In de rubriek Mast van de Maand (in de kolom links op de voorpagina van de site) wordt iedere maand een andere hoogspanningsmast in het zonnetje gezet. Naast een foto en het mastnummer wordt er kort informatie gegeven over de hoogspanningslijn waar de mast in staat en de geschiedenis ervan. Hoewel Mast van de Maand een van de oudste rubrieken is die we hebben op de site, gaat het archief niet verder terug dan mei 2011. Voor die tijd werden oude edities helaas niet bewaard.

Heb je een verzoek(mast)nummer?
De rubriek staat open voor verzoeknummers. Vind hier de details en het inzendformulier en wie weet is de eerstvolgende nog vrije editie voor jou!

<- Terug naar de voorpagina


September 2024

Mast van de Maand september 2024

Mast 137, 380 kV Geertruidenberg – Rilland – Op het eerste gezicht zou je gaan denken dat we deze maand met een ordinaire afspanmast van het eerste 380kV koppelnet hebben te maken, maar schijn bedriegt. De langere plattere kattenoren verraadden het eigenlijk al. We zijn bij de 380kV-lijn Geertruidenberg – Rilland uit 2020. Oorspronkelijk is de lijn in 1979 in dienst gekomen als Geertruidenberg – Borssele, gebouwd tijdens een samenwerking van de PNEM en PZEM om stroom vanuit de nieuw gebouwde kerncentrale in Borssele naar het landelijke en regionale net te krijgen. In 1984 werd ook nog het Belgische Zandvliet aangesloten op zowel Borssele als Geertruidenberg met ieder één circuit. In 2020 is deze aftak vervangen door een heus station bij Rilland. Hiermee is tevens de bijzondere aftakmast verdwenen. Vanaf 2020 is de lijn dus in tweeën geknipt bij Rilland en bestaan ze nu uit de lijnen Geertruidenberg – Rilland en Rilland – Borssele. We zien hier afspanmast 137 van Geertruidenberg – Rilland ten westen van Bergen op Zoom. Het is een uniek exemplaar, want deze wijkt erg af van de standaard hoekmasten die we in deze lijn treffen. Zo is de complete indeling van de toren anders dan bij de rest. Vooral bovenin bij de bovenste traverse oogt de mast best iel. Sommige vragen zich dan al af hoe dit exemplaar aan de grens met het altijd winderige Zeeland toch al 45 jaar staat.

Augustus 2024

Mast van de Maand augustus 2024

Mast 43, 110 kV Herbaijum – Marnezijl – Friesland is sec gezien geen buitenland, maar na ontelbare grappen én na het natrekken van voorgaande edities van deze rubriek zien we dat Friesland wel minder aandacht krijgt dan het oosten van het land, waar om een niet-duidelijke reden meer pylon geeks per hoofd van de bevolking wonen dan in het westen. Hoe het ook zij, Friesland is weinig aangetast door verkabelingen en er staan alleraardigste donaumastjes voor 110 kV. Hier zien we mast 43 van Herbaijum – Marnezijl. Op de netkaart een vrij anonieme en vrijwel rechtdoor lopende 110 kV-lijn waar sinds de bouw in 1970 schijnbaar niets meer aan veranderd is. Dat is vrij zeldzaam en het gaat nog zeldzamer worden, want er is wel verandering op til nu in Bolsward een nieuw trafostation wordt gebouwd op een andere plek dan het bestaande exemplaar. In het naslagwerk Masten van het PEB, samengesteld door toevallig dezelfde auteur als van deze foto, kunnen we zien dat dit donaumastje in een aantal andere verbindingen ook is toegepast. Het ontwerp is typisch een kind van zijn tijd: weinig frivool, een rationeel slingerverband en de typische, een halve lengte verspringende verbanden tussen de torenwanden. De mast wordt daar sterker van, maar ook rommeliger in de aanblik.

Juli 2024

Mast van de Maand juli 2024

Mast 40N, 110 kV Harculo – Raalte – Sinds er 2020 op de kalender staat (en corona-effecten een heel andere betekenis kregen) hebben we te maken gekregen met een aantal paradigmaverschuivingen in hoogspanningsland. 50 kV bij Liander bleek opeens nog niet doodverklaard, het einde van het wintrack-era kwam in de vorm van de moldaumast en ook vernieuwbouw van bestaande verbindingen geschiedt niet per definitie meer met grondkabels. Een eerste voorbeeld van zo’n operatie gaat plaatsvinden tussen Harculo en Raalte. De bestaande 110 kV-lijn loopt in Raalte bovengronds door de buitenwijk heen en daar is intussen een verkabeling voor aangelegd. De eindmast net westelijk van Raalte heeft een tonvorm en lijkt in niets op de ranke IJC-donaumast die in de rest van de verbinding voorkomt, getuige deze foto door forumlid Minionguypro. Toch is er een goede reden om deze schijnbaar rare nieuwe mast te kiezen. Ook de rest van deze verbinding zal in de komende jaren worden voorzien van nieuwe masten en nieuwe draden, zodat de transportcapaciteit flink toeneemt. Het gekozen mastmodel lijkt sprekend op een kleine variant van de moldau, het toekomstig 380 kV-werkpaard waarmee Tennet de volgende golf lijnenbouw zal uitvoeren. Dat de mast afwijkt is dus slechts tijdelijk. Wel zijn de nieuwe masten echt kinderen van hun tijd, want de railings en de nogal forse nonnenkap (lees: de perfecte bliksembescherming) vormen voor zolang het nog duurt een groot contrast met de kleine ranke IJC-donaumasten.

Juni 2024

Bl 1103, 10 kV Hüthum – Elten – In het Nederlandse elektriciteitsnet (overzeese eilanden uitgezonderd) treffen we bovengronds hoogspanning, tussenspanning en laagspanning aan, maar geen enkele netbeheerder heeft nog bovengrondse middenspanning in gebruik. Toch is er in Nederland nog bovengrondse 10 kV te vinden, maar je moet heel goed zoeken. Elten, een Duits dorpje op een heuvel op de grens met de Achterhoek, is na de oorlog een jaar of twintig in Nederlandse handen geweest en daarna teruggegeven aan Duitsland in wat later de Eltener Bütternacht is gaan heten. Het gevolg is dat het dorp nu in een onhandige perimeter ligt waarbij de heuvel de open zijde van deze lus ook nog eens afsluit. Het zuidwestelijk deel van Elten betrekt zijn stroom via een 10 kV middenspanningslijn die om praktische redenen een kort stukje door Nederland loopt. Drie houten palen staan op Nederlands grondgebied in een weiland. Het interessante is dat eenzelfde grenscorrectie en teruggave van geannexeerd gebied in Limburg voor precies de omgekeerde situatie heeft gezorgd. Daar kwam de 150 kV-lijn Buggenum – Maalbroek – Beersdal (destijds nog in aanleg of juist gereed) plotseling voor een aantal kilometers op Duits grondgebied te staan. Wanneer je niet meer op voet van oorlog staat zijn dit soort praktische zaken niet echt een probleem, al zijn het wel leuke artefacten die een roerige geschiedenis verraden. 

Mei 2024

Mast 04, 110 kV Harculo – Hessenweg – Als een hoogspanningslijn niet langer nodig is in het netwerk omdat hij bijvoorbeeld achterhaald is geraakt door een zwaardere opvolger op een ander tracé, dan kunnen er verschillende dingen gebeuren. Sloop uiteraard, maar ook herbestemming in een ander netvlak komt nu en dan voor. Sommige verbindingen met bedrijfsspanningen van 110 en 150 kV bevatten tracédelen die ooit aan afgebroken 220 kV-lijnen hebben behoord, die op hun beurt verdwenen door de komst van 380 kV. Onder andere bij Zwolle zien we een reconstructie waarin dit is gedaan. Vanaf de voormalige schakeltuin van Harculo vertrokken ooit twee 220 kV-lijnen met dennenboommasten richting Twente en richting Hoogeveen. De 380 kV ringsluiting en de aansluiting daarop in Twente (op Hengelo Oele) maakte de koppelverbinding op 220 kV achterhaald. Een kort stukje ervan vond een nieuwe rol in het onderliggende 110 kV-net. Deze 220 kV dennenboommast, een van de laatsten van zijn soort, kan het daardoor op zijn oude dag wat rustiger aan doen. Overigens is ook de foto aan de oude kant, want de IJsselcentrale is al jaren geleden gesloopt zodat achter de mast vandaag de dag een grasveld ligt, wachtend op nieuwe investeringen.

April 2024

Mast van de Maand april 2024

Mast 32, 110 kV Rauwerd – Heerenveen – Al voor de Tweede Wereldoorlog bouwde het PEB een 110 kV verbinding tussen Lemmer, Heerenveen en Rauwerd. In die tijd was er nog geen landelijk koppelnet en waren zulke verbindingen bedoeld om provinciale netten intern te koppelen. Tot 1952 was dit aan de zijde van Lemmer een steeklijn, tot vanuit de zijde van de droogevallen Noordoostpolder vanuit de IJsselmij een 110 kV-lijn vanuit het zuiden werd aangelegd. Zo beschikte zowel de IJsselmij als het PEB over een noodkoppeling. In de decennia die volgden werden een paar veranderingen doorgevoerd. In 1974 kwam station Oudehaske gereed en werd de verbinding geknipt, zodat deze kon worden aangesloten op de nieuwe 220/110 kV schakeltuin. In de jaren 90 werd het station Heerenveen vervangen door een GIS-installatie. De verbinding heeft daardoor in de omgeving van Heerenveen een aantal afwijkende masten en rare bochten. De gebruikte hamerkoppen wijken af van de wat bekendere varianten van de IJsselmij en het EGD. Ze zijn wat plomper van constructie en ze hebben een rechthoekige traversedoorsnede in plaats van een driehoekige vorm.

Deze maand geschreven door Bram Gaastra.

Maart 2024

Roemeense schoormast

400 kV Constanta – Tariverde (RO) – We gaan deze maand weer eens naar het oosten van Europa, waar de ruimte aanzienlijk is en de hoogspanningslijnen een fijne mix van Sovjetinvloeden, ietwat achterstallig onderhoud maar soms ook een trotse persoonlijkheid hebben. Hoogspanningslijnen hoeven in die streken niet te doen of ze te gast zijn in een landschap. Forumlid PJK, goed bekend met Roemenië, legde een mast vast van de verbinding Constanta – Tariverde. De enkelcircuit 400 kV-lijn had en heeft een koppelfunctie, maar er hangt tegenwoordig ook een groot windpark in. De driebundels doen rond 2 tot 2,5 kA en dus 1300 tot 1600 MVA transportvermogen vermoeden. Schoormasten, om precies te zijn een H-frame met uitwendige tuien, zijn een zeer populaire keuze in landen met lange afstanden zodat de transportspanningen hoog moeten zijn en de kosten per strekkende kilometer lijn juist laag. Daarbij zien we in de wat oudere mastenpopulaties vaak dit soort H-frames. Maar de evolutie van schoormasten ging voort en gaandeweg verscheen een gewaagdere doorontwikkeling, een zogeheten guyed V. Dan zijn de tuien juist naar buiten gezet en de beide benen naar binnen. Guyed V’s zien we vooral in echt verlaten bosgebieden. In landbouwgebieden is een uitwendig vertuid H-frame zoals deze alsnog handiger omdat de tuidraden in de grond verankerd zitten binnen het lengteprofiel van de verbinding. Dat maakt de kans op ongelukken met combines kleiner. 

