ABCDEFGHIIJJKLMNOPQRSTUVWXYZ0-9


 
L#
L1, L2 en L3. Afkortingen van Live 1, 2 en 3, de afkortingen van de fasedraden (life) in een driefasensysteem.
 
L2, L6, L12
De naam van de drie voornaamste mastontwerpen uit het Britse 400 kV-koppelnet. De L2 is een oudere drievlaksmast, de L6 is de zware klassieke Britse tonmast en de L12 is de nieuwe, slankere variant daarvan met licht opstaande traversebodems die niet door iedereen van de Britse collega's gewaardeerd worden.

laagspanning (low voltage)

Ook als LS geschreven. Elektrische spanning beneden 1000 volt.

 

Latchway
Fabrikant van de valbeveiligingen en veiligheidsdraden in hoogspanningsmasten.
 
lattenmast  (lattice tower)
Weinig gangbare term voor wat in correcte bewoording een vakwerkmast heet. Hoogspanningsmast die bestaat uit een raamwerk van metalen latten. Zie ook de definitie.
 
LBC  (Central Control Center)
Landelijk BedrijfsvoeringsCentrum. Nette naam voor het hoofdkantoor van de netbeheerder, en dan met name de zaal.

lekschade  (damage by water dripping)

Term voor schade of hinder veroorzaakt door druppels die vanaf de hoogspanningskabels op het laagste punt naar beneden vallen. Dit speelde vroeger vooral bij kleine verbindingen die dichtbij de grond hangen. Tegenwoordig is dit nauwelijks meer een item.
 
lekstroom  (leakage)
 
'lichte' xx kV  (facile component, facile link)
Verbinding (of component zoals een trafo) met een relatief kleine capaciteit vergeleken met de typische waarden voor de bedrijfsspanning. Wanneer bijvoorbeeld van lichte 110 wordt gesproken, kan men denken aan een transportcapaciteit van slechts enkele tientallen MVA. De typische waarde is doorgaans 100 tot 200 MVA voor die spanning. De andere kant op gaat dit ook op, bij zware 110 zou men kunnen denken aan 500 MVA op 110 kV, maar deze kant op wordt de aanduiding minder gebruikt.   
 
lichtnet  (mains electricity)
Aanduiding voor het laagspanningsnet. Dit net wordt op Hoogspanningsnet.com niet behandeld.

lijn  (line, overhead line)

Aanduiding voor een hoogspanningsverbinding, meestal een luchtlijn.
 
lijnbeeld  ('sight of the powerline')
De aanblik van een (mastvak van) een hoogspanningslijn. Het lijnbeeld bepaalt samen met de lijncontinuïteit de aanblik van een hoogspanningslijn binnen het landschap waarin deze staat. Het ene mastontwerp heeft bijvoorbeeld een rustiger aanblik dan het andere, en ook de manier waarop twee parallel lopende hoogspanningslijnen ten opzichte van elkaar zijn geconfigureerd bepaalt het lijnbeeld.
In vroeger tijden ging functie voor de vorm, maar in de loop der tijd is het lijnbeeld steeds belangrijker geworden in het mastontwerp. De opkomst van buismasten en wintracks is deels een gevolg van de roep om een zo onopvallend mogelijk lijnbeeld.
Het beeld van een individuele hoogspanningsmast heet het mastbeeld.
 
lijncontinuïteit  ('uniformity of the powerline')
Geïntroduceerd begrip waarmee de mate van uniformiteit van een hoogspanningslijn kan worden aangeduid. Een verbinding waarvan de hoek- en draagmasten op elkaar lijken, waarin zich niet teveel rare bochten of veel speciale masten bevinden en waarin weinig mastverrommeling zit, heeft een hoge mate van lijncontinuïteit omdat de hoogspanningsljn er op iedere plek zo gelijk mogelijk uitziet. Over het algemeen geldt: hoe groter de lijncontinuïteit, hoe minder de verbinding de aandacht trekt of het landschap beheerst. De term laat zich lastig vertalen.
 
lijndansen  (conductor gallop)
Niet te verwarren met lijntrillen. Ook in het Nederlands wel conductor gallop genoemd. Gevaarlijke, wilde beweging van de fasedraden wanneer zij door harde wind beginnen te bewegen en daarbij in een staat van resonantie terechtkomen. De bewegingen (doorgaans een eerste t/m vierde harmonische trilling tussen iedere mast) kunnen zichzelf versterken en extreem wild worden. Lijndansen zorgt voor extra materiaalstress en uitslijting van de isolatoren, maar ook een harde sluiting, draadbreuk of zelfs het bezwijken van een traverse of het gehele mastlichaam is niet uitgesloten.
Lijndansen is een angstwekkend gezicht en het is niet te stoppen door de stroom af te schakelen. Het treedt normaal gesproken pas op vanaf zeer harde wind (storm of hoger), maar bij situaties waarbij wind en ijzel tegelijk voorkomen kan het al sneller gebeuren omdat de draden door opvriezing een vleugelvorm verkrijgen. Daarvoor moeten de draden uiteraard wel een temperatuur onder het nulpunt hebben en dat is bij een flinke belasting doorgaans niet zo. In Nederland en Vlaanderen is lijndansen zeer zeldzaam maar niet onmogelijk.
 
