werkzaamheden op 'lokaal' was gezet, zodat wordt voorkomen dat er op twee plaatsen tegelijk kan worden geschakeld (de andere plek is het landelijk bedieningscentrum). Het is eveneens niet duidelijk waarom de hele procedure voor het creëren van een veilige werkomgeving niet reeds eerder een conflict opleverde, want bij een circuit dat onder spanning staat zou het normaliter onmogelijk moeten zijn om bij wijze van spreke zonder waarschuwingen of piepjes de aarders omhoog te zetten. Ook toen de kortsluiting was ontstaan was er geen beveiliging die reageerde en de kortsluiting werd dus niet losgeschakeld. In zo'n geval, een enkelvoudige fout, zou normaal gesproken alsnog het backupsysteem moeten ingrijpen. Volgens de NOS was dat het laatste dominosteentje: ook het backupsysteem dat juist dit soort uitzonderlijke dingen alsnog moet ondervangen weigerde te handelen, mogelijk door een bedradingsfout. Met opgeteld driemaal pech kon uiteindelijk niets meer gedaan worden. Er ontstond ongecontroleerd een kortsluiting en niets of niemand kon die nog afschakelen.

Het was daarna wachten tot er fysiek iets doorbrandde of totdat alsnog beveiligingen op omliggende stations wakker zouden worden en het vermogen zouden afschakelen. Dat laatste viel ook niet mee, want het hoogspanningsnet in de polder is een 150 kV-net met behoorlijk wat sjeu: de circuits kunnen per stuk ruim 400 MVA aan. Daardoor zagen beveiligingen op andere stations en in andere circuits in eerste instantie niet meteen onraad omdat de kortsluiting dezelfde karakteristieken had als een flink zware belasting. In een net dat zo sterk is uitgevoerd zouden de componenten het nog bijna vier minuten volhouden tot er dingen fysiek begonnen te bezwijken. Uiteindelijk brandde op Ley een rail los waardoor de kortsluiting waarschijnlijk een andere karakteristiek kreeg, zodat de beveiligingen op omliggende stations onraad begonnen te ruiken en begonnen te reageren. Dat resulteerde in het losnemen van enkele netdelen in de omgeving, net zolang tot er zoveel netdelen getript of losgenomen waren dat het circuit met de kortsluiting ook een keertje spanningsloos viel en de vlamboog doofde.

In de tussenliggende vier minuten kreeg het 150 kV-circuit Lely – Olsterpad Paars een vermogen te verwerken dat de ontwerpcapaciteit fors moet hebben overtroffen. De draden werden een paar honderd graden en rekten zover uit dat de bovenleiding van de spoorbaan tussen Dronten en Lelystad werd aangetikt. Alles dat elektrisch contact maakte werd geroosterd. De gepeperde rekening van Prorail is nog niet binnen in Arnhem, net als de rekening van getroffen Liander-aansluitingen met schades. Maar de interne schade aan twee schakelvelden en de 20 kilometer tussenliggend 150 kV-circuit (volledig Lely – Olsterpad Paars is eruit gebakken en moet nieuwe draden krijgen) wordt reeds op ruim tien miljoen euro geraamd. Verder wordt er versneld werk gemaakt van het controleren van soortgelijke backup- en beveiligingssystemen als welke op Lelystad en/of Olsterpad de laatste lijn van verdediging hadden moeten vormen.

Het is duidelijk, er is nog veel onduidelijk. Het laatste woord over deze storing is nog lang niet gezegd en wij op deze plek houden het met een bijna schaamteloze interesse scherp in de gaten. 

Afbeelding: schade op trafostation Olsterpad, een dag na de storing. Geroosterd gras en verschroeide componenten geven aan waar de vlamboog heeft gestaan. Foto door forumlid PJK. Onder: storingsanalyse door geïnteresseerden op basis van logica (niet uit het onderzoek). Zie het forum voor het bijbehorende onderwerp en een vergroting van de afbeelding.

