ABCDEFGHIIJJKLMNOPQRSTUVWXYZ0-9


 
B2B
Gangbare aanduiding van een Back-to-Back converter. Zie hierbeneden.
 
Back-2-Back converterstation  (back-2-back converter, B2B converter, B2B)
Dubbel converterstation waarbij twee AC/DC converterstations direct aan elkaar zijn verbonden, zonder lange HVDC-kabel ertussen. Back-2-back (spreek uit: back to back) betekent "rug tegen rug" en dergelijke stations worden gebruikt om twee niet gesynchroniseerde elektriciteitsnetten aan elkaar te koppelen. De afstand tussen beide stations wordt doorgaans zodanig geminimaliseerd dat beide in één gebouw staan. Dit soort apparaten treffen we met name in oost-Europa, zoals op Vyborg, maar er staat ook eentje op Bentwisch voor het Kriegers Flak windparkarray, die zowel op de gesynchroniseerde handelsblokken SE4 als op DE-50Hertz zit aangesloten. Dat synchroniseert niet, dus moest men een B2B toepassen.
 

Bahnstrom  (Das Bahnstromnetz, the German Railway powergrid)

Waarschijnlijk het grootste hoogspannings-privaatnet van Europa. Het Duitse spoorwegsysteem beschikt over een eigen 110 kV-net dat werkt met een afwijkende frequentie van 16,7 Hz en dat door het hele land heen staat. Het net is zelfstandig en functioneert parallel aan het publieke hoogspanningsnet, waaraan het op strategische plekken is gekoppeld door frequentie-omvormers. Das Bahnstromnetz is in eigen beheer van de Deutsche Bahn.
 
balkon  (platform)
Onderdeel dat in sommige grotere maten vakwerk te vinden is. Balkonnetjes bevinden zich dan in de toren, op de plek waar de traversen naar opzij uitsteken.
Op crossingsmasten en andere sterk verhoogde draagmasten zijn soms ook balkonnetjes halverwege de toren te vinden. Soms kunnen eventuele obstructielampen onderhouden worden vanaf zulke balkons.
 
balktraverse  (bar)
Horizontale constructie in delta- en portaalmasten die deels dezelfde functie heeft als een traverse, maar nu op twee punten ondersteund wordt. Zie de pagina over traversen.
 

basislast  (base load)

Permanent elektrisch vermogen dat wordt gevraagd binnen een elektriciteitsnet en waaronder de belasting nooit zakt. Basislast is er dus altijd en daarom kan basislast het beste geleverd worden door centrales met een trage opregeltijd.
 
bedrijfstoestand  (situation)
Volgens Tennet: "De toestand waarin een elektriciteitsnet zich bevindt". Er zijn twee toestanden, de normale en de niet-normale toestand.
 
belasting  (load)
Afgenomen elektrisch vermogen. Belasting is het tegenovergestelde van vermogen of productie.
 
Belgische Elektriciteitsschaarste, de
Term voor een complexe gebeurtenis die in de winter van 2014/2015 plaatsvond in de Belgische elektriciteitswereld.
De Belgische Elektriciteitsschaarste was het gevolg van een voorspeld, maar onoplosbaar tekort aan elektriciteit in België tijdens piekuren en koud winterweer. De oorzaak was meervoudig: te weinig investeringen in nieuw binnenlands productievermogen, capaciteitstekort op de grensoverschrijdende verbindingen en onvoorziene niet-beschikbaarheid van zware kernreactors door zowel storing als sabotage. Dit zorgde er samen voor dat er een tekort aan vermogen op het Belgisch net ontstond. Dat zou kunnen resulteren in ongecontroleerde storingen. Het gevolg was een publiekscampagne, afschakelplannen en zelfs een dagelijkse statusupdate tijdens het weerbericht. 
Na 2014 kwam er verlichting in de situatie door het opnieuw beschikbaar komen van interconnecties en enkele nucleaire reactors, een situatie die in 2019 verder afnam na het gereedkomen van de Nemo-link naar Engeland en steeds meer windvermogen. Toch is de campagne tot op de dag van vandaag niet afgesloten, zie ook offon.be.
 
