ABCDEFGHIIJJKLMNOPQRSTUVWXYZ0-9


 
paal  (pole)
Kort door de bocht voor een hoogspanningsmast, vaak alleen gebruikt als aanduiding, bijvoorbeeld hoekpaal. Echter vaker in gebruik voor houten laag- en middenspanningspalen. Voor grote masten geldt eerder de term mastpositie.
 
Paarse Olifant Trofee  (Purple Elephant Trophy)
Prijs die jaarlijks door Tennet wordt uitgereikt binnen de elektriciteitssector voor het meest innovatieve, kostenbesparende idee binnen het vakgebied van netbeheer. Doel is het extra stimuleren van innovatie. De term paarse olifant is typisch Nederlands (waarschijnlijk afkomstig van een spotje van een verzekeraar, hoewel daar een paarse krokodil wordt gebruikt) en laat zich erg lastig doeltreffend in het Engels vertalen. Red tape komt het dichtste bij.
 

palenbenauwenis  (pole fear)
Zie palenwee
 
palenwee  (pole fear)
Oud woord voor de angst en afkeur die tijdens de opkomst van bovengrondse hoogspanningslijnen in de maatschappij aanwezig was. Men was bang voor horizonvervuiling en uitzichtberf. Dit argument speelt tot op de dag van vandaag, hoewel het woord palenwee zelf is uitgestorven in de omgangstaal.
 
Pan-Europese stroomstoring van 4 november 2006  (the Pan-European Blackout of 04 november 2006)
Een van de grootste stroomstoringen in de moderne geschiedenis van Europa. Het gepland afschakelen van een 380 kV-crossing over de rivier de Ems leidde ertoe dat er een cascade-effect ontstond waarna er een enorm vermogensoverschot ontstond in noord-Europa en een enorm tekort in Zuid-Europa (beiden in de orde van 10 GW). In het noorden kon de vermogensbalans nog net op tijd hersteld worden door vermogen af te schakelen, maar in het zuiden kon er niet snel genoeg vermogen ingeschakeld worden om een stroomstoring te voorkomen. Binnen een halve minuut klapte de stroomvoorziening van tientallen miljoenen huishoudens, spoorwegen en indstriegebieden. 
In Nederland bleef de schade relatief beperkt, maar het vermogenstekort leidde er wel toe dat men bewust de keuze moest maken om een gebied op te offeren en zo de voorziening in de rest van het land veilig te stellen. De keuze viel hiervoor op het zuiden en oosten van Drenthe.
Zoals altijd was de storing ook hier het gevolg van een samenloop van omstandigheden, namelijk slechte communicatie, te weinig tijd, een onderschatting van de ernst van de N-1 toestand en een serie automatische uitschakelingen.
Op de Nederlandstalige Wikipedia is een goede reconstructie te vinden van deze storing en hoe die van minuut tot minuut verliep.
 
panne  (problem by breakdown)
Belgische aanduiding voor een stroomstoring, als in stroompanne.
 
pantograaf-railscheider  (busbar disconnector)
Schaarklem die kan vastbijten om een rail en waarmee contact kan worden gemaakt of worden verbroken.
 
parasieten
Aanduiding onder pylon geeks voor GSM-antennes die in of op een hoogspanningsmast zijn gemonteerd. Zie ook de HVI.

parasitaire capaciteit  ('parasitic capacitance')

Elektrotechnisch wordt hier onbedoelde capaciteitwerking van geleiders mee bedoeld wanneer ze zich in elkaars nabijheid bevinden en elkaar beïnvloeden. Maar de term wordt in de context van pylon geeks vooral gebruikt om aan te geven hoeveel GSM-antennes ('parasieten') het mastlichaam verdragen kan zonder dat de hogere klasses van de HVI-schaal worden bereikt.

particulier net  (private (sub)grid)

Elektriciteitsnet waarvoor geen neutrale netbeheerder of TSO is aangesteld. In het verleden waren de 110- en 150 kV-netten van Nederland particulier (of beter: commercieel) bezit. Sinds de volledige inwerkingtreding van de Nieuwe Elektriciteitswet zijn er in Nederland en België alleen nog maar laag- en middenspanningsnetten particulier bezit.
 
PEN
Provinciaal Elektriciteitsbedrijf Noord-Holland. Oude netbeheerder die tussen 1917 en 1996 het beheer voerde over het hoogspanningsnet t/m 150 kV in Noord-Holland.
 
persmof  (hydraulic press joint)
Aluminium klinkbuis die wordt gebruikt om twee geleiders aan elkaar te verbinden wanneer de lengte niet toereikend is.
 
Petersburg Consultants
Bedrijf uit Doorwerth dat gespecialiseerd is in o.a. het bedenken en berekenen van hoog- en middenspanningsconstructies, magneetvelden en maatwerkoplossingen bij netaanpassingen. Voor de website, kijk hier.
 
PGEM
Provinciaal Gelderse Elektriciteits Maatschappij. Oude netbeheerder die tussen 1915 en 1996 het beheer voerde over het hoogspanningsnet t/m 150 kV in Gelderland.
 

phaselift  (hanging suspension)
Spottende term waarmee kan worden aangegeven dat één of meer fasedraden in een circuit of verbinding strakker zijn getrokken of zijn voorzien van een hangende afspanning, teneinde de afstand tot de grond te vergroten. Wanneer dit bij slechts één of in elk geval niet alle draden is gedaan, levert het een ongemakkelijk gezicht op.
pixeltelling  (pixel count method)
Methode om mastmaten nauwkeurig te kunnen schatten zonder dat een bouwtekening of schema benodigd is. Wordt gebruikt door modelbouwers, zie deze pagina.
 