02 september 2022 Update 3, 03/09, 11.30 uur – Na een kortsluiting die om nog onbekende redenen niet op tijd werd afgeschakeld is er gisteren korte tijd een stroomstoring ontstaan in delen van de Flevopolder en het Randmerengebied. De storing was vrij snel opgelost, maar de schade nog niet. On-Nederlandse beelden van rokende draden, iets wat normaal niet mogelijk is met de hoogstaande beveiliging van het hoogspanningsnet.

Rokende hoogspanningsdraden, gezien vanuit de lucht. (Foto door René den Braber, getoond met toestemming.)

Een hoogspanningsnet is een razend ingewikkeld samenstel van draden, stations en transformators. En zoals met alles, ook in een hoogspanningsnet gaat er wel eens wat stuk. Normaal gesproken, bij een storing in een hoogspanningscomponent waarbij kortsluiting ontstaat, grijpt de beveiliging in. Na maximaal 0,040 seconden wordt de vermogensschakelaar geopend waardoor de component, de rail of het circuit wordt afgeschakeld. Dat gebeurt vaker dan je denkt, maar meestal merken we daar niets van omdat het hoogspanningsnet redundant is uitgevoerd. Elke enkelvoudige storing in een individuele component heeft normaal gesproken een backupmogelijkheid. Daardoor resulteert een kortsluiting slechts in een korte knippering van het licht. Gebruikers merken normaal dus niets van kleine of grote schades in het elektriciteitsnet.

Echter, op 02 september in de Flevopolder is dat anders gegaan. Om nog onduidelijke redenen ontstond op het nieuwe trafostation Olsterpad (nog maar net gebouwd en volgens recente berichtgeving nog niet eens volledig opgeleverd) een kortsluiting die niet door de beveiliging werd herkend en daardoor niet werd afgeschakeld. Kortsluitingen trekken enorme stroomsterktes, veel meer dan waar de draden en componenten normaal op berekend zijn. Het getroffen circuit, om precies te zijn Lely – Olsterpad Paars, is ontworpen op 150 kV bedrijfsspanning en maximaal 416 MVA vermogen. We zien op filmpjes en luchtfoto's dat de draden razendsnel heet worden, zo heet dat de rook eraf komt, waarna de draden uitzetten, diep doorzakken en uiteindelijk ergens de grond raakten. In een filmpje dat op Twitter rondgaat is te zien hoe snel de draden heet worden.

Naar inmiddels blijkt was dat eerste contactpunt de boveleiding van de spoorbaan Dronten – Lelystad. Omdat de beveiliging niet goed werkte bleef ook toen het vermogen staan. Het lijkt erop dat geen enkel tripcommando effect had, waardoor uiteindelijk pas de kortsluiting ophield toen er fysiek een hoogspanningscomponent helemaal door brandde. Hoogspanningscomponenten zijn behoorlijk robuust, dus dat is pas na enkele minuten gebeurd.

Slecht nieuws voor wie er op dat moment onder stond, zoals de bovenleiding van Prorail, van de spoorlijn tussen Dronten en Lelystad. Er zijn gelukkig geen berichten van persoonlijke ongelukken bij bijvoorbeeld de NOS. Ook slecht nieuws voor netbeheerder Tennet, de eigenaar van de verbinding en het station. Op dit soort temperaturen, mogelijk vele honderden graden, zijn hoogspanningsdraden niet ontworpen. De kans zit erin dat ze permanent zijn beschadigd zodat ze moeten worden vervangen. Op foto's gemaakt in de morgen van 03 september lijken ze gelukkig wel weer te zijn teruggekrompen in hun oude, strakkere vorm nadat ze waren afgekoeld.