Februari 2024

Mast van de Maand februari 2024

Mast 17, 150 kV Dodewaard – Ede – Hoogspanningsmasten bekijkt men het beste schuin van voren. Het mastbeeld is dan goed te zien, er zit perspectief in de weglopende lijn naar de horizon en de 3D-vorm is goed te zien. Van precies opzij is een mast meestal geen interessant ding. Behalve als je er een snufje zonsondergang aan toevoegt voor maximaal drama en als je een wisselmast met twee caravelles kiest, omdat die ook vanaf de zijkant een intrigerende aanblik biedt. Precies dat deed Ruben Schots tijdens een heldere winteravond. We zien hier het zijprofiel van een PGEM-tonmast met de kenmerkende, van positie verspringende fasen en een caravelle aan beide zijden van de toren om de derde fase van helemaal onderaan terug omhoog te leiden. Fasewisselen is altijd al een moeilijk verhaal op verticale mastmodellen en het moet gezegd worden dat de PGEM het nog redelijk strak heeft aangepakt vergeleken met eh.. nouja, de PNEM met modelletje knoop op een toren. Een ander gevolg van de tonvorm is dat het zowat niet te doen is om onvolledig te fasewisselen (slechts twee draden per keer). 

Januari 2024

Mast van de Maand januari 2024

Mast 04, 380 kV Zwolle – Hengelo – We hebben sinds begin oktober twee herfsten beleefd qua neerslag, sommige weerstations hebben ruim vijfhonderd millimeter neerslag opgevangen. In alle verhalen over water vasthouden en voorbereiden op droogte zit beslist een verstandige waarheid, maar deze maanden zijn we vooral gewoon blij met gemalen, drainage en een waterschap dat weet wat het doet, zoals een fatsoenlijke dijk aanleggen. Buitendijks heeft het water meer ruimte dan vroeger en dat merken we bijvoorbeeld bij Arnhem/Elst, Zutphen, Veessen en in zekere zin ook bij de Vecht. Hier net noord van Zwolle legde Tom Börger vanaf veilige hoogte vast hoe de twee hoogspanningslijnen natte voeten hebben gekregen door het vol lopen van de uiterwaarden. Omdat de Vecht getemd is en er geen ijsgang voorkomt kunnen deze masten buitendijks staan zonder ijswiggen of andere beschermende maatregelen. Natte voeten zijn slechts vervelend voor wie bij wijze van spreke de mast in moet klimmen. Gelukkig is het op dit moment de andere verbinding (die naar Ens) waar lijnwerkers in bezig zijn zodat de zorgwekkende aanblik van hoogspanningsmasten met natte voeten in de praktijk nauwelijks een probleem is. Al blijft het een bijzonder gezicht.

December 2023

110 kV Hoheneck – KW Pleidelsheim (DE) – Het is december, traditiegetrouw hebben we weer een dennenboommast in deze rubriek. Omdat we in Nederland en België na nogal wat jaren aardig door de dennenboommasten heen zijn, steken we ons licht opnieuw op over de landsgrens. We zijn vandaag in de omgeving van Hoheneck, een eindje noord van Stuttgart. Een indrukwekkende omgeving met heel wat hoogspanningsgeweld waar forumlid Elextro (fanatiek bijdrager aan de netkaart) over spreekt als een mastenwald. Wie daar in de buurt een dagje over heeft of op vakantie is, zo te zien kan je je er met vier spanningen en ruim honderd jaar bovengrondse lijnenbouw uitstekend vermaken. Van de vele lijnen die er staan hebben we deze uitgekozen, een korte aftak naar een waterkrachtcentrale die ingewikkeld in het net is gehangen. In principe is dit een combinatiemast met tweemaal 110 kV in donauvorm en nog eens tweemaal in vlakke vorm. De mast als geheel wekt echter eerder de indruk van een vrij brede dennenboommast en deze keer smokkelen we even met de definities. De constructiewijze met een ranke smalle toren, spitse puntvormen, een slingerverband en het typische vakwerk in de traversen zijn erg gebruikelijk in Duitsland. Het is het enige land dat niet slechts via bepaalde mastenfamilies, maar eigenlijk in het volledige net een gemeenschappelijke identiteit heeft. Zogezegd, Duitse hoogspanningslijnen herken je van ver, maar toch is er achter elke heuvel wat nieuws te ontdekken. 

November 2023

Mast van de Maand november 2022

380 kV aftak Waldeck II (DE) – Als er in Europa één land is waar combinatieverbindingen de normaalste zaak van de wereld zijn, dan is het wel Duitsland. Hier zijn we in centraal Duitsland, waar forumlid Maurice een korte steeklijn van een paar kilometer naar het pompmeer van Waldeck op de foto zette. Een stuk of wat110 kV-circuits en twee 380 kV-circuits lopen naar de gecombineerde pompen en generators, waarmee een overschot aan elektriciteit kan worden omgezet in potentiële energie van omhoog gepompt water. Laat men op een moment met veel vraag naar elektriciteit dat water weer lopen, dan komt een groot deel van de opgeslagen energie weer terug in de vorm van elektriciteit. De aansluitverbinding zelf voert overigens slechts op één van de twee 380 kV-circuits ook echt deze spanning, de andere wordt voorlalsnog niet gebruikt en hangt nog spanningsloos in de masten. Nu is een pompmeer of zelfs een verbinding die zich door de heuvels slingert voor pylongeeks op powersafari op zich al prima om een kop koffie bij te drinken in de najaarszon, maar vlakbij deze mast (op de foto net buiten de uitsnede) bevindt zich nog een andere bezienswaardigheid, Das Tolles Haus. Eh, tja.. vrij lastig stofzuigen denken we, maar dit soort malligheid kan je ook met een hoogspanningsmast uithalen, dus hier stoppen we maar gauw.

Oktober 2023

Mast van de Maand oktober 2023

225 kV Bollene – Terradou (FR) – Niemand heeft zin in grauw gedoe, grijs en regen dit jaar. Het probleem dat de meeste hoogspanningsmasten grijs zijn is in het najaar daardoor extra vervelend. Daar kunnen we wat aan doen, want masten met een obstakelschildering hebben het voorrecht om fel roodwit uit de hoek tekomen. Zoeken we daar een blauwe lucht en een groen landschap bij, dan is de herfstblues zo weg. We zijn in Frankrijk, waar Tom Börger in de omgeving van het Rhônedal net noord van Avignon deze steunmast van de 225 kV-lijn tussen Bollene en Terradou op de foto zette. De markeringsbollen en schildering geven aan dat de verbinding mág opvallen. Voor de kenners, een klassieke chat waar in de loop der jaren niet zoveel aan is veranderd. Zo is het handelsmerk van de oudere lijnen van dit type het volledig ontbreken van bliksemdraden. En dat in een land met nogal wat onweer. Vandaag de dag worden lijnen met dit type mast niet meer zonder bliksemdraden gebouwd en oudere lijnen worden bij grote revisies geretrofit met twee zulke draden. Bestaande lijnen worden er niet actief van voorzien. Het geeft meer uitval van de verbinding (er zijn onderzoeken over beschikbaar bij o.a. CIGRE, met getallen over hoevaak een trip aan bliksem te wijten is, met of zonder bliksemdraden) en de overspanningsbeveiliging op stations heeft het er beduidend drukker mee, maar het lijkt er niet op dat netbeheerder RTE er nerveus genoeg van wordt om een actieve campagne te lanceren. Voorlopig blijven de bliksemdraadvrije chats dus een gangbaar gezicht in Frankrijk.

September 2023

Mast van de Maand september 2023

110 kV Motru – Closani (RO) – We blijven nog even door Europa zwerven en deze maand komen we in Roemenië terecht, waar zich in het zuidoosten van het land een klein en vrij anoniem stuwmeer bevindt met naam Lacul Valea Mare. Hetgeen doet vermoeden dat het vertaalt als ‘het meer in de vallei van het meer’, maar wij zijn pylon geeks en geen taalkundigen. Dus direct terug naar wat we op deze foto van forumlid PJK zien. Tonmasten met een pinakeltop zijn waarschijnlijk het meest voorkomende vakwerkmastmodel in de wereld. In Roemenië zijn deze 110 kV-lijnen nog niet ingetekend op de netkaart, toch kunnen we met enige kennis wel dingen in het ontwerp van deze verbinding herkennen die ons dingen over zijn oorsprong vertellen. De hoge ranke kruisblokken tot aan de onderste traversen, dan een min of meer driehoekige opening en daarboven prompt een slingerverband zijn klassiek voor meestal tonmasten uit de Sovjettijd, waar dit tot op de dag van vandaag gangbaar is om te doen. Ook opvallend is het ontbreken van slingerverband in de trekschoren van de traversen. Het Roemeense binnenland heeft een woest klimaat waar het flink kan sneeuwen en ijzelen. Toch staat de mast al minstens vijftig jaar op zijn plek, getuige de mastborden. Of hij het nog vijftig jaar redden zal is de vraag, want de foto’s van dichtbij tonen vrij veel roest. In het land van Dracula wacht de plaatselijke netbeheerder nog een monsterklus om het netwerk bij de tijd te brengen.

Augustus 2023

Mast van de Maand augustus 2023

Mast 03, 400 kV Disytré-Avoine – Zomervakantie, tijd om weer eens op powersafari te gaan in West Europa. Wie van hoogspanning houdt verveelt zich immers nooit op vakantie. We zijn in Frankrijk in het binnenland van Bretagne, waar Tom Börger een klassieker op de foto zette die we in het hele land zien. Deze masten, in verschillende versies verkrijgbaar voor zowel 225 kV als 400 kV, worden met van alles vergeleken en toegegeven, een flesopener vertoont een aardige gelijkenis. Meestal wordt het een chat (kat) genoemd. Strikt genomen is dat goed noch fout. In oude Franse documentatie blijkt de mast ook wel anjou te worden genoemd, maar omdat het ontwerp behoort tot de deltamasten die als gehele ontwerpfamilie ook wel kat genoemd worden komen we via een rondje achterom alsnog bij chat uit. Hoe het ook zij, de mast heeft een vreemd en weinig efficiënt uiterlijk en pas recent kwamen we erachter waarom dat zo is, toen oude vermoedens vanuit Franse documentatie bevestigd werden. Als de kleine ondertraversen weg werden gelaten kon precies dezelfde mast ook één circuit dragen met veel langere isolators, geschikt voor 730 kV. Op die manier kon RTE een net uitbouwen waarin het niet nodig was om al bij de bouw te kiezen voor 400 of 730 kV. Dat die extra hoge spanning er uiteindelijk nooit kwam leverde omgekeerd dus ook geen kapitaalvernietiging op, maar wel een half land vol met heel apart ogende masten waarvan het echte verhaal zelfs bij ons lange tijd onbekend was.

