falen (fail)
Onbedoelde, fatale beëindiging van het functioneren van een component, circuit of fysiek object zoals een fasedraad, een hele hoogspanningsmast of zelfs een heel lijnvak ten gevolge van een interne of externe oorzaak. Korter gezegd: het bezwijken van een onderdeel of mast waardoor het hoogspanningscircuit of zelfs de hele verbinding klapt.
Falen laat zich niet zomaar oplossen door herinschakelen, hoewel redundant aangelegde systemen er wel minder gevoelig voor zijn.
fase (phase)
Elektrische cyclus behorend bij wisselstroom.
fasedraad (phase wire)
Geleider waar een elektrische fase op bedreven wordt.
Andere, van oorsprong Engelstalige term voor lijntrillen. Wordt ook in het Nederlands als zodanig gebruikt.
frequentie (frequency)
Afkorting van de netfrequentie in Hertz, het aantal malen per seconde waarin de fasen elkaar afwisselen. In Europa is dit 50 Hertz, maar op andere plekken zoals Amerika wordt 60 Hz gebruikt. Bij 50 Hz zijn hoogspanningslijnen efficiënter, maar bij 60 Hz zijn transformators juist efficiënter.
frequentie-omvormer
Installatie waarmee de netfrequentie van een wisselstroomnet kan worden veranderd in een veelvoud of deler van de invoedingsspanning. Wordt bijvoorbeeld gebruikt voor het Duitse Bahnstromnetz (50/16,7 Hz).
frequentierelais (frequency relay)
Installatie waarmee vermogen automatisch kan worden afgeschakeld wanneer de frequentie teveel afwijkt van de rest van het gesynchroniseerde net.
Frietenlijn, de
Bijnaam van de momenteel buiten dienst gestelde interconnectie tussen Waterlandkerkje (Nederland) en Maldegem (België). De verbinding is een enkelcircuit 150 kV-lijn die met delta- en gaffelmasten is opgetrokken.
FRIGEM
Friesche Gas en Elektriciteits Maatschappij. Netbeheerder die voor zijn opgaan in EDON het beheer over het Friese elektriciteitsnet tot 110 kV voerde. Opmerkelijk aan FRIGEM was de voorliefde voor donaumasten.