Hoe kan het gebeuren dat de normaliter hoogstaande beveiliging van het hoogspanningsnet niet ingreep? Daar zal men ook bij Tennet verbaasd over zijn. Het is wat speculatief en we moeten een slag om de arm houden, maar het zou kunnen dat een calamiteit die dezelfde hoogspanningslijn vorig jaar overkwam ermee te maken heeft. Vorig jaar op 18 juni duwde een valwind bij Kerkdorp, net over de randmeren in Gelderland, vier mastposities omver. Met noodlijnen en doorverbindingen is toen de situatie min of meer hersteld om de winter door te komen. In tussentijd kwam het nieuwe station Olsterpad ook gereed, waardoor nog meer wijzigingen in de verbinding (circuitlengte, impedantie) is verschenen. Het zou kunnen zijn dat de bijbehorende veranderde instellingen in de afschakelbeveiliging of distantie daardoor niet hebben gedaan wat ze normaal moeten doen. Op dit moment is ons geen bevestiging bekend van enig zulk vermoeden, het is wat dat betreft wachten op informatie van Tennet over wat er precies is misgegaan. 

Wel kunnen we concluderen dat het in onze streken iets unieks is dat de beveiliging weigert een staande kortsluiting af te schakelen, en dat de draden van het kortgesloten circuit onbedoeld vele honderden graden worden. Er is ons bij HoogspanningsNet geen enkel vergelijkbaar geval bekend in Nederland in de afgelopen decennia. Hoe het schadeherstel en onderzoek zich zal ontwikkelen is daardoor des te interessanter.

Als we meer weten passen we dit artikel aan. Volg tot die tijd ons forum of lees mee op Twitter.

Afbeeldingen: Boven: rokende hoogspanningsdraden geven precies aan waar de hoogspanningslijn staat waarvan een van de circuits veel te heet wordt. (Foto door René den Braber, getoont met toestemming, en met dank aan forumlid PJK), Midden en Onder: beelden uit het veld in de polder, gemaakt door forumliden Tom en PJK (beide getoond met toestemming). De draden lijken te zijn teruggekrompen in hun oorspronkelijke, strakkere lengte, maar of ze nog in orde zijn zal Tennet moeten beoordelen. Op Olsterpad zelf lijkt de schade beperkt tot een geroosterd lijnveld, hoewel het niets zegt over schade aan de secundaire apparatuur en signaaldraden.

04 december 2021 Datacenters. Ze hebben een groot stroomverbruik, zeker de zogeheten hyperscale exemplaren van tientallen hectares. 100 MW is geen uitzondering meer. De wenselijkheid van zulke grote jongens is een dossier op zichzelf, maar ook het aansluiten op het stroomnet is niet eenvoudig. Hoewel een zeker Amerikaans bedrijf met een F daar anders over dacht, zo blijkt uit pikante documenten. Is met genoeg geld zelfs ons net te koop? 

Datacenters hebben we allemaal nodig, anders kon je deze website ook niet bezoeken. Nederland is populair als vestigingsland door goede IT- en stroominfra. Er valt wel een boom op te zetten over hoe er moet worden voorkomen dat het landschap in een soort tetris verandert, en wat we vinden van het kolossale stroomverbruik ervan zodat datacenters de nieuwe groene procenten wind en zon direct opsoupperen. Aan die discussie wagen wij ons hier niet, maar harde MVA's omtrent de technische aansluiting zijn wel onze scope. Hoe sluit je een datacenter aan op een hoogspanningsnet dat op steeds meer plekken geplaagd wordt door transportschaarste? Goed nadenken over de locatie en dan een doelgerichte klantaansluiting maken in nauwkeurig overleg met de overheid en de netbeheerder? Ja, zo dachten wij ook dat het gedaan werd. Maar recente onthullingen schetsen voor het nieuwste beraamde datacenter van Facebook (pardon, Meta) vlakbij Zeewolde een heel ander beeld. Er hangt sinds vorige week een vissig luchtje in de polder.

