Over het Nederlandse elektriciteitsnet zijn verschillende werken geschreven. Gedenkboeken van voormalige provinciale energiebedrijven focussen op met name de bedrijfsvoering en energieproductie. Maar er zijn ook naslagwerken die de bovengrondse netontwikkeling en de toegepaste hoogspanningsmasten beschrijven.
Ir. A.J. Börger, ook actief op het forum, heeft een aantal naslagwerken samengesteld waarin de netontwikkeling in de voormalige concessies van het 110 kV-gebied, de PNEM (Noord-Brabant) en de PGEM (Gelderland) wordt beschreven. De hoogspanningsmasten waarmee de verbindingen zijn opgetrokken en hoe de tracés door het landschap zijn geplaatst krijgen veel aandacht vanuit een technisch/ingenieursperspectief en ook vanuit persoonlijke visie. Tom Börger is de eerste die de hoogspanningsmasten in ons landschap op deze wijze heeft beschreven en gedocumenteerd. Voor geïnteresseerden in de bovengrondse netten, voor nethistorici en voor ingenieurs actief in het net van vandaag kunnen de rapporten als een standaardwerk worden gezien.
Klik op een document om het in te zien. De rechten behorende bij de rapporten behoren volledig toe aan A.J. Börger. Voor inlichtingen of contactverzoeken kan men ons contactformulier gebruiken, wij sturen het bericht dan door.
Hoogspanningslijnen in Overijssel en Zuid-Drenthe
De masten van de N.V. IJsselcentrale – 2e, herziene editie
A.J. Börger, 2021
De bovengrondse hoogspanningslijnen in Overijssel en zuidelijk Drenthe staan centraal in dit rapport over de netontwikkeling in de voormalige concessie van de IJsselcentrale. Het is de tweede editie van dit rapport en het vervangt de eerste editie uit 2008, waarbij dertien jaar extra netontwikkeling is opgenomen en nieuwe inzichten over de periode ervoor zijn toegepast. In dit omvangrijke naslagwerk wordt iedere huidige en voormalige verbinding van 110-, 220- en 380 kV bekeken, beginnend met de allereerste lijn uit 1918 en eindigend met een blik richting de nabije toekomst zoals die in 2021 is voorzien. Het accent ligt op de hoogspanningsmasten en de tracering van de verbindingen. Het gebied heeft door de jaren heen kennisgemaakt met een aantal karakteristieke mastmodellen zoals de parapluvormige IJC-hamerkoppen en een herkenbare mastenfamilie met ranke, broekstukloze donau- en dennenboommasten. Door middel van kaartjes, tabellen en beeldmateriaal voorziet het rapport ook in een overzicht van feitelijke bouw- en sloopjaren, lijnlengtes, masttypen en significante wijzigingen die voor bepaalde lijnen zijn doorgevoerd.
Hoogspanningslijnen in Gelderland
De masten van de PGEM
A.J. Börger, 2017
Dit naslagwerk is vooralsnog het dikste deel van de reeks en het betreft het concessiegebied van de PGEM, de Provinciaal Gelderse ElektriciteitsMaatschappij. In tegenstelling tot Brabant is in Gelderland 50 kV niet verdwenen en ook bovengronds zijn er nog een handvol verbindingen van deze spanning in gebruik. De PGEM-concessie omvat Gelderland en de zuidelijke Flevopolders. De PGEM-concessie is een gevarieerd en ingewikkeld gebied met relatief veel oude, slecht gedocumenteerde verbindingen en aftakken, zodat de auteur een indrukwekkende speurtocht heeft verricht om tot een zo compleet mogelijk overzicht te komen. In het concessiegebied is een grote variatie aan 50- en 150 kV-hoogspanningsmasten aanwezig en omdat er in Gelderland minder is verdwenen dan in Brabant biedt een blik in het landschap een betere inkijk in de netgeschiedenis, waarbij dit rapport een uitstekende gids is. Uiteraard krijgen ook de drie 380 kV-verbindingen de aandacht die ze verdienen. Net als de andere delen beperkt het rapport zich tot bovengrondse verbindingen. Het naslagwerk is actueel tot aan de aanleg van Doetinchem-Wesel aan toe.
Hoogspanningslijnen in Noord-Brabant
De masten van de PNEM
A.J. Börger, 2013
In dit deel van de reeks naslagwerken van A.J. Börger wordt voor het eerst een voormalige concessie uit het 150 kV-net bekeken. Het betreft hier de netontwikkeling in Noord-Brabant, een groot gebied met een rijke 50 kV-geschiedenis die bijna niemand meer zou kennen als deze niet voor de vergetelheid zou zijn behoed door een uitgebreide reconstructie in dit rapport. Uiteraard worden ook het 150 kV-net, het 380 kV-koppelnet en de productie-eenheden (met name de Amercentrale) bekeken. Met de tabellen, kaartjes en een veelheid aan foto's die we reeds van de oudere rapporten gewend zijn wordt een goed beeld geschetst van het verleden en heden van bovengrondse elektriciteitsnet in de concessie van de Provinciaal Noord-Brabantse ElektriciteitsMaatschappij. Grondkabels worden niet beschouwd. Een bescheiden toekomstblik vormt het besluit van dit naslagwerk.
Hoogspanningslijnen in Groningen en Noord-Drenthe
De masten van het EGD
A.J. Börger, 2008
Het rapport Masten van het EGD beschrijft de netontwikkeling in de voormalige concessie van het Energiebedrijf Groningen en Drenthe. Deze vrij grote concessie heeft een boeiende geschiedenis met een handvol grote highlights. Er is een zeer gevarieerd mastenaanbod in het 110 kV-spanningsniveau. In het gebied treffen we een grote variëteit aan hamerkoppen, maar ook dennenboom-, delta- en donaumasten komen voor. Tevens is er 220 kV en sinds 1995 ook 380 kV in het gebied, gedragen door enorme drievlaks- en combinatiemasten. Iedere huidige (in 2008) en voormalige bovengrondse lijn is in beschouwing genomen, ondersteund door kaartjes, tabellen en veel beeldmateriaal. Grondkabels worden niet beschouwd. De blik richting de toekomst zoals die kon worden voorzien in 2008 is inmiddels enigszins achterhaald vanwege aanzienlijke ontwikkelingen in de Eemshaven en netverzwaringen op 110- en 220 kV-niveau in Drenthe.
Hoogspanningslijnen in Friesland
De masten van het PEB
A.J. Börger, 2008
In het rapport Hoogspanningslijnen in Friesland wordt de netontwikkeling in de voormalige Friese PEB-concessie nauwkeurig bekeken. De focus ligt op de gebruikte hoogspanningsmasten in het 110- en 220 kV-net. Zowel bestaande alsook reeds verdwenen verbindingen in de concessie van het Provinciaal EnergieBedrijf Friesland (ook wel als FRIGON gekend) worden bekeken. Friesland wordt grotendeels gekenmerkt door vrij herkenbare 110 kV- donaumasten van vrijwel hetzelfde ontwerp als in de PUEM-concessie (Utrecht). Door middel van tabellen, overzichtskaartjes, historische en actuele foto's wordt een zo compleet mogelijk overzicht gegeven van de hoogspanningsmasten in de bovengrondse verbindingen. Ondergrondse verbindingen worden niet beschouwd, maar het aantal grondkabels in Friesland is zeer beperkt. Het rapport beslaat de periode van circa 1920 tot 2008 en er is voorzien in een korte blik in de toekomst zoals die er in 2008 uitzag, waarbij er in Friesland anno vandaag eigenlijk opvallend weinig is gewijzigd.