betonblok  (gravity-based foundation)
Officieel aangeduid als een zwaartekrachtfundatie. Zie ook de pagina over een zwaartekrachtsfundament.
 
bevestigingsspiraal  (fixation helix)
Langgerekt spiraalvormige aluminium staaf waarmee bundelafstandhouders bevestigd kunnen worden in gebundelde fasedraden. Zie deze pagina.
 
bipole-mast  (bipole, bipolar tower)
Mastmodel. Zie deze pagina.
 
bijzondere mast  (special pylon)
Speciale hoogspanningsmast (mastfunctie) die niet onder de bestaande categorieën zoals steunmast, hoekmast of fasewisselmast valt en waarbij de constructie maatwerk is. Meestal zijn er maar één of hooguit enkelen van gemaakt. Dit soort masten betreft vaak aftakmasten of splitsingsmasten.
 
black-out
Engelse term die ook in het Nederlands decennialang werd gebruikt voor een totale stroomstoring waarbij (i.t.t. een brown-out) de restspanning nul is. De term wordt de laatste jaren echter wat minder frequent gebruikt vanwege een vermeende racistische connotatie, zodat de voorkeur in Nederlandstalige documenten meer dan vroeger uitgaat naar het Nederlandstalige woord stroomstoring of gewoon uitval.
 
blackstart
Engelse term die ook in het Nederlands wordt gebruikt voor het weer onder spanning brengen van een geheel spanningsloos geraakt deelnet. Doorgaans wordt de term alleen gebruikt bij grote storingen. Er is een set van procedures en voorzieningen opgesteld om dit uit te voeren, want bij complexe storingen of na een cascade-effect is het niet eenvoudig.
 
bliksembok  (anvil shaped lightning crossbar)
Aambeeldvormige top van een hoogspanningsmast die eruitziet als twee omgekeerde traversen, met de platte kant boven (bokvorm). Op de bliksembok zitten de bliksemdraden bevestigd. Bliksembokken zijn zeer algemeen in België, maar een zeldzaamheid in Nederland. Een bliksembok kan lijken op kattenoren en soms is het onderscheid maar moeilijk te maken. Zie ook de pagina over topstukken. Er is geen Engelstalig synoniem voor dit type top, hoewel men deze vorm wel eens als een anvil (aambeeld) aanduidt.
 
bliksemdraad  (ground wire, shield wire)
Draad- of draden die boven de fasedraden in een hoogspanningslijn hangen en die tot doel hebben om blikseminslag op de fasedraden te bemoeilijken. Samen met het topstuk vormen ze de bliksembeveiliging van de hoogspanningslijn. Sinds eind jaren 80 worden de bliksemdraden soms voorzien van een kern met optische glasvezels ten behoeve van communicatie tussen trafostations onderling. Over bliksemdraden en OPGW hebben we twee pagina's.
 
bliksempiek  (lightning rod)
Hoge naaldvormige spijl (vrijstaande buis, vakwerkmast, stobie of staaf, of geïntegreerd in de constructie) die op trafostations omhoog steekt en met een zeer scherpe punt boven de installaties uitkomt, om volgens de Theorie van Schwaiger bliksem aan te trekken en af te leiden van de hoogspanningsinstallaties. Bliksempieken worden vaak in rijen geplaatst. Zie ook de pagina over bliksempieken.
 
bliksemtraverse  (crossbar for ground wires)
Extra verdieping traversen die met name in kleine mastmodelen te vinden is. Bliksemtraversen dragen uitsluitend bliksemdraden en ze worden nooit meegenomen in de classificatie van masten. Bliksemtraversen zijn verwant aan een bliksembok. Zie ook de pagina over topstukken.
 
blindstroom  (power factor)
Stroom zonder spanning. Blindstroom belast het net, maar kan niet nuttig worden aangewend. Grootverbruikers proberen de hoeveelheid blindstroom zoveel mogelijk te beperken omdat de netbeheerder blindstroom wel degelijk verneemt en dus ook in rekening brengt. Blindstroom laat zich een beetje vergelijken met graven met een schep waarvan het blad onder de aangekoekte modder zit: het kost meer moeite (want gewicht), er blijft minder ruimte op de schep over voor nuttig grondverzet en de aangekoekte modder zelf beweegt mee voor spek en bonen.
 