Al een paar jaar gingen er wat roddels rond over een nieuw datacenter vlakbij Zeewolde. Een aansluiting op het plaatselijke 150 kV-net leek mogelijk op het bestaande trafostation van Zeewolde. Klantveld erbij, grondkabel eraan, en in overleg kijken of er capaciteit is. Het plan pruttelde enige tijd wat op de achtergrond. Maar afgelopen weken kreeg een en ander opeens met een vaartje momentum via een document van Gemeente Zeewolde, gevolgd door een ruim 2700 pagina's dik compilatiedocument. Wie die doorvlooide (onderschat nooit een groep bloedfanatieke pylon geeks) zag dat dat het inderdaad Facebook is. Het bedrijf geeft aan 120 MW aansluitcapaciteit te willen, op te schalen naar 200 MW. 

Tot zover niks aan de hand, totdat we bij pagina 2672 komen waar de de zienswijze van Tennet op dit alles stond vermeld. Tussen alle regels door kan je lezen dat men op de Berg zegt van 'hee ho wacht eens', 'daar weten wij niks van' en 'hoezo denk je dat dit zomaar'. Er is klaarblijkelijk niet gereageerd op locatiekeuzesuggesties en de klant gaat ervan uit dat de gevraagde, zeker niet geringe aansluitcapaciteit slechts een kwestie van een handtekeningetje is. Wie op de netkaart loert ziet dat de verbinding waar Facebook zijn oog op heeft laten vallen 416 MVA capaciteit per circuit heeft, maar ook dat die verbinding strategisch van cruciaal belang is voor de invoeding van Almere en de regio Amersfoort. Het is niet gezegd dat er nog transportruimte is voor een nieuwe klant die bijna net zoveel vermogen gebruikt als heel Almere. Het leek er dus op dat Facebook een soort can-do mentaliteit hanteerde en ervan uitging dat eventuele transportproblemen wel eventjes on the fly zouden worden gefixt.

Was dit al iets dat ons de wenkbrauwen deed optrekken, gisteren werd het allemaal nog brisanter. Omroep Flevoland had via NRC lucht gekregen van een WOB-verzoek dat door De Telegraaf was ingediend. De Wet Openbaarheid Bestuur is een ingebakken deurtje in de Nederlandse overheid waardoor ingezetenen, zowel burgers als instanties, transparantie kunnen eisen van overheidsorganen die een publieke taak uitvoeren. Het leverde een bundeltje van 59 pagina's interne communicaties en memo's op (bij de Rijksoverheid in te zien als PDF). Gevoelige informatie is zwartgelakt, maar genoeg andere zaken zijn leesbaar zijn gebleven. De documenten schetsen op pagina 2 en 3 een bijzonder beeld. Het lijkt erop dat Facebook, onder schuilnaam 'Tulip', al vanaf 2016 van plan was om een datacenter op die plek te bouwen, en ook precies op die plek. De normale manier van aansluiten, met een steeklijn op een bestaand station, vinden ze niet voldoende. Tulip wil een volledig nieuw, volwaardig klant-trafostation, midden in het Tennet-net, en niets minder dan dat. En als ze dat niet krijgen? Dan gaat Tulip voor straf naar een ander land.

Om hun eis sympathieker te laten lijken willen ze het nieuwe station zelf bouwen, zelf betalen en daarna voor niets overdoen aan Tennet om zo aan een paar andere wetten te blijven voldoen. Op het eerste gezicht klinkt een nieuw station voor nop  leuk, maar in feite worden het Ministerie van EZ en Tennet door Facebook onder druk gezet om de wettelijke principes te overtreden. Als geld betekent dat je zomaar invloed of voorrang op capaciteit kan kopen, dan druist dat in tegen het congestieprincipe, tegen netneutraliteit en ook tegen een hele trits rechtsbeginsels. Het zou tevens een precedentwerking kunnen scheppen. Als iedere partij met genoeg geld zomaar een station kan stichten en zo kan 'inbreken' op het hoogspanningsnet in ruil voor een voorkeursbehandeling, of vrijstelling van congestiemanagement (zoals in Zeewolde zeker optreedt bij dat vermogen), dan is het hek van de dam.