Juli 2023

Mast van de Maand juli 2023

Mast 19, aftak St.Armand – Tergnée – Wie op powersafari gaat in België denkt meestal het eerst aan Luik, maar ook Charleroi kan er wat van. Een mix van oude verlaten industrie en ook springlevende bedrijvigheid in een licht glooiend landschap, met het typische, weinig rationele hysteris.. ehh, historisch gegroeide hoogspanningsnet zoals dat in Belgische industriegebieden vaker voorkomt. Charleroi is een 150 kV-bolwerk waarin 70 kV, anders dan in Luik, slechts een bijrolletje heeft. Er hangt nogal wat industrie en belasting op het 150 kV-net zodat er in het verleden is besloten een aftak te maken vanuit de 380 kV-lijn Gramme – Courcelles om ruggensteun te bieden. Deze enkelcircuit-aftak loopt binnen op Tergnée en het primaire doel is het koppelen van een forse 380/150 kV trafo. Aan de andere kant van het aansluitveld pal onder de eindmast op de foto zien we een klantaansluituing van metaalsmelter Carinox. 380 kV is een slag robuuster dan 150 kV en staat het toe wat wilder om te gaan met bijvoorbeeld asymmetrische fasebelasting of inschakelpieken. Met grote persen, walsen en ovens is dat prettig. Wel maakt Carinox er op hun beurt direct 150 kV van hun 380 kV-aansluiting met een eigen trafo, omdat het hele eigenbedrijf historisch eerst op 150 kV was uitgelegd. Wie in dit soort industriegebieden goed om zich heen kijkt ontdekt talloze van zulke verhalen die safari tussen de industrie een stuk boeiender maken dan de winkelboulevard.

Juni 2023

Mast van de Maand juni 2023

Mast 209, 110 kV Heekstraat – Losser – Door een klein communicatiefoutje en net wat te fraai weer (ook pylon geeks gaan dan liever op veldwerk dan dat ze achter de computer duiken) was de Mast van de Maand ernstig aan de late kant. Doordat er nog maar een halve maand resteert hebben we gekozen voor een heel klein mastje dat ook nog eens letterlijk half werk is: het tweede circuit is er niet aan gezet. We zien hier een exemplaar van wat officieel bekendstaat als de IJsselmij-cactus. Een buismastje bedoeld voor twee circuits van 110 kV dat vorm gaf aan de laatste golf bovengrondse lijnenbouw. Dit exemplaar, weliswaar ontworpen op twee circuits, draagt er maar eentje en daardoor is het maximaal cactusgevoel tussen Enschedé en Losser. Het tweede circuit is er nooit aan gezet omdat Losser vanaf de andere zijde via een grondkabel wordt gekoppeld met Oldenzaal. Daardoor is er een ringvorm zodat dubbelcircuit niet meer nodig is. Verderop richting Losser zijn ook varianten te zien die überhaupt geen tweede circuit kunnen dragen. Het cactusmodel van de IJsselcentrale was geen lang leven beschoren als opvolger van de broekstukloze donaumasten. De opkomst van grondkabels in de jaren 90 en het feit dat er in de late jaren 80 toevallig enige tijd geen expansies van het net nodig waren zorgden ervoor dat na 1986 geen nieuwe lijn meer werd gebouwd met dit buismastje.

Mei 2023

Mast van de Maand mei 2023

Mast 27, 150 kV Beek – Schoonbron – Deze klassieke dennenboommasten in Limburg zien er op het eerste gezicht oud en nogal RWE-Duits uit. Dat klopt volledig, want we hebben hier te maken met een verbinding die oorspronkelijk 220 kV voerde en die in 1944 door de bezetter werd geplaatst. Het is een voor 150 kV hergebruikt lijndeel van een oorspronkelijke drieweg tussen Jupille, Zukunft en Lutterade. Het idee van de bezetter was het kunnen importeren van kolenvermogen dat door centrales in België en Nederland werd opgewekt om zo de oorlogsindustrie te voederen. Een soortgelijke verbinding heeft kort bestaan tussen Nijmegen en Goch. Na de oorlog verdween die laatstgenoemde weer gauw, maar de drieweg Jupille – Lutterade – Zukunft niet. Die bleef in gebruik, maar nu voor toepassingen in vredestijd. Pas in de jaren 70 verviel het nut van de 220 kV-koppeling toen er een zwaarder alternatief op 380 kV kwam via Roermond. Delen van de 220 kV-drieweg werden gesloopt, anderen werden herbestemd in het plaatselijke transportnet. Zo bleef in België een lijndeel op 220 kV in dienst, nu tussen Jupille en Lixhe, tot op de dag van vandaag. In Duitsland werd een gedeelte omgebouwd naar 110 kV en ook dat lijndeel staat nog fier overeind. Ook de derde poot van de verbinding, in Nederland, bleef in dienst tussen Lutterade en het nieuw gestichte Schoonbron, voor een spanning van 150 kV. Zo is er in en rondom Belgisch en Nederlands Limburg en in het Rührgebied overal historie te vinden dat bijzondere verhalen kan vertellen aan iedereen die het weet te ontrafelen.

April 2023

Mast van de Maand

Mast 15, 150 kV Breukelen – Lageweide – Utrecht heeft een geschiedenis als stad met een relatief zwakke plek in het hoogspanningsnet. Rond de eeuwwisseling heeft dat wel eens uitgedraaid op een flinke storing omdat de stad bij onderhoud of uitval van de verbinding naar Dodewaard kritiek afhankelijk was van eigen productie op het centralecomplex Lageweide, omdat vanuit Amersfoort en Diemen niet voldoende vermogen kon worden aangevoerd om de hele stad te dragen. Zoiets is onwenselijk, zowel vanuit strategische overwegingen alsook vanuit het marktmodel van vrije energiehandel. In de jaren net na 2010 besloot Tennet in te grijpen. Op Breukelen werd een inlussing in het vlak langszij passerende 380 kV-circuit Krimpen – Diemen gemaakt, daar werd een 500 MVA trafo aangesloten en aan de secundaire zijde werd de dunne bestaande 150 kV-dubbelcircuitlijn tussen Breukelen en Lagewijde vervangen door een vrij forse viercircuitlijn. Het resultaat is dat nu een vermogen ruwweg vergelijkbaar aan wat de Centrale Lageweide kon leveren ook uit het net kon worden betrokken via de koppeltrafo op Breukelen 380/150 kV. En natuurlijk kregen we ook een indrukwekkend uitzicht vanaf de A2, waar deze viercircuitlijn parallel aan loopt. Forumlid Jarno S legde mast 15 vast waarin we typisch een kind van deze tijd herkennen: de nonnenkap lijkt die van 380 kV, de traverse heeft iets weg van een Maaswaaltje en het vakwerk, met de opvallend grote knoopplaten, is ook typisch iets dat in die jaren populair was en inmiddels weer wat lichter lijkt te zijn geworden. 

Maart 2023

Mast van de Maand maart 2023 door Ruben Schots

Mast 45, 150 kV Tiel – Zaltbommel – Hoogspanning en helikopters, het blijft een aparte relatie. Zonder helikopters geen hoogspanning in de bergen, maar diezelfde helikopters delen de lucht met grote waterkruisingen zoals dit exemplaar tussen Tiel en Zaltbommel. In december 2007 vloog een Apache van Defensie in de draden. Omdat Zaltbommel destijds alleen via deze steeklijn in het net hing was er geen alternatieve route, waardoor het stadje drie dagen zonder elektriciteit zat. Inmiddels, vele jaren later, is er een derde circuit via een grondkabel bij gekomen en aan de herstelde masten zien we weinig verschil met hoe ze er voor het incident uitzagen. Wat wel opvalt is dat de waterkruising, hier tegen het avondrood vereeuwigd door Ruben Schots, is uitgevoerd met een extra breed adept van dezogeheten Maaswaalmast terwijl de rest van de lijn is gebouwd met twee verschillende ontwerpen tonmasten. Het wordt nog gekker als je bedenkt dat bij de bouw van deze kruising eerst al één volledige, honderd meter hoge tonmast was opgeleverd die daarna nooit in gebruik is gekomen. Ter elfder ure werd gekozen om de kruising met een vlakke configuratie uit te voeren omdat dat iets minder zou opvallen en minder draadslachtoffers (vogels) zou opleveren. Tja. Of deze vrij extraverte, brede mastkoppen inderdaad ingetogener ogen dan een tonmast… de vraag stellen is hem eigenlijk al bijna beantwoorden. 

Februari 2023

Mast van de Maand februari 2023 door Mark van der Meer (MvdM)

130 kV, omgeving Västerås – sinds we deze rubriek ook bescheiden open hebben gesteld voor een gebied zo groot als noordwest Europa is het mogelijk geworden om nu en dan wat bijzondere ontwerpen voor hoogspanningsmasten de revue te laten passeren. Mark van der Meer (ofwel MvdM, hoe mooi wil je het hebben voor Mast van de Maand) heeft er al heel wat kilometers Zweeds treinspoor op zitten en in de streek tussen Stockholm en Västerås werd deze verbinding gepasseerd, waarvan de exacte plek en mastpositie onbekend zijn gebleven. Een 130 kV enkelcircuitverbinding is niets ongewoons. Wat wel opvalt is de zwaarte van de verbinding (driebundels 130 kV suggereert zeker driehonderd MVA transportvermogen), maar het meest in het oog springt het aparte mastontwerp. Met een minimum aan materiaal wordt een mastconstructie opgetrokken die slechts één fundatiepunt nodig heeft en met vier schoorlijnen overeind blijft staan. In Nederland zijn zulke constructies verboden voor permanent gebruik vanwege de kwetsbaarheid, maar Svenska Kraftnätt denkt daar anders over en het land biedt ook de ruimte voor een groter bodembeslag. Zulke masten bestaan uit prefab onderdelen, ze zijn met licht materiaal in elkaar te zetten en vanwege het enkelvoudige, centrale steunpunt is er zelfs een kans dat de mast nog niet meteen catastrofaalbezwijkt als er een tuikabel springt. Zelfs de bliksembeveiliging voldoet aan moderne normen. 

Januari 2023

Mast van de Maand januari 2023

Mast 18, Zwolle Frankhuis – Kampen  – Nee, niet het opstijgpunt op de voorgrond maar de eerste steunmast erna is de fakkeldrager van de eerste editie van deze rubriek in 2023. We zien hier een 110 kV-verbinding met het IJC cactusmastje (zo heet dit type echt) die tussen Zwolle Frankhuis en Kampen een ring sluit in het net. Een ring kan je sluiten met één circuit, zoals we ook zien op de foto gemaakt door Tom Börger. De mastjes hebben de aanzetstukken voor de andere drie dragende isolators, maar die worden niet benut. Toch bestaat de verbinding sinds een later aangelegde verzwaring wel degelijk uit twee circuits. Ondanks dat de masten probleemloos dat tweede circuit kunnen dragen is er gekozen om die als grondkabel uit te voeren en het langs de mastvoeten te laten meelopen. Rationeel is dat bizar, maar het kwam voort uit een compromis. Buiten beeld een eindje verderop wordt Polder Mastenbroek (what’s in a name) doorkruist door twee zware koppelnetlijnen van 220 en 380 kV. Om de landschapsdoorsnijdingen niet nog dominanter te maken is gekozen om het tweede circuit niet zichtbaar te maken. Overigens zal de verbinding over enkele jaren sowieso minder zichtbaar worden. Het lijndeel op de voorgrond en de moeizame doorkruising van het gehucht ‘s Heerenbroek staan op de lijst voor verkabeling.