blindvermogen  (apparent power)
Het vermogen dat nodig is om elektromagnetische velden op te wekken waardoor het hoogspanningsnet zelf werken kan. Zonder magnetisch veld kan een trafo niet werken en zal een generator niet leveren. Zie ook blindstroom hierboven.
 
bok
1) Oude aanduiding voor een hoogspanningsmast. Oorspronkelijk werden hier houten masten met twee palen en een dwarslat of kruis mee bedoeld ('bokpaal' of 'A-paal'), later werd de term breder ingezet. De aanduiding bok voor een hoogspanningsmast (klein of groot) nog steeds correct, maar hij wordt vandaag de dag vrijwel nergens meer gebruikt behalve bij sommige nog bestaande houten masten in het laagspanningsnet en bij enkelcircuit-deltamasten (zie hieronder). Ook wordt nog wel eens juk gebruikt.
2) Aanduiding voor de kattenoren wanneer deze zeer plat of zelfs horizontaal zijn, zoals bijvoorbeeld bij sommige masten in Zeeland of bij Beaubourg-donaumasten in Frankrijk. 
 
bokje  (small delta tower)
Zie bokmast.
 
bokmast  (delta tower)
Ook wel bokje genoemd. Weinig gebruikte aanduiding voor een doorgaans kleine enkelcircuit-deltamast. De naam is voortgekomen uit bok en bokpaal (zie hierboven) .
 
boostertrafo  (booster, booster transformer)
Speciaal soort transformator met een zeer geringe overzetverhouding, bedoeld om spanningsval in lange verbindingen te compenseren. Wanneer bijvoorbeeld een lange verbinding voor 10 kV onder spanning wordt gezet, gaat er door weerstand onderweg wat vermogen verloren. Dat uit zich in een lagere spanning, bijvoorbeeld 9,5 kV op een kilometer of vijftien verderop. Dat moet worden gecompenseerd om de distributietrafo's voor het laagspanningsnet van de juiste waarde te blijven voorzien (als het tenminste geen trafo's met later instelbare tap zijn) en dat kan worden gedaan door 9,5 kV terug omhoog te transformeren naar 10 kV. Boostertrafo's zien we vooral op plekken met lange afstanden (meestal het buitenland) en in middenspanningen. In de hoogspanningsnetten zijn ze zeldzaam of helemaal niet aanwezig.

Borssele  (village of Borssele)

Een van de drie plekken die zijn aangewezen voor toekomstige grootschalige productiecapaciteit en voor het inlussen van windvermogen. Momenteel staat er al een kerncentrale, maar er moet in de aankomende jaren ook meer offshore windvermogen aan land gaan komen.
 
bout  (bolt-nut joint)
Metalen schroefpin waarmee hoogspanningsmasten (met name vakwerkmasten) in elkaar zitten. Er wordt doorgaans weinig tot helemaal niets gelast in het mastlichaam. Zie ook de pagina over vakwerkmasten.
 
Brabo
Project van Elia dat voorziet in de versterking van het 380 kV-net in de omgeving van Antwerpen. Zie ook de pagina op de site van Elia van het project.
 
brandstof  (fuel)
Materiaal dat chemische energie draagt die via oxidatie vrijgemaakt kan worden om elektriciteit mee op te wekken. Vaak wordt brandstof uitgedrukt als vermogen (thermisch vermogen, nucleair vermogen, windvermogen, etc.) in de vorm waarin de centrale de brandstof verwerkt. Brandstof kan een energiebron of een energiedrager zijn: in het eerste geval is deze afkomstig uit een natuurlijke bron (meestal fossiele brandstoffen) en in het tweede geval wordt de brandstof actief vervaardigd door er eerst energie in te stoppen om het te maken (waterstof, ammoniak). Een energiedrager kan daardoor ook worden gebruikt om een energie-overschot tijdelijk in te bewaren.
 
bretel  (tie)
Boogvormige, omlaag hangende doorverbinding tussen de volledig verankerde punten van een (bundel)geleider bij een hoekmast of trekmast, en onder sommige omstandigheden ook bij steunmasten. Een bretel vormt de elektrische verbinding tussen de twee afgespannen (onderbroken) uiteinden van de draad.
 
broek, de broek  (legs)
Verkorte term voor het broekstuk.
 
broekjesdag 
Cult onder pylon geeks. Geïntroduceerde term voor de eerste dag van het jaar waarop het warm en zonnig genoeg is om met de camera het veld in te gaan en hoogspanningsobjecten te kunnen fotograferen. Het kan worden gezien als de tegenhanger van rokjesdag en het geldt officieus als de dag waarop het graftakkeweer-seizoen eindigt en pylon geeks achter de netkaart (cartering is een winterhobby) vandaan kruipen om weer naar buiten te gaan.
 
broekstuk  (legs)
Vakterm voor de vier poten waarop de meeste ontwerpen vakwerkmasten staan. Het broekstuk bepaalt in grote mate de windbestendigheid van de mast en het zorgt er ook voor dat de hinder die een mast geeft voor boeren en landeigenaren geminimaliseerd wordt. Zie ook de pagina over dit mastdeel.
 
brown-out
Onvolledige stroomstoring, vaak het gevolg van het te ver zakken van de netfrequentie door teveel belasting of te weinig productie. De spanning op het net zakt dan tot beneden de toegestande bandbreedte, maar valt niet volledig uit en wordt niet nul. Een brown-out kan problemen geven voor aangesloten klanten en heeft invloed op de netstabiliteit elders. Brown-outs kunnen soms kort duren (zogeheten stroomdippen door bijvoorbeeld lijndansen zijn in feite ook brown-outs). Wanneer een verlaging van de spanning van hinderlijke irritatie overgaat in een daadwerkelijke brown-out (die buiten de tolerantie-eisen van aangesloten apparatuur valt) wordt bepaald aan de hand van de Spijkerskromme.
 
brug  (balancing plate)
Metalen onderdeel dat onderaan een isolatorketting hangt wanneer de fasedraad uit twee of meer geleiders bestaat of wanneer de isolatorketting dubbel is uitgevoerd. Zie de pagina over draadophanging.
 
buismast  (tubular pole)
Hoogspanningsmast die in hoofdzaak bestaat uit een gesloten buis- of kokervormig mastlichaam. Zie de pagina over buismasten.
 
buitenklemmenkast  (bay terminal box / cabinet)
Ook wel veldkast of veldhuisje genoemd. Gebouwtje of huisje met apparatuur ten behoeve van het aangesloten veld.

buitenlandverbinding  (interconnection, link)

 
bundelafstandhouder  (spacer)
Metalen latje, driehoek of vierkant waarmee de individuele geleiderkabels in gebundelde fasedraden aan elkaar zijn verbonden. Bundelafstandhouders voorkomen dat de geleiders tegen elkaar aan kunnen schuren en ze verminderen ook flutter en de kans op lijndansen. (In het kader van dat laatste zijn diverse types in omloop (van pendulum spacer, winddamper en hoop spacer) die niet allemaal even succesvol zijn.) Zie ook de pagina over dingen in en om de draden.
 
bundelen  (spatial combining)
Het combineren van twee hoogspanningslijnen (zie ook combineren) of tegenwoordig ook vaak het bouwen van een nieuwe hoogspanningslijn parallel aan een reeds bestaand infrastructureel object zoals een snelweg, kanaal, spoorbaan of een andere hoogspanningslijn. Dit wordt met name gedaan om nieuwe doorsnijdingen van het landschap te voorkomen.
 
BVC  ((Regional) Control Centre)
BedrijfsVoeringsCentrum.
 
Bystrup
Deens architectenbureau bekend (of onder pylon geeks berucht) vanwege futuristische buismasten zoals de Deense Eagle en de Britse T-pylon. Het bedrijf heeft een grote naam, maar hun masten zijn aanzienlijk duurder dan gangbare vakwerkmasten en ondanks het belangrijkste argument (mooiere masten is minder bezwaarprocedures zodat de vele duizenden nieuwe kilometers energienet in de komende decennia makkelijker aan te leggen zijn) zijn ze anno 2018 verantwoordelijk voor in totaal slechts vijfhonderd mastposities waarvan de meesten in Denemarken zelf staan.
 


ABCDEFGHIIJJKLMNOPQRSTUVWXYZ0-9