Deze methode past wel bij de beproefde handelswijze van techreuzen uit Silicon Valley. Dreigen met een onaangenaam gevolg is natuurlijk ook deels een lefstrategie, het is een vorm van kijken hoe ver ze kunnen gaan. Maar waar het grote geld of de grote namen om de hoek komen kijken is dus wel degelijk waakzaamheid nodig om ons zorgvuldig opgebouwde rechtsbeginsel, onze wettelijke kaders, onze leveringszekerheid en wederzijds vertrouwen in een fair speelveld te waarborgen.

Afbeelding: schets voor nieuw in te passen trafostation voor Facebook middenin de bestaande bovengrondse verbinding tussen ruwweg Kubbetocht en Zeewolde. Dat is nog niet in kannen en kruiken. Onder: schermafbeelding van een paar onfrisse bevindingen en passages uit de WOB-documenten die vrij zijn gekomen.

04 september 2021 Al een kleine tien jaar waren er plannen, maar Tennet lijkt nu daadwerkelijk de bijl uit de schuur te pakken: het FGU-net, het grote 150 kV deelnet van Flevoland, Gelderland en Utrecht, wordt 'ontvlochten' en in drie stukken opgedeeld. Het wordt gedaan om congestie te bevechten. Hard nodig, maar deze operatie komt ook met een netstrategische prijs.

Iedereen die een beetje thuis is in de opbouw van een hoogspanningsnet weet wat er bedoeld wordt met de termen deelnet en koppelend net. (Niet? Geen nood, daar hebben we de Stroomcursus voor.) Een elektriciteitsnet is hiërarchisch getrapt. Er zijn een handvol discrete niveaus in stijgende spanning en omvang die over elkaar heen liggen. Netten van lagere orde zijn doorgaans kleiner van omvang en hebben een lagere spanning dan het bovenliggende net. Op trafostations zijn twee netvlakken verbonden via transformators. Een willekeurig netvlak bestaat dus uit een of meerdere deelnetten van een zekere spanning die voor de onderliggende spanning een koppelnet vormen, maar vanuit een bovenliggend netvlak met hogere spanning zelf weer een deelnet zijn.

Een deelnet is gebonden aan een maximale omvang en die wordt ingegeven door de maximale capaciteit van de verbindingen en schakelaars. Wordt een deelnet te groot, dan neemt de kans op storingen door overbelasting of teveel transport toe. Verder geldt dat het soms lastig is om een deelnet op geografisch meer dan één plek tegelijk te koppelen aan het bovenliggende koppelnet. Het deelnet zou dan kunnen gaan fungeren als een sluipweg voor de veel grotere vermogens die eigenlijk een netvlak hoger dienen te blijven. Dit heet doortransport en het gedraagt zich als vakantieverkeer: het neemt ruimte in op de weg, maar je hebt er als aanwonende geen voordeel van. 'Blijf lekker op de snelweg met je puntje-puntje-caravan' geldt dus ook voor elektriciteit op regionale hoogspanningslijnen.

Wanneer een deelnet vrij fors van omvang is, wanneer het beschikt over twee of meer koppelpunten met het bovenliggende net en wanneer de opbouw van een deelnet het toestaat, kan de netbeheerder ervoor kiezen om het deelnet in twee of meer stukken te knippen die ieder nog maar één koppeling met het bovenliggend net houden. Daarmee wordt doortransport voorkomen en komt er dus meer capaciteit vrij op de verbindingen. Capaciteit die hard nodig is in gebieden waar we met congestie zitten: meer vraag of meer productie van stroom dan waar het net technisch op is uitgelegd.

Het zo aangeduide FGU-deelnet omvat Flevoland, Gelderland en Utrecht. Dit aanzienlijke 150 kV deelnet heeft vier koppelpunten met het bovenliggende 380 kV-net en intern is het een heterogeen net met een aantal flink sterke en ook een aantal zwakke verbindingen. Het FGU-net wordt steeds zwaarder belast en de plekken met productie en met vraag veranderen ook. De Centrale Nijmegen is verdwenen zodat er netto meer transport is ontstaan vanaf Doetinchem en Dodewaard richting Arnhem/Nijmegen. Ook wordt Almere een steeds zwaarder belastingscentrum. Om doortransporten te beperken wil Tennet het FGU-net opdelen in drie stukken die grofweg neerkomen op de Achterhoek, de Betuwe, en de Veluwe plus Flevoland en Utrecht.

Opdelen? Betekent dat sloop van verbindingen? Meestal niet. Op de webkaart projecteren we geen netopeningen, maar op de netkaart in GE zijn ze af en toe zichtbaar in Nederland: gekantelde oranje fietsvlaggetjes. In feite zijn dat verbindingen waarvan de vermogensschakelaars normaliter open staan. Bij normaalbedrijf voeren deze verbindingen dus geen vermogen, maar bij onderhoud, calamiteiten of verbouwingen kan zo'n verbinding in een wip weer worden ingezet. Als de FGU-opdeling wordt toegepast worden de 150 kV-verbindingen Woudhuis – Zutphen, Kattenberg – Apeldoorn, Harselaar – Ede en Nijmegen – Zevenaar (netkaart) voorzien van een netopening en zal het FGU-net veranderen in drie deelnetten waarvan er twee stuks nog maar één koppellocatie met de 380 hebben. Doortransport is daar dan niet meer mogelijk.

Klinkt als simpel te realiseren. Trek wat breakers open en je kan weer aan de koffie op de Berg. Maar het is wel een maatregel die met een prijs komt. Doordat twee van de drie overgebleven, kleinere deelnetten nu nog maar één koppelingslocatie hebben met de 380 wordt het netwerk gevoeliger voor grote calamiteiten. Neem de brand op Doetinchem Langerak in 2019, waarna het volledige 380 kV-station halsoverkop spanningsloos moest worden gezet. Destijds kon dat probleemloos want het 150 kV-net werd ook ingevoed vanuit Dodewaard, Flevoland en Breukelen (netschema). Maar zou zoiets zich opnieuw voordoen bij een opgesplitst deelnet, dan moeten direct de netopeningen richting Zutphen en Nijmegen worden gesloten voordat de 380 kan worden losgenomen. Dat vereist handmatig ingrijpen. Verder zien we ook dat er ringvormen verloren gaan. Apeldoorn, Hattem en Dronten verliezen hun koppeling met het zuiden en het gebied komt als het ware op een enorme driecircuit-steeklijn vanaf het koppelstation bij de Flevocentrale te bungelen – dezelfde lijn als waarin op 18 juni vier masten werden omgeblazen in een flinke valwind. Omdat er nu nog koppeling met Zutphen en Apeldoorn is (een ringvorm) viel bij die gebeurtenis nergens de stroom uit, maar wanneer de ringvorm niet beschikbaar was zou dat wel zijn gebeurd. In het nieuwe opgeknipte FGU-net zal er bij eenzelfde calamitait onherroepelijk een korte storing ontstaan.

Samengevat (of losgenomen), een deelnet dat over meerdere koppelpunten beschikt kan je soms opdelen in kleinere deelnetten. Er zijn situaties waarbij dat technisch nodig of gewenst is, zodat je het netwerk hoger en efficiënter kan belasten omdat je het sluipverkeer kwijtraakt. Maar nadelen zijn het verlies van ringvormen en inleveren op geografische robuustheid. De schaar zetten in deelnetten, maar ook het verbinden van twee voorheen gescheiden deelnetten, is altijd een operatie waar met verstand naar moet worden gekeken en dat naast voordelen ook altijd nadelen heeft.

Afbeelding: het FGU-deelnet en de opdeling volgens een animatie van Liander (groter hier). Onder: FGU-deelnet schematisch voor en na de opdeling in drie deelnetten (vergroting) waardoor drie nieuwe netopeningen ontstaan. Merk op dat je vanaf de koppelstations Dodewaard, Doetinchem en Lelystad straks geen sluipweggetjes meer kan nemen via de blauwe 150 kV-verbindingen, maar ook dat er ringvormen verloren gaan.