December 2022

Mast van de Maand december 2022

Mast 03, Nijmegen – Dodewaard  – Het is weer december en dat betekent conform traditie een dennenboommast in deze rubriek. Een karakteristiek ontwerp binnen dat thema is de PGEM 150 kV-dennenboom die we in een handjevol verbindingen in Gelderland aantreffen en die al vaker in deze rubriek voorbij zijn gekomen. Uiteraard niet dit exemplaar, want met ruim 12.000 mastposities in Nederland en miljoenen erbuiten hoeven we nooit aan dubbelingen te doen. We zien hier positie 03 in de lijn Nijmegen – Dodewaard, op de foto gezet door Ruben Schots op een dag waarop de hogere portalen waarmee de Waal wordt overkruist nog net onder het lage wolkendek vandaan kunnen kijken. De PGEM 150 kV-den is een opgeschaalde versie van de 50 kV-versie die nu nog bij Bemmel te zien is en het is ook een ontwerp waarin de echo van de naoorlogse wederopbouw klinkt. De dunne staven besparen duur en schaars materiaal, maar de toren moet dan wel breder en plomper zijn om voldoende sterkte te houden. Verder zorgt de kegelvormige constructie met rechtdoor lopende randstaven voor eenvoudiger rekenwerk en is de constructie met kleine korte traversen relatief goed in elkaar was te zetten met een kolomkraan in het midden. Daardoor konden de onderdelen slechts licht materieel (en soms zelfs met de hand!) worden opgehesen. In een tijd waarin hydrauliek en telescoopkranen nog niet bestonden was dat een belangrijke pré.

November 2022

Mast 98N, 380 kV Horta – Avelgem  – Wat moet je met een tijdelijke mast als die op het moment van de foto nog niet in functie was en op het moment van deze rubriek al niet meer bestaat? Mag dat wel volgens de regels? Als we ‘m zelf kiezen lekker wel, en als extra indekking kunnen we ook de 150 kV-mastpositie (Ruien – Gent positie 34) nog als katvanger inzetten. Waar geen weg is is wel een omleiding, en dat is precies wat we op deze foto uit 2019 gemaakt door Tom Börger zien tussen Waregem en Kruishoutem. 380 kV steunmast positie 98, er lijkt op het oog weinig mee aan de hand. Toch moet de mast worden vervangen door een afspanmast. Of dat vanwege vrije ruimtebehoefte voor de snelweg is of vanwege nieuwe inzichten in waar cascadestops in lange rechtstanden nodig zijn, dat is onbekend gebleven. Feit is wel dat de verbinding tijdens het vervangen van de mastpositie in functie moest blijven, zodat één draadstel voor een tijdje opzij werd omgeleid over een noodmast. Niet zomaar eentje, dit is een vrij solide exemplaar die voor slechts een paar weken dienst een eigen fundament, engineering, hijsklus en ook weer sloop vereist. Bij de noorderburen zal je zoiets niet gauw zien, want Nederlanders zullen wit wegtrekken van de meerprijs ten opzichte van een simpele geschoorde vakwerkkoker voor dezelfde klus… 

Oktober 2022

Mast van de Maand oktober 2022

Mast 42, 150 kV Mol – Overpelt – Zoals in wel meer vakgebieden het geval is houden pylon geeks ook van klassiekers. In België denken we dan meteen aan een dubbelvlagmast, al dan niet met een lichte tonvorm. In alle netvlakken tref je deze ontwerpen aan en ‘s lands bekendste types in 70, 150 en 380 kV zijn allemaal van dit ontwerp. We zien bij dit ontwerp een enkelvoudige bliksemdraad op een pinakeltop. In Duitsland is dat de norm, maar in België wisselt het. Verder is de toren gebouwd met een dubbel slingerverband in plaats van kruisblokken. Ook dit ziet er redelijk Duits uit, maar de mast loopt breder uit en het broekstuk is vrij primitief uitgevoerd. Wel is het een simpel en lichtvoetig mastje dat door zijn ijle rankheid snel een plek vindt in het landschap. Het is dan ook een ontwerp dat precies in deze vorm op veel plekken in België is toegepast. Bavo Lens fotografeerde dit exemplaar op een koude januaridag net ten oosten van Mol, in een enigszins industrieel gebied met ook glooiingen en bos. In beide landschappen weet dit mastontwerp zich in te passen. Voor de oplettende kijker, het bovendeel van de mast is zeer licht taps. Het valt bijna niet op, maar het maakt de mast een stuk logischer voor menselijke perceptie en hij oogt minder massief. Een kleine aanpassing met groot effect.

September 2022

Mast van de Maand september 2022

Mast 46, 110 kV Herbayum – Marnezijl – Deze rubriek komt betrekkelijk weinig in Friesland. Niet omdat het net daar oninteressant zou zijn (in tegendeel) maar simpelweg door grebrek aan een correspondent. Friesland zelf is in Nederland op dit moment nog het laatste bolwerk waar een vijftig jaar oude netstrategie nog in optima forma te bewonderen valt: een grotendeels bovengronds net dat bestaat uit 110 kV in bij voorkeur ringvormen, gekoppeld door een bovenliggend 220 kV-net waarmee interconnectie met de rest van het land wordt gemaakt. Uiteraard zijn daar wat steeklijnen en netopeningen bij aanwezig, maar geen enkel net is perfect. Het Friese PEB heeft verschillende mastontwerpen uitgeprobeerd in haar lange geschiedenis, en daarbij zijn in de spanning van 110 kV parallellen te vinden met de omliggende netbeheerders. Vooral de overlap met de IJsselmij is interessant. Beide netbeheerders bouwden in de jaren 30 tot 50 vooral hamerkoppen, daarna volgden diverse soorten donaumasten die steeds sterker gerationaliseerd raakten, toen kwam een episode van ranke buismasten en uiteindelijk raakten grondkabels de norm voor 110 kV. De laatste vakwerkmasten, dus de gerationaliseerde donaumasten, lijken sterk op een iets grotere 150 kV-versie in Noord Holland, die op zijn beurt een afgeslankte versie lijkt van 220- en 380 kV-ontwerpen. 

Augustus 2022

Mast van de Maand augustus 2022

110 kV Craiova – aftak Albesti (Roemenië) – Het is vakantietijd en we kunnen voor het eerst in jaren weer eens met enig fatsoen in Europa op powersafari zonder al teveel corona-effecten. Dat gebeurt dan ook met verve, of het ontbreken van die verven, want wat we hier zien is aardig roestig. Forumlid PJK, op vakantie in Roemenië, spotte dichtbij zijn vakantieadres deze 110 kV-lijn met buitengewoon lage deltamasten die wel iets gemeen hebben met Franse chats. ‘Okee, even BUKKEN allemaal’, schreef hij. Terecht dat hier gebukt wordt, want nog net zichtbaar bovenin de foto is een overkruisende verbinding met een netspanning van 220 kV te zien. Het zijn de enige twee deltamasten in de lijn die verder met hogere tonmasten is gebouwd. En toegegeven, het heeft met deze twee temperamentjes beduidend meer sjeu dan H-profiel portalen die in Nederland worden gebruikt bij overkruisingen. In de omgeving van Craiova staat behoorlijk wat hoogspanning in de buurt van een flinke thermische centrale. De netstrategie in het gebied is niet uitgegaan van rationalisering, maar van bijbouwen en aftakken wanneer nodig. Er lijkt zelden iets te worden gesloopt. Oost Europa is wat dat betreft een feest voor iedereen met een voorkeur voor ongecensureerde hoogspanning in allerlei landschappen.

Juli 2022

Mast van de Maand juli 2022

Mast 10, Beersdal – Treebeek – Deze maand gaan we naar Zuid-Limburg. Een gedeelte van de provincie met een rijke geschiedenis in het hoogspanningsnet. In de jaren ’50 bouwde de Staatsmijnen een eigen hoogspanningsnet. Dit was nodig om de oude mijnstreek met de nieuwe mijnstreek te verbinden. Tevens om de elektriciteitscentrales met elkaar te verbinden, maar ook voor de chemische bedrijven van elektriciteit te voorzien. De Staatsmijnen bouwde zo een lijn vanuit Huskensweg in Heerlen naar Lutterade in Geleen. Bij Lutterade was aansluiting op het nationale, maar ook het internationale net. Op een warme juni dag ging fotograaf Ruben Schots richting Zuid-Limburg om de nog bestaande lijn Huskensweg-Treebeek op te zoeken, waarvan we hier mast 10 van Beersdal – Treebeek zien. Dit lijntje met nog een knip in Beersdal bestaat uit 22 masten en is vijf kilometer lang. De lijn bestaat uit tonmasten die zelf door de Staatsmijnen zijn ontworpen. Ze kenmerken zich wel door de grote mastkop op een relatief kleine toren, maar hebben een opvallend broekstuk. In sommige opzichten hebben deze masten wat weg van de masten van onder andere de verdwenen verbinding Hoogeveen-Veenoord. Anno 2022 bestaat de lijn nog compleet, maar er zit wel een dreiging aan te komen voor eventuele verkabeling.

Juni 2022

Mast van de Maand juni 2022

Mast 30, Zwolle – Hengelo – Steun- of draagmasten met een kleine lijnhoek zijn in Nederland betrekkelijk zeldzaam en zogeheten running angles zijn er al helemaal niet. Door die onbekendheid is het voor Nederlanders een tikje vreemd gezicht om de draden aan een draag- of steunmast een lichte hoek te zien maken. Pylon geeks met OCD zullen uit hun bol gaan terwijl de esthetisch aangelegde mensen eerder geneigd zijn om man man man te mompelen. Techneuten tenslotte plaatsen kanttekeningen bij dit gebruik omdat de mastconstructie zich voelt alsof ie continu een stevige bries van opzij ervaart. Dat betekent een hogere uitnutting van de constructie en daarmee geknabbel aan de marges. Ook netbeheerders zijn daar niet zo content mee, zodat steunmasten met een lijnhoek(je) alleen worden gebruikt als er een echt goede reden voor is. In het voorbeeld in deze editie zien we twee opeenvolgende masten met een kleine lijnhoek omdat er bij de aanleg van deze lijn in de late jaren 80 een boerderij moest worden ontweken terwijl de naderende rechtstanden vanuit beide zijden geen mogelijkheid hadden om tien meter te verspringen. Het gevolg is echter bedenkelijk en het ziet er van dichtbij uit als een collegezaal op vrijdagmorgen. Voordat we nu alle lezers een standpunt opdringen, er zijn ook esthetische pluspunten aan dit gebruik. Hoekmasten, en zeker de Nederlandse standaardtypes met kattenoren of een joekel van een nonnenkap, zijn nogal persoonlijkheden en zij wijken veel meer af van het steunmastbeeld dan bijvoorbeeld Belgische dubbelvlaghoekmasten. Door steunmasten met een lijnhoekje toe te passen is het beeld van dichtbij rommelig, maar blijft het lijnbeeld vanaf wat grotere afstand juist rustiger.

Mei 2022

Mast van de Maand mei 2022

Mast 125, Maasvlakte – Crayestein – Hoewel de kleursetting van de foto van alles kan suggereren is hij gewoon in Nederland gemaakt. In de Hoeksche Waard om precies te zijn, waar Rick Bekker (normaal stormchaser, in het offseizoen koerier) zijn wagen aan de kant van de weg zette om een collega-stormchaser die hier met een dubbele pet in de redactie zit te plagen met ‘Mastpositie.’. Deze kreet, exact zo gespeld met hoofdletter en het puntje, is onder pylon geeks een cult geworden commando om uit te zoeken om welke mast het dan gaat. Daarvoor hebben wij het MVA-Team, zodat de plek en mast nog sneller bekend waren dan een dorpsroddel bij de supermarktkassa. Mast 125 is een exemplaar in de officieus zo gekende Omlegging Maasdam. Het verhaal gaat dat een zeer fanatieke burgemeester heeft weten te voorkomen dat de hoogspanningslijn de kortste koers rechtdoor zou volgen, zodat hij een grote bocht en fikse omweg om een oude afgesneden riviermeander maakt. Of dat waar is? Tja, dat moeten we de mensen aan de kassa bij de plaatselijke supermarkt maar eens vragen. Feit is wel dat de lijnlengte en de hoeveelheid masten daardoor groter is dan strikt noodzakelijk was. De verbinding draagt twee circuits van 380 kV en was in 1975 een van de eersten in zijn soort die van meet af aan ontworpen was op 4000 A (2635 MVA). Ook is er bij dit type gedacht aan een licht tapse toren in de mastkop. Een beter uitzicht dan zijn zusterontwerp, die een cilindrisch en topzwaar blokhoofd heeft. Op de Maasvlakte, waar de beide types naast elkaar lopen, is goed te zien hoe zulke kleine details toch een groot effect op het uitzicht hebben. Mastenbouw komt esthetisch preciezer dan het lijkt.