lijnkruising  (line crossing)
Twee hoogspanningslijnen die elkaar tegenkomen en onder elkaar doorgeleid worden zonder elektrisch contact. Wordt soms ook een overgang genoemd.
 
lijntrillen  (flutter)
Ook in het Nederlans wel flutter genoemd. Hoogfrequente trilling van de geleiders welke niet verward moet worden met lijndansen. Lijntrillen wordt veroorzaakt door de wind, maar het hoeft daarvoor niet te stormen. Bij lijntrillen gaat een geleider zeer snel resoneren in de wind ( >10 tot >100 trilingsbewegingen per seconde). Deze trillingen zijn klein en niet zichtbaar met het blote oog, maar ze veroorzaken soms hinderlijk geluid, materiaalstress en slijtage van de isolators. Om lijntrillen te voorkomen worden er in de meeste gevallen trillingsdempers (zogeheten stockbridge-dempers) in de kabels gehangen, en bij gebundelde geleiders kunnen ook bundelafstandhouders goed helpen.
 
lijnvak 
Minder gebruikt synoniem voor mastvak of rechtstand.
 
lijnlengte  (circuit length)
Onjuiste (want onduidelijke) term voor wat de circuitlengte zou moeten zijn.
 
lijnverlegging
 
load 
(ook: belasting) Het elektrisch vermogen dat op een willekeurig moment over een hoogspanningslijn loopt of op een transformator staat. Wanneer een hoogspanningslijn is ontworpen op een nominale capaciteit van 400 MVA en op een gegeven moment wordt de helft daarvan gebruikt, dan bedraagt de load op dat moment 200 MVA. De nominale capaciteit is gelijk aan de load waarbij de hoogspanningslijn optimaal presteert. De load kan de nominale capaciteit tijdelijk overschrijden (overbelasting), maar grote overbelasting moet niet te lang duren.
 
loadflow 
Grootschalige richting waarin het vermogen over een hoogspanningsnet loopt.
Deze richting is geografisch. Een hoogspanningsnet is een complex, vermaasd web waarin op meerdere plekken vermogen wordt ingebracht en wordt afgenomen. Maar er zijn altijd plekken waar meer wordt opgewekt dan verbruikt, en er zijn ook plekken waar het verbruik juist de productie overtreft. Op grote schaal gezien vormen deze locaties 'bergen' en 'dalen' in het net, waar de richting van de loadflow naartoe wijst of juist vandaan wijst. Op Europees niveau kan dit betekenen dat de grootschalige loadflowrichting bijvoorbeeld van het noorden naar het zuiden is gericht wanneer het in het noorden hard waait zodat er een groot aanbod van windvermogen is. In de winter zal de loadflow door het net eerder andersom gericht zijn omdat het in het noorden kouder is zodat de kachels aan staan en er veel stroom wordt gebruikt, die vanuit het zuiden kan worden aangevoerd.
 
logo  (emblem)
In deze context het embleem van HoogspanningsNet. Het beeldmerk stelt een donaumast met kattenoren voor, omringd door een coronaring. Het logo werd in 2011 ingevoerd als opvolger van Otje.
 
L-profiel  (angle profile, L-shaped profile)
Metalen latvorm waarmee de meeste vakwerkmasten gebouwd zijn. Een L-profiel heeft doorgezaagd de vorm van een L. In sommige masten zijn ook U-, H- en X-profielen en platte latten in gebruik, maar L-profielen zijn in iedere vakwerkmast veruit in de meerderheid.
 
luchtlijn  (overhead line)
De officiële aanduiding voor het meest bekende type hoogspanningslijn: de bovengrondse lijn met ongeïsoleerde geleiders en metalen vakwerkhoogspanningsmasten.
 
luie verbinding  ('lazy line')
Ook wel eens een downie (onbeleefd) of een lijn die onder zijn niveau werkt genoemd. Verbinding die na een reconstructie van kortere isolators is voorzien en daardoor permanent en (in de huidige toestand) onomkeerbaar op een lagere spanning functioneert dan waarvoor de masten zijn ontworpen.
 

ABCDEFGHIIJJKLMNOPQRSTUVWXYZ0-9