PLEM
Provinciaal Limburgse Elektriciteits Maatschappij. Oude netbeheerder die tussen 1908 en 1999 het beheer voerde over het hoogspanningsnet t/m 150 kV in Limburg.
 
ploffen  ('to go Poof')
Omgangstaal voor het ongepland falen van vermogensschakelaars of spanningstrafo's. Meestal vindt er bij een geplofte component een kleine ontploffing plaats die de component in kwestie vernielt, maar die verder weinig schade aanricht. 
 
PNEM
Provinciaal Brabantse Elektriciteits Maatschappij. Oude netbeheerder die tussen 1914 en 1997 het beheer voerde over het hoogspanningsnet t/m 150 kV in Brabant.
 
poer  (pour-in foundation)
Grote, meestal zwaar uitgevoerde metalen lat die de verbinding vormt tussen een heipaal of betonblok en de rest van het mastlichaam. Poeren worden ingegoten in het beton of opgeschroefd met zware bouten.
 
polio-armpjes  ('polio arm stubs')
Buitengewoon onbeleefde term die door sommige pylon geeks wordt gebruikt om masten mee aan te duiden met (te) korte of opzettelijk ingekortte armen. De term is spreektaal en zeker niet algemeen.

ponypletten  ('pony crushing')

Verworven term voor het retrofitten van een bestaande bovengrondse hoogspanningslijn met veel zwaardere nieuwe geleiders, die fysiek ook echt veel meer wegen en veel dikker zijn dan de oorspronkelijke draden. Soms vereist dit aanpassingen aan de mastlichamen waardoor de ijle oude mastjes met zeer dikke draden er niet meer uitzien. (De term zelf is afkomstig van een nieuwsschandaal uit 2013 waarbij een veel te dikke vrouw op een kleine pony ging zitten en werd gefilmd toen de pony het niet meer hield, waarna heel Nederland er schande van sprak.)
 
portaalmast  (portal, portal tower)
Mastmodel, ook gekend als juk. Zie de pagina over portaalmasten.
 
poten  (legs)
Spreektaal voor het broekstuk.
 
preekstoel  ('pulpit')
Vakterm voor de railinkjes op de traversetoppen van grote hoogspanningsmasten, zoals die in het oosten van het land op de 380 kV-ring.
 
productie  (generation, electricity production)
Genereren van elektrisch vermogen. Productie op het net inbrengen heet invoeden en het is het tegenovergestelde van belasting.
 
productiecapaciteit  (generation capacity, nameplate capacity, rated capacity)
Het elektrisch vermogen dat een productie-eenheid op het net brengen kan. Direct op het hoogspanningsnet ingeluste productiecapaciteit heeft doorgaans een vermogen tussen 15 MW (kleine windparken, vuilverbranders, groepen WKK-producenten) tot meer dan een GW (zware kolen-, gas- en kerncentrales en hydropower).
 
productie-eenheid  (unit, production unit, generating unit)
Een zelfstandig opererende unit die elektrische energie kan invoeden op het net. Productie-eenheden die meteen op het hoogspanningsnet worden ingelust hebben doorgaans een vermogen van meer dan 15 MW.
 
productiepark  ('the whole field of producers')
De installaties en generators van alle producenten tezamen die vermogen op het net kunnen brengen.

 
Protrans
Naam van het nooit verschenen, maar door CoCoNut beoogde grote, landelijke energiebedrijf van Nederland. Uiteindelijk is het gebleven bij vier middenmoters (Essent, Nuon, Eneco, Delta).
 
PUEM
Provinciaal Utrechtse Elektriciteits Maatschappij. Oude netbeheerder die tussen 1916 en 1992 het beheer voerde over het hoogspanningsnet t/m 150 kV in Utrecht.
 
pylon geek
Aanduiding voor de subgroep hoogspanningsgeïnteresseerden die met name de constructie en aanblik van hoogspanningslijnen en masten het interessantst vinden. Pylon geeks spreken van alle subgroepen het meest tot de verbeelding en ze hebben de naam relatief recalcitrant te zijn (een aversie tegen grondkabels die niet onder stoelen of banken wordt gestoken, een vrij scherpe mening over reconstructies, een zweempje vroeger was alles beter), maar het is ook de subgroep die te maken heeft met de meeste vooroordelen. Over het algemeen is het de enige subgroep die hun interesse liever voor de buitenwereld verborgen houdt en die zich altijd moet verdedigen.
 
pylon  (pylon, utility tower)
Net Angelsaksisch woord voor een hoogspanningsmast. Oorspronkelijk Brits. Het woord heeft zijn oorsprong in 1928, toen de eerste grote hoogspanningslijn in Engeland verscheen vlakbij Edinbourgh. Architect Reginald Blomfeld noemde zijn specifieke vakwerkontwerp 'pylon', een woord dat van oorsprong uit het Egyptisch kwam en zoiets als poort of weg naar de zon betekent. Het woord raakte daarna ook in zwang voor nieuwere hoogspanningslijnen elders in Engeland en uiteindelijk over de hele wereld, hoewel in Amerika en Canada de termen hydro tower of utility tower populairder zijn geraakt.
 
PZEM
Provinciaal Zeeuwse Elektriciteits Maatschappij. Oude netbeheerder die tot 1991 het beheer voerde over het hoogspanningsnet t/m 150 kV in Zeeland.
 

ABCDEFGHIIJJKLMNOPQRSTUVWXYZ0-9