April 2022

Mast van de Maand april 2022

Mast 115, Robbenplaat – Vierverlaten – Op deze foto uit Groningen zien we een 220 kV-lijn met tweevlaksmasten naast zijn opvolger staan. De 220 kV-lijn (geen doetje met viermaal 884 MVA waarvan er drie ook echt in gebruik zijn) moet wijken voor de nieuwe verbinding die tweemaal maar liefst 2635 MVA biedt, met een optie op nog tweemaal die capaciteit. Daar begin je weinig tegen, zodat het lot van de 220 kV-lijn ondanks capaciteitsvraagstukken bezegeld lijkt. Fotograaf Bram Gaastra vroeg zich af: wat als we de vergunningen even negeren en de lijn alsnog in gebruik zouden willen houden, gewoon omdat hij er staat? Dat is verrassend ingewikkeld. De lijn loopt parallel aan de nieuwe 380 kV-verbinding, maar de capaciteit per circuit is slechts eenderde. De lijnimpedantie, een net woord voor de complexe weerstand van de circuits, is redelijk in de buurt van de 380 kV-lijn zodat het vermogen zich zal willen verdelen over de parallelle 220 en de 380 kV-circuits. Het gevolg zou overbelasting van de 220 zijn terwijl de 380 nog niet eens warm loopt. Alle 220 kV-circuits parallelschakelen kan helpen, maar dat zou een stroomsterkte betekenen van ruim 2700 MVA op 220 kV. Dat is veel meer dan 4000 A zodat geen enkele vermogensschakelaar daartegen bestand is. Het betekent dat de circuits alsnog los van elkaar zouden moeten functioneren. Dan is dwarsregeling nodig om de lijnweerstand van de 220 kV-circuits kunstmatig te verhogen zodat de verdeling van de lopende load geforceerd verandert naar bijvoorbeeld 1:3. Kortom, die lijn in zijn huidige vorm laten staan zou paradoxaal genoeg resulteren in minder benutbare capaciteit dan wanneer de 380 in zijn eentje staat. Er zijn kunstgrepen nodig om dit te laten werken, plus een onmogelijk vergunningenwoud, en met viermaal 2635 MVA op 380 voorhanden lijkt het netstrategisch ook niet nodig. Hoewel je altijd nog kan kiezen voor een knip en dan 110 kV erop om het gebied te ontslui… nee, #speeltip 220: weet wanneer je moet stoppen.

Maart 2022

Nast van de Maand maart 2022

400 kV Landerupgård – Malling – Deens design heeft niet voor niets een flinke naam. Tot en met de hoogspanningslijnen is te zien dat men er meer oog heeft voor vormgeving dan op veel andere plekken, hoewel ook Jutland een paar miskleunen heeft staan zodat niemand zonder zonden is. Deze verbinding in het oosten van Jutland, op de foto gezet door Calvin Musch die vorig najaar in Århus moest wezen, toont dat Deens design niet altijd sober en functioneel is, maar ook gewoon mooi. We zien een mast volgens het gaffelbouwplan, geschikt voor éénmaal 400 kV en een meelifter van 150 kV. Het ragfijne vakwerk in de vier poten doet vermoeden dat de mast daar gelast moet zijn, maar het ontbreekt ons o.a. vanwege corona aan recent veldwerk om dat te controleren. Het ontwerpen en bouwen van zo’n mast is niet direct voor de hand liggend, zodat vermoed kan worden dat Elkraft, een voorganger van huidig netbeheerder Energinet, toch echt met opzet de vormgeving heeft meegenomen als belangrijk onderdeel. Wat we verder ook zien is dat de gecombineerde meelifter, een 150 kV-circuit, inmiddels uit de mast is verwijderd. Dat lijkt vreemd in deze tijden waarin overal de vraag naar transportcapaciteit toeneemt. En laten we wel wezen, dat is het ook. De Deense overheid heeft een jaar of tien de wens uitgesproken om het volledige 132- en 150 kV-net te verkabelen. Geforceerd, dus niet pas bij einde levensduur. Het gevolg is voor sommigen een landschappelijke verfraaiing, maar het komt met een hoge prijs, vooral letterlijk. Assets afschrijven voordat ze einde levensduur zijn is kapitaalvernietiging, het vraagt een verhoogde arbeidsinzet en wie zijn lijnen vervangt in plaats van slechts versterkt met nieuwe kabels heeft dus ook nog zwaardere nieuwe grondkabels nodig. En zo is overal wel weer wat waar je de wenkbrauwen over kan optrekken.

Februari 2022

Mast van de Maand februari 2022

Mast 29, Orgeo – Villeroux (Respelt) – Netstrategen slaan de plank ook wel eens mis. Zelden tot nooit opzettelijk, maar we weten allemaal dat het leven soms net even anders loopt dan waar je op had ingespeeld. En het hoogspanningsnet is geen uitzondering daarop. Een voorbeeld van zoiets treffen we aan tussen Villeroux en Orgeo (of nauwkeuriger, een weiland bij Respelt en Orgeo), op de foto gezet door Bavo Lens. Daar staat een verbinding met chats die al aardig zuidelijk, welhaast al een beetje Frans aandoet. We zijn ook niet ver bij de Franse grens vandaan, in een leeg hoekje zuidelijke Ardennen. De verbinding is ontworpen (of met een vakterm, ‘uitgelegd’) op 220 kV en het idee was om de stijgende vermogensvraag in de regio Orgeo niet langer door Neufchâteau te laten lopen. Een rechtstreekse link tussen Villeroux en Orgeo werd beraamd. Kennelijk is men aan de zijde van Orgeo begonnen met bouwen. Eenmaal ter hoogte van Respelt kruiste men de bestaande 70 kV-lijn Villeroux – Neufchâteau en kon via een harde aftak alvast wat vermogen worden rondgeleid door het gereedgekomen lijndeel alvast te laten bijklussen op 70 kV. Maar daarna – niets? Het project is om onbekende redenen tot stilstand gekomen. Sinds zijn oplevering in de jaren 80 is het er nooit van gekomen om het andere stuk tussen Respelt en Villeroux aan te leggen. Dat gaat ook niet meer gebeuren, zo lijkt het. Wel kan het zijn dat Elia hem vanwege de netverzwaringen in het gebied een keer omschoolt naar 110 kV, maar dat is dan ook alles.

Januari 2022

Mast van de Maand januari 2022

Mast 75, Woudhuis – Hattem I – Het voormalig gebied van de PGEM (Gelderland) heeft een grote variatie in bouwstijlen en verbindingsleeftijden. Verschillende golven lijnenbouw zijn er geweest, goed gedocumenteerd door A.J. Börger in het rapport Masten van de PGEM, een standaardwerk voor iedereen met interesse in hoogspanningslijnen. In geen enkel ander gebied van het land is zoveel van de nethistorie bewaard en zelfs in gebruik gebleven. Op deze foto zien we knooppunt Welsumerveld, een inlussing en een overkruising zonder trafostation. Het is dezelfde plek als die op de banner van deze site al jarenlang te zien is, maar dan vanuit een andere hoek zodat de inlussingsmast op bijzondere wijze in beeld komt. De foto is gemaakt door Ruben Schots, a.k.a. De Lijnfietser, die even een nieuw fototoestel heeft getest. Woudhuis – Hattem I, een verbinding die reeds in zijn eentje eenvoudig een heel artikel kan vullen heeft hier een later gebouwde inlussing gekregen voor station Vaassen. De zwaardere en nieuwere lijn tussen dezelfde stations, Woudhuis – Hattem II, maakt een diepe buiging voor de inlussing via een portaal. De wijze waarop de PGEM bij deze tonmasten een inlussing realiseerde is atypisch. Men nam een HC hoekmastmodel, verlengde de traversen nog eens extra, zette er een derde setje aan, en draaide dan de gehele mast 45 graden. Een beetje ongemakkelijk gezicht. Er lijkt vanaf alle kanten aan mast 75 getrokken te worden waardoor de inlussing eerder de indruk wekt van een vechtscheiding met een gedupeerd kind. Deze manier van inlussingen maken is in het PGEM-gebied op ietwat verschillende manieren wel vaker toegepast en her en der nog steeds aanwezig, maar alleen bij Zevenaar heeft een exact identiek exemplaar gestaan.

December 2021

Mast van de Maand december 2021

Mast 45, Ans – Jupille – Het is weer december, traditiegetrouw dus een dennenboommast in deze rubriek, hoewel dit in België ook gewoon een dubbelvlagmast wordt genoemd. Je kan het amper gemist hebben de laatste jaren, maar de plek van deze foto, Luik, is voor pylon geeks een van de interessantste gebieden van de Lage Landen. Je kan er dagen rondzwerven en de aparte sfeer van weliswaar kwijnende, maar ook historisch waanzinnig interessante industrie proeven. Deze keer staan we op de Maasoever, waar de momenteel spanningsloze 70 kV-lijn tussen Ans en Jupille op de foto werd gezet door Bavo Lens. De mast is een van de twee kruisingsmasten, het exemplaar aan de zijde van het industrieel en historisch indrukwekkende trafostation Bressoux. De lijn werd ooit gebouwd als verbinding tussen Ans en de steenkolenmijn van Montegnée, maar de lijn staat nu op nominatie van sloop vanwege een nieuwe 150/15 kV trafo in Ans die de invoeding heeft overgenomen. Vanwege de waterkruising is de mast voorzien van een roodwitte obstakelschildering. Wat echter bij pylon geeks nog sneller de aandacht trekt is die extra traverse. Vier verdiepingen komt wel eens vaker voor, maar dan worden de boventraversen voor de bliksemdraden gebruikt. Deze staan leeg en het lijkt er niet op dat er in recente tijden iets aan heeft gehangen. Wie hier meer vanaf weet mag het zeggen.

November 2021

Mast van de Maand november 2021

Mast 108, Brume – Aubange – Donaumasten zijn zeldzaam in België. Je hebt ze her en der wel, maar ieder netvlak wordt gedomineerd door dubbelvlagmasten en driehoeksmasten. In die zin is de verbinding Brume – Aubange een opvallende uitzondering in het koppelnet. De reden waarom Elia (of een voorganger ervan) voor donaumasten heeft gekozen is bij ons niet bekend. Wat we wel weten is dat deze masten wat lager zijn dan dubbelvlagmasten en dat het in de Ardennen aardig kan waaien. Tom Börger heeft geen hekel aan fietsen in herfstige heuvels met licht wisselvallig weer, en in die heuvels legde hij deze mast vast op de gevoelige CCD. Hij staat op een lichte glooiing en omdat de corridor is kaalgekapt is de hele mast vanaf de onderste voet tot aan de bliksembok ‘boven’ de fotograaf te zien. De mast bereikt een comfortabele balans tussen hoogte, breedte, rankheid en zwaarte. Ondanks dat dit exemplaar geen obstakelschildering draagt is het een klassieker voor kinderen om er een figuur in te zien. Minpuntje is het ragfijne vakwerk in het onvolledige broekstuk (een zogeheten K-verband) ten opzichte van de toren erbovenop. Mast 108 draagt een circuit voor 220 kV en eentje voor 380 kV. Een ander opvallend kenmerk is het ontbreken van bundelafstandhouders in de draden van beide circuits. Dat houdt het risico in van geleiders die tegen elkaar aan kunnen slaan bij raar weer, maar blijkbaar wordt dat als een aanvaardbaar probleem gezien voor deze verbinding. 

Oktober 2021

Mast van de Maand oktober 2021

Mast 93, Anlage 4101 Sechtem – Oberzier (DE) – Opnieuw een buitenlandse inzending deze maand. Van Harald der Große ontvingen we een foto van deze vrij forse Duitse mast waar iets bijzonders mee aan de hand is. Op het eerste gezicht lijkt het een vrij gewone, ruim 74 meter hoge hoekmast van Amprion, gebouwd in 1975 en nooit voorzien van de viermaal 380 kV waar hij voor bedoeld was. Slechts twee circuits met vierbundels werden direct aangebracht en de rest van de mast bleef leeg. In 2002 werd de onderste en tot dan toe ongebruikte traverse voorzien van 110 kV (bahnstrom). Maar als we beter kijken zien we wat artefacten in het vakwerk van de toren. Deze mast had tussen 1977 en 2010 een unieke toevoeging. In de toren bevond zich een openbare uitkijkpost waar je met een trap naartoe kon klimmen. Helaas was dit initiatief niet bestand tegen de veranderende morele do’s en dont’s bij jongeren. Er was sprake van vandalisme en toen onverlaten uiteindelijk zelfs onderdelen begon los te maken die nodig waren voor de structurele integriteit van de mast, werd er besloten de uitkijkpost te verwijderen. Midden onder de mastvoet bevindt zich nu nog slechts een betonnen plaat op de plek waar ooit de trap begon. Het enige wat verder nog aan de uitkijkpost herinert is het afwijkende vakwerk op halve hoogte, plus wat verwerende restanten graffiti.

September 2021

Mast van de Maand september 2021

65 kV Roulingen – Lentzweiler – Vooral jongere kinderen zien in hoogspanningslijnen wel eens hele grote waslijnen. Meestal schudden hun ouders dan lacherig het hoofd en gaan over tot de orde van de dag, maar dat wordt anders als je deze lijn tegen het lijf loopt: nu is er geen ontkomen meer aan, er staat een mega-waslijn in de heuvels. Tom Börger trof tussen Roulingen en Lentzweiler in het noorden van Luxemburg deze enkelcircuitlijn voor 65 kV, gebouwd met stalen buismasten waarin de drie fasedraden in vlakke configuratie zijn gehangen. De mast voldoet daarmee aan de definitie van een hamerkop, maar met één circuit eraan is het onmogelijk een symmetrische mast te bereiken. Het gevolg is dat twee van de drie fasedraden aan één zijde zouden moeten worden afgemonteerd. Dat leek niet naar de zin te zijn van netbeheerder Creos, zodat er is gekozen voor een heel aparte manier van fasewisseling. De middelste draad gaat per mast om en om links of rechts van de toren langs. Of het daar nou netter of fraaier van wordt laten we in het midden, maar elektrisch zorgt het er wel voor dat de buitenste fasedraden zich voor wat betreft impedantie gelijk gedragen. De bliksemdraad is rijkelijk voorzien van markeringsballen, dus de verbinding wordt in ieder geval serieus genomen in het net.

Augustus 2021

Mast van de Maand augustus 2021

400 kV Casellina – Tavarnuzze (IT) Vakantietijd heeft ook zijn weerslag op het siteteam. Een oeps-momentje bij de redactie voor wat betreft de nieuwe Mast van de Maand zorgde ervoor dat we rijkelijk laat zijn. Dus nu we toch met een aparte editie zitten gaan we meteen het nieuwe, verbrede format gebruiken om ons voordeel te doen met de vakantietijd. In Italië trof Bram Gaastra deze zeer markante hoogspanningslijn aan in de buurt van Florence. Op papier een redelijk saaie lijn met deltamasten, maar Italianen zouden zichzelf niet zijn als ze niet zouden proberen te designen. Wat we in deze verbinding zien is een lijndeel waarin afwijkende, gebogen en zeer simpele masten zijn te vinden die aan de definitie van een gaffelmast voldoen. Het levert een zeer compact ontwerp op met een goede bliksembescherming en weinig materiaalgebruik, zodat we ons eigenlijk af kunnen vragen waarom netbeheerder Terna niet veel vaker dit type toepast. Waarschijnlijk is de moeilijkheid de gebogen vorm. Wie goed kijkt ziet dat alle latten weliswaar recht zijn, maar ieder knoopplaatje in de gebogen vorm is maatwerk. Daardoor zijn deze masten precies wat we gewend zijn van Italiaans design: rank, licht, snel en sierlijk, maar onpraktisch om te fabriceren. Het mastnummer op de foto is onbekend gebleven, maar wie nog eens in de buurt van Florence over de Autostrada del Sole rijdt en zich ergert aan de wegwerkzaamheden, prijs je gelukkig met de verlaagde maximumsnelheid.

Juli 2021

MvdM juli 2021 door Toliman

Noodmast, Kircheim – Teck Hattenhofen – Noodmasten zijn het bekendst van gebruik bij calamiteiten (Lint, Achêne, Vethuizen en straks Kerkdorp, zie het nieuwsartikel over de omgeblazen deltamasten) of problemen op een station (Meeden). In de praktijk worden noodmasten echter vooral ingezet bij “niet-nood”, zoals bij geplande werkzaamheden rond stations of bij lijnreconstructies. Soms is het noodzakelijk dat een verbinding zo kort mogelijk uit dienst is en dan gebruikt men een bypass op noodmasten. Het Duitse woord is een behelfsmast, wat eigenlijk veel beter de lading dekt bij geplande werken. Normaal zijn dit soort masten vormgegeven als schoormasten, vlagmasten of ééngeleidermasten, maar hier bij Teck Hattenhofen in Zuid Duitsland zien we er eentje die als donaumast wordt uitgenut. Zijn fundatie bestaat uit een stevig kruis H-profielen met betonblokken, eigenlijk gewoon een bovengronds zwaartekrachtsfundament. Volgens fotograaf Toliman (op ons forum) is hij nodig omdat de verbinding in kwestie er een circuit bij moet krijgen zodat de hoekposities moeten worden verzwaard, terwijl de bestaande verbinding niet kan worden gemist in het net. Letterlijk even behelfen dus. En zoals we van Duitsland zijn gewend gaat dat Gründlich, want de zwaarte van deze behelfsmast kan rustig wedijveren met een permanent exemplaar.

Juni 2021

Mast van de Maand juni 2021

Mast 88, portaalstraat Sneek – Op deze site is de voertaal Nederlands en secundair worden Engels, Deens, Duits en Saksisch gebruikt. Maar niemand beheerst Fries. En dat is jammer, want Friesland heeft een relatief ongezien hoogspanningsnet dat maar weinig aandacht krijgt op deze site, grotendeels door gebrek aan blikvangende grote netprojecten. Eigenlijk een gunstig teken, want het Friese net is klaarblijkelijk technisch best goed in orde, en ook is het daardoor ‘blijven hangen’ in een situatie die in andere provincies al verdwenen is in de vaart der volkeren. In Sneek zien we bijvoorbeeld een bijzonder straatje portaalmasten, geschikt voor vier circuits. Het lijkt op het eerste gezicht eerder een spoorbaanportaal dan een hoogspanningsmast. Wat er in de vroege jaren 70 in voormalig netbeheerder PEB is gevaren weten wij niet, maar een portaalstraat om vier 110 kV-circuits zo compact mogelijk te combineren is een goede oplossing als je de hoogte niet in wil. Onzichtbaar op deze foto gemaakt door Tom Börger op een dagje veldwerk is dat de benen van het portaal een slingerverband vakwerk bevatten in de lengterichting, en dat de binnenste twee circuits al jaren spanningsloos zijn. Gelukkig doet dat niets af aan een aanblik die on-Nederlans oogt… precies, zoals alleen Friesland dat trots mag verdedigen.

Mei 2021

Mast van de Maand mei 2021

Mast 06, Tergnée – Auvelais – Jemeppe – Waar de Maas het voorland van de Ardennen begrenst en waar het landschap licht glooit is een lang gebied te vinden met een flinke industriële historie. Tot op de dag van vandaag is het er dichtbevolkt en nog alijd staat er industrie. Dat had tot gevolg dat er in het gebied een betrekkelijk dicht hoogspanningsnet staat waarin sporen van vele decennia ontwikkeling zijn terug te vinden. Hier zien we de klantaansluiting van Jemeppe Solvay, op de foto gezet door Bavo Lens. Het lijntje is ontworpen op tweemaal 150 kV, maar in de praktijk voert een van de circuits een spanning van 70 kV. De mastjes zien er ijl uit vanwege ontbrekende knikverkorters. Kijken we wat dichterbij, dan zien we waarom: in plaats van hoeklatten zijn er ronde buizen gebruikt voor de constructie. Hoewel dat een sterkere constructie oplevert die met minder staven toe kan is het lastiger bij het ontwerpen en bouwen: er zit een veelheid aan opgelaste ogen en platen op de buizen en ook het schilderen ervan valt niet mee. Zo is de conditie van de holle binnenkant onbekend en niet te inspecteren. Mede om die redenen zijn dit soort ‘buis’masten door de geschiedenis heen wel vaker geprobeerd in verschillende landen, maar nooit is deze bouwwijze echt gangbaar geworden. 

April 2021

Mast van de Maand april 2021

Mast 08, Herbayum – Louwsmeer – In het Nederlandse net is Friesland de plek waar het oorspronkelijke idee van een getrapt, vermaasd net het beste bewaard is gebleven. 110 kV is er de transportnetspanning en 220 kV is als koppelnet op enkele strategische stations verbonden met 110 kV en op twee plekken met de buurprovincies. Verder is er zeer weinig verkabeld. Vandaag staan we vlakbij Franeker, waar Ruben Schots deze 110 kV-donaumast vastlegde vlakbij de plek waar een spoorbaan wordt overkruist. Het PEB Friesland had net zoals veel andere provinciale elektriciteitsbedrijven haar eigen inzichten in wat handig en verstandig was qua lijnenbouw. Opvallend is dat er een parallel met Overijssel is te ontdekken: hamerkoppen werden in de jaren vijftig verruild voor donaumasten die in eerste instantie een redelijk complex vakwerk hadden, wat de ensemblage duurder maakt. Deze verbinding is uit 1965, een tijd waarin de IJsselmij al had gekozen voor pragmatischer mastontwerpen. Friesland zou dat stadium bijna overslaan en ging in de jaren 70 direct over op buismasten. Dat er daarna in veertig jaar maar heel weinig is veranderd aan het Friese hoogspanningsnet bewijst dat het strategisch goed in elkaar zit.

Maart 2021

Mast van de Maand maart 2021

Mast xx, Le Gaffard-Pivoz – Chordier – In Frankrijk hebben we op dit moment nog geen mastposities op de netkaart staan, hoewel we wel een stoffig proefproject hebben slingeren om te zien of een opendataset van RTE in te lezen is zonder dat onze database door zijn systeemreserves gaat. V7 van de netkaart zal ooit uitkomst bieden. Hoe dan ook, het is teleurstellend als je op een truckerparkeerplaats aan de Autoroute du Soleil een een klassieke 400 kV-chat vastlegt (zoals iemand op 28 februari op ons forum had gedaan) en dat er dan niks mee gebeurt. Gelukkig zijn we niet voor een N-1 te vangen, want de Mast van de Maand was nog vrij. We zien een klassieke dubbelcircuit 400 kV-chat: een ontwerp uit de uitgebreide familie chats (allen van RTE). Hoewel deze grote flessenwipper een van ‘s werelds meest herkenbare specifieke ontwerpen is, zijn er toch raadselen. Zoals waarom men zo moeilijk deed om twee circuits op te hangen. Het had toch ook gewoon met een donaumast gekund, zoals RTE uiteindelijk ook is gaan doen met de opvolger van de 400 kV-chat, de Beauborg. Mogelijk speelt de erfenis van de oudere 230 kV-chats een rol. Maar ook de theoretische optie om enkelcircuit 750 kV te kunnen voeren (een Italiaanse, maar in Frankrijk nooit bewezen hypothese die met name voor een ander subtype chat opgaat) zou van invloed kunnen zijn geweest.  

Februari 2021

Mast van de Maand februari 2021

Mast 36 en 24, Zwolle Harculo – Zwolle Weteringkade – Hamerkoppen… Over geen enkel ander mastontwerp zijn de meningen zelfs binnen pylon geeks zo verdeeld. (Helaas mogen we momenteel geen biertje op een verbindingsdag doen, dus die discussie stoffen we later wel weer af.) Wat we hier zien zijn twee verbindingen met hamerkoppen die beiden hetzelfde transportvermogen hebben, maar niet hetzelfde bouwjaar. Voor de kijkers links zien we een klassieke IJC-hamerkop van net voor de oorlog, opgeleverd in 1940. De zeer brede parapluvormige traverse draagt zes fasedraden, maar oorspronkelijk ook maar liefst vijf bliksemdraden. Vijftien jaar later werd de lijn rechts ernaast gezet. We zien dat het ontwerp een rationalisatie heeft ondergaan: twee bliksemdraden (en daarmee de zeer lange traversepunten) zijn verdwenen en de mast is een meter hoger gemaakt. Dit type hamerkop zou het werkpaard van de IJC worden, althans zo was dat beraamd door de landschapsarchitecten die de voorkeur voor lage hamerkoppen hadden in het relatief lege landschap van Overijssel. Toch werd het era der hamerkoppen relatief plotseling geknakt door de opkomst van donaumasten. Alleen de EGD in Groningen bleef nog een tijdje hamerkoppen bouwen. Met uitzondering van het Maaswaal-type zijn hamerkoppen nooit toegepast in het 150 kV-net of in België. Het ontwerp blijft daarmee vrijwel uitsluitend een 110 kV-verschijnsel. 

Januari 2021

Mast van de Maand januari 2021

Mast 25, Meeden – Diele – HoogspanningsNet heeft al jaren de focus liggen op het ruime Noord- en Oostzeegebied: Nederland en België vormen het kerngebied en noordelijk Frankrijk, Luxemburg, Duitsland, Denemarken en enkele delen van de Oostzeeregio. Ook onze netkaart steekt al jaren allerlei grenzen over. Maar Mast van de Maand verbood inzendingen van buiten Nederland en België en hield jarenlang stand als een klein Gallisch dor… verdorie, dat dorpje ligt toch ook in Normandië? Okee, duidelijk, het moet nu maar eens gebeurd zijn met die prehistorische restrictie. We gaan de grens over, nu meteen – maar niet ver. Op deze foto gemaakt door Gerard Nachbar tijdens een voorzomerse fietstocht zien we mast 25 (Duitse nummering) van de interconnectie Meeden – Diele, gebouwd in 1985. De mast staat slechts honderd meter in Duitsland. Uniek aan deze interconnectie is dat het de enige hoogspanningslijn in het hele Noordzeegebied is die een landsgrens oversteekt, maar daarbij niet van netbeheerder verandert. Ook het Duitse deel van deze 380 kV-lijn is sinds 2009 in bezit van Tennet, via de Duitse poot TenneT GmbH. De bouwstijl verraadt nog de vorige netbeheerder, TransPower. Zij waren dol op Y-toppen (zeldzaam in het Duitse koppelnet) en daardoor is hun erfenis tot op de dag van vandaag herkenbaar in het landschap van met name het noordwesten van Duitsland. 

December 2020

Mast van de Maand december 2020

Mast 20, Enschede Marssteden – Van Heekstraat – Traditioneel hebben we in december een dennenboommast in deze rubriek, maar het wordt ingewikkelder om telkens nog nieuwe lijnen in Nederland te vinden met een niet eerder getoond ontwerp. Laat staan op een winterse foto, want sneeuw schiet ook al niet meer op. Het lijkt erop dat we vanaf volgend jaar een taboe moeten slechten en het werkgebied van Mast van de Maand moeten uitbreiden tot het hele Noordzeegebied, waar de scope van HoogspanningsNet als geheel al langer ligt. Voor dit jaar komen we nog één keer weg met eentje op Nederlandse bodem, 110 kV Marssteden – Van Heekstraat. Fotograaf Peter Schokkenbroek had allesbehalve winterweer bij het vastleggen van dit compacte lijntje dat in 1971 werd aangelegd ter versterking en uiteindelijk vervanging van de oudere rechtstreekse lijn op Hengelo Oele. Ondanks de tweebundels kunnen de circuits slechts 131 MVA aan. De mast op de foto is de enige steunmast: alle andere masten in het korte grillige tracé zijn afspanmasten met of zonder lijnhoek. De ultracompacte stadsdennenboom van de IJsselmij is alleen in dit lijntje als hoofdontwerp gebruikt. Elders in de concessie zien we ze alleen als mastje in ad-hoc lijnreconstructies. Hoe lang dit speeltuintje er nog zo boeiend bij staat is een open vraag, want dit uiteinde van deze verbinding valt onder het Rijksverkabelingsplan en zal waarschijnlijk een keer moeten onderduiken.

November 2020

Mast van de Maand november 2020

400 V Wortel – Castelré Nu de semi-lockdown voortduurt, we alle twee operationele interconnecties tussen Nederland en België al behandeld hebben en ook de Frietenlijn al een keer is behandeld in deze rubriek, wordt het steeds lastiger om verbinding(en) te zoeken tussen beide landen. Toch zijn ze er wel, als je maar heel goed kijkt. Welkom in Castelré, een Nederlandse enclave die als een perimeter België in steekt. Om praktische redenen is dit gehucht van slechts enkele tientallen huizen en boerderijen gesloten op het Belgische elektriciteitsnet, zodat een bovengrondse 400 V laagspanningslijn met geïsoleerde draden aan betonnen palen de landsgrens oversteekt. Nu zullen er welken zijn die denken van tsjongejonge, laagspanning, hoe diep kan HoogspanningsNet nog zinken? Maar dat valt mee als je bedenkt dat dit onbenullige lijntje ervoor heeft gezorgd dat de Belgische Elektriciteitsschaarste van 2013 op 2014 tot in Nederland effect had. Mensen in Castelré betrekken hun stroom uit België en waren daardoor in een Belgische afschakelschijf opgenomen. Ook werkte de Stroomindicator (de corona-app van die dagen!) aanvankelijk niet in Nederland, waardoor we er bij HoogspanningsNet toen nog een mail achteraan hebben gestuurd om dat voor elkaar te krijgen. Uiteindelijk zorgde een warme winter ervoor dat er uiteindelijk geen afschakelingen nodig waren en tot zover bij ons bekend staat deze piepkleine bovengrondse interconnectie er tot de dag van vandaag.

Oktober 2020

Mast van de Maand oktober 2020

Mast 16A, Rilland – Zandvliet – Nu we wederom met door corona gesloten grenzen zitten, doen we bij HoogspanningsNet gewoon opnieuw wat we ook in april deden: de grenzen juist opzoeken. Waren we in april bij Van Eyck, nu zijn we vlakbij Zandvliet, bij de andere interconnectie. Ook deze wordt bedreven op 380 kV. Op de voorgrond staat mast 16A met zijn klassieke donauvorm nog juist in Nederland (het scheelt maar tien meter). Deze mast is in 2016 een stukje opzij verplaatst vanwege de bouw van de nieuwe, eveneens klassieke Belgische dubbelvlag-eindmast op de achtergrond. Die laatste is een nieuwe mast, gereconstrueerd vanwege veranderingen op het station en de komst van een derde dwarsregeltrafo. Om een nieuwe hoekmast te vermijden koos Tennet ervoor om mast 16 een stukje opzij te zetten zodat de lijnhoek dusdanig beperkt bleef dat ook een steunmast het kon hebben, zij het met permanent ietwat scheef hangende isolators. Het uitzicht op deze foto uit 2019 zou niet lang meer zo blijven – maar deze keer is dat goed nieuws, want de dubbelvlag-eindmast heeft inmiddels gezelschap gekregen van een stoere collega toebehorend aan de nieuwe verbinding Lillo – Zandvliet 380 kV die deels zo stral aan de landsgrens langs loopt dat hij ook voor nieuwsgierige Nederlanders uitstekend te zien is zonder de grens over te moeten steken.

September 2020

Mast van de Maand september 2020

Mast 42, Eindhoven Zuid – Hapert – Netbeheerders houden van ringvormen en redundantie. In het 150 kV-net zien we in Nederland dat de meeste trafostations in een ringvorm zijn opgenomen. Maar niet overal kan dat. Stations op zogeheten steeklijnen zijn slechts met het net gekoppeld door één verbinding. Die kan weliswaar twee circuits voeren, maar het blijft telkens één tracé. In België, waar de term steeklijn vandaan komt, is deze manier van aansluiten een vrij geaccepteerde gang van zaken, maar in Nederland is het altijd een beetje taboe geweest. Voormalig netbeheerders kozen alleen voor steeklijnen als het economisch niet te doen was om een ringvorm aan te leggen. Pas dan werd het iets grotere risico op storingen ondergeschikt geacht aan het überhaupt voorhanden hebben van voldoende capaciteit in het vraaggebied. Op deze foto (gemaakt door forumlid Tower Freak) zien we wisselmast 42 van de verbinding Endhoven Zuid naar Hapert. Een klassiek voorbeeld van een steeklijn naar een (netkaarttechnisch gezien) afgelegen plek, waar de PNEM in 1974 geen eenvoudige mogelijkheid had tot het maken van een ring.

Augustus 2020

mast van de maand augustus 2020

Mast 83, Apeldoorn – Kattenberg – het is vakantietijd en we gaan niet zo veel naar het buitenland dit jaar zodat het op de snelwegen in nederland extra druk is. Dat was vorig jaar niet zo want op deze foto die Tom Borger heeft gemaakt rijden er niet zoveel auto’s op de A50 en mast 83 heeft een rustig uitzicht. Deze mast staat in een 150 kV verbinding uit 1949 die eerst tussen Nijmegen en Apeldoorn liep maar later kwamen station Elst en station Katteberg erin. De mast zelf is veel jonger, die is uit ongeveer 1990 toen de A50 werd aangelegd en twee masten van de verbinding werden vervangen door hogere nieuwe masten. Het is een drievlaksmast met de toren van een PGEM tonmast en hij is extra hoog. Dat ziet er vanaf de weg op de foto indrukwekkend uit en misschien is het ook wel heel erg aan de hoge kant want hij staat ook op een heuvel en de hele hoge lantaarnpalen passen gewoon onder de draden.

Juli 2018

Mast van de Maand juli 2020

Mast 133, Bas Warmeton – Ieper – In de heuvels van zuidelijk Vlaanderen is een keur aan hoogspaningslijnen te vinden. Het is een gebied waar de rationalisatie van Elia (lees: het langzaam verdwijnen van 70 kV) nog maar weinig momentum heeft aangenomen en daarom valt er in dit gebied veel te zien voor de liefhebbers. Deze foto genomen door forumlid Ppijn1 (topic) toont een interessante situatie. 70 kV opgehangen aan zadelmasten (een variant op het delta-ontwerp) zien we zo her en der wel vaker, maar vrijwel altijd zijn dat dan betonnen palen met een zadelhoofd. Alleen, wat doe je als je een dalletje moet overkruisen? Moeilijk doen met hanggewichten of met vaste verankering kan je natuurlijk proberen, maar hier is wat anders gedaan: men heeft gekozen voor een hogere mast, zodat deze alsnog een voldoende dragende functie kreeg om op normale wijze de draden te kunnen bevestigen. Voor die extra hoogte waren kennelijk geen betonnen palen voor voorhanden, zodat men koos de mast uit te voeren met een vakwerktoren. Het levert een rank en ijl mastje op waarvan de symmetrie alleen wordt doorbroken door de twee mastbordjes op driekwart van de toren. Het is beduidend hoger, maar stiekem alsnog wel minder opvallend dan die plompe staaf beton.  

Juni 2020

Mast van de Maand juni 2020

Mast 03, Vierverlaten – Robbenplaat – Nee, fotograaf Ruben Schots heeft de foto is niet platgedrukt. Dit exemplaar van de EGD 220 kV-tweevlaksmast (voor de kenners, een HC+6) is werkelijk zo hoog en zo breed. De verbinding Vierverlaten – Robbenplaat, en zijn gedeeltelijk verdwenen evenknie Robbenplaat – Weiwerd zijn een demonstratie van wat je werkelijk met 220 kV kon in 1972. Destijds had het EGD het aardig in zijn bol en werd besloten tot aanleg van twee zware, viercircuitverbindingen om Groningen van een solide ruggengraat te voorzien. De kenner ontwaart duidelijk de EGD-handtekening in het enigszins Duits aandoende vakwerk met een dubbel slingerverband, een hoog doorlopende broek en het trekschorenverband in de traversewanden. Waarom men destijds niet voor het splinternieuwe niveau van 380 kV heeft gekozen? Dat was een combinatie van factoren. Meerkosten, een reeds aanwezige 220 kV-ring die Vierverlaten al aandeed en ook landelijke keuzes omdat het noorden economisch minder belangrijk en dunner bevolkt is. Maar bijna vijftig jaar later, keert de wal het schip alsnog. Het noorden is nu een productiecentrum geworden, waardoor niet import, maar juist afvoer van vermogen uit het gebied vandaan nu om iets zwaarders vraagt dan 220 kV. De dagen van deze mast zijn dan ook geteld. Binnen nu en een jaar of drie gaat hij tegen de vlakte. De verbinding op de netkaart vervalt overigens niet, hij wordt veranderd in een 380 kV-lijn uitgevoerd met wintracks. 

Mei 2020

Mast van de Maand mei 2020

Mast 26, Druten – Tiel – Maaswaaltjes… Je mag ze, of je mag ze niet. Binnen de groep mensen achter HoogspanningsNet is een middenweg zeldzaam. Feit is wel dat het wasknijperachtige, lage en ietwat carnavaleske mastje met niet-horizontale traversebodems het enige type hamerkop is dat in het 150 kV-net van Nederland te vinden is. Alle andere hamerkoppen zijn uitsluitend in het 110 kV-net te vinden en dat zijn meestal behoorlijk oude verbindingen. Maaswaaltjes behoren echter tot een nieuwere generatie masten, gebouwd tot midden jaren 90. Op de foto staat de enkelcircuit ringsluiting tussen Tiel en Druten, voltooid in 1988. Oorspronkelijk was het Maaswaaltje een mastontwerp van de PGEM, bedoeld om minder op te vallen en minder draadslachtoffers te maken dan de hoge ton- en drievlaksmasten die tot dan toe werden gebruikt. Maar ook de PNEM uit Noord Brabant zag ze wel zitten en gebruikte het mastmodel voor nieuwbouw- en vernieuwbouwde verbindingen. Wie goed kijkt, ziet dat Maaswaaltjes in feite een familie zijn in plaats van één ontwerp. Ze komen voor in vijf verschillende subtypes, de een met een dikke kont en vrijwel horizontale traversen, de ander juist met steilere traversen en een korte, dunne toren. Ook de manier waarop de kattenoortjes erop zitten verschilt per subsoort. Voor de pylon geeks die niet zo vaak in het rivierengebied en Brabant komen, let er maar eens op wanneer we weer mogen reizen. 

April 2020

Mast 203, Maasbracht – Van Eyck – Europese grenzen, en ook die tussen Nederland en België, zijn gesloten vanwege de corona-uitbraak. Maar gelukkig is daar hoog boven de gesloten landsgrenzen nog het hoogspanningsnet, dat ons alsnog het goede voorbeeld in onderlinge verbondenheid geeft. En zelfs nu heb je nog steeds Nederlanders in België: wie mast 203 van de 380 kV-verbinding Maasbracht – Van Eyck op de foto ziet, zou zweren dat dit een Nederlandse mast is. Maar hij heeft toch echt een Belgisch paspoort, want hij staat aan de overkant van de Maas. Waarom men in 1971 bij het bouwen van de verbinding heeft gekozen om nog één Nederlandse mast in België te plaatsen is bij ons niet bekend. Andere interconnecties verschieten wel keurig op de grens van mastontwerp. We hebben het vermoeden dat de aard van de grens ermee te maken heeft: een rivieroverkruising. Omdat de draden daar hoger moeten hangen zou mogelijk een probleem kunnen ontstaan met de fase-afstanden als de configuratie juist precies tijdens deze overkruising had moeten veranderen van donau naar dubbelvlag. Het lijkt er daardoor op dat de Belgische ingenieurs er daarom voor hebben gekozen om één Nederlandse mast te gedogen en pas daarna op de eigen dubbelvlagmasten over te gaan, om zo dit potentiële probleem te omzeilen.

Maart 2020

Mast van de Maand maart 2020

Mast 27, Nijmegen – Doetinchem – De PGEM hield van verticale mastmodellen. Met veel bos in de provincie werden verticale mastmodellen geprefereerd boven hamerkoppen of donaumasten. Ze zouden beter passen bij de vormen van bomen en ook is er bij verticale mastmodellen een smallere corridor nodig als je door een bos heen moet. (Opvallend genoeg koos de IJsselmij om soortgelijke redenen juist voor hamerkoppen, maar dat terzijde.) De eerste generatie 150 kV-masten waren vrij plompe drievlaksmasten die richting een dennenboomvorm neigden. Vanaf de jaren vijftig stapte de PGEM over op masten met een rankere toren en een lichte tonvorm. De eerste generatie van deze masten werd toegepast in onder andere de lijn Nijmegen – Doetinchem (Zevenaar halverwege), waarvan mast 27 hier op de foto werd gezet door Ruben Schots. De PGEM intussen was zo content met het tonmodel dat ze het in de decennia die volgden vrijwel overal in de provincie toepasten, maar wel met wat verbeteringen. Zo bleken de eerste masten van dit type de twee bliksemdraden zo dichtbij elkaar te dragen dat ze niet de gewenste bescherming boden. In de lijnen uit de jaren zestig werden daarom langere bliksemtraversen toegepast, net zoals de oudere drievlaksmasten ook al hadden gehad. Maar de bestaande lijnen met de korte bliksemtraversen werden niet alsnog aangepast. Zo is tot op de dag van vandaag hun leeftijd snel te herkennen.

Februari 2020

Mast van de Maand februari 2020

Mast 32, Zwolle Frankhuis – Kampen – De laatste golf bovengrondse lijnenbouw van de IJsselmij vond plaats met een buismastontwerp dat bekend staat als de cactus. Een prima naam voor het ranke, ietwat stekelige mastlichaam met keramische steunisolators die meteen als traversen dienstdoen. De cactusmastjes zijn in verschillende varianten gebruikt. In Losser heeft men een enkelcircuitversie neergezet (Mast van de Maand in juni 2019), maar meestal was de voorkeur een tweecircuitversie als drievlaksmast. Zo ook hier, op deze foto gemaakt door Ot Lesley en Hans Nienhuis in 2012. In 1983 verbond men Zwolle Frankhuis met Kampen. In eerste instantie was die link slechts bedoeld als een ringsluiting omdat Kampen en Emmeloord op een wel heel lange meervoudige steeklijn zaten. Quick and dirty hees men er één circuit in, de ander zou wel volgen als de tijd rijp was. Maar toen het uiteindelijk zover was legde men het tweede circuit als grondkabel aan, pal onder de masten door. De reden? De bewoners van de Mastenbroekpolder (what’s in a name) vond men al genoeg geplaagd met de nieuwe 380 kV-lijn die in 1991 was verschenen. En zo zal dit lijntje de rest van zijn bestaan een zichtbare uitwas blijven van een opmerkelijke vorm van geven en nemen.

Januari 2020

Mast van de Maand januari 2020

Mast 05, Lixhe – CBR (2) – Klantaansluitingen rechtstreeks op het hoogspanningsnet zijn eigenlijk per definitie maatwerk. In Nederland (u weet wel, netjes aangeharkt) is Tennet niet meer zo content met harde aftakken voor klanten. Liever ziet men een inlussing of een privé-steeklijn vanaf het trafostation zelf. Maar in België is de situatie anders en Elia is van nature een elektriciteitsnet gewend dat wat chaotischer is, maar daardoor ook gemakkelijker en minder omslachtig tot nut van de aangesloten inwoners en bedrijven kan worden gebracht. Zodoende tref je in België een keur aan klantaansluitingen aan die soms hard getakt zijn, maar ook zie je er met enig regelmaat private verbindingen naar zware klanten. Hier zien we mast 05 van een van de 70 kV-klantaansluitingen van het bedrijf CBR vlakbij Lixhe. Voor de mastsoort kijken we gewoonlijk naar draag- en steunmasten terwijl dit een eindmast is, zodat we er met enig gekunstel nog mee weg komen in het classificatiemodel. Maar dat neemt niet weg dat dit soort maatwerkoplossingen voor pylon geeks op reis altijd een hoogtepunt zijn om naar te kijken.

December 2019

Mast van de Maand december 2019

Mast 19, Mosterdpot – Tusveld – Het is december, dat betekent traditiegetrouw een dennenboommast. Zo mooi als vorig jaar krijgen we ze zelden, maar wat we dit jaar hebben is een kerstverhaal. Want de mast op deze foto heeft gedaan is maar weinig soortgenoten gegeven: hij is verplaatst. Als dat al gebeurt is het bijna altijd een klein hupsje van tien of twintig meter omdat de mastpositie opzij moest springen voor de aanleg van een nieuwe weg of spoorbaan. Maar deze mast is voor hoogspanningsbegrippen bijna geëmigreerd. Hij begon zijn bestaan in de jaren 60 ver achter de horizon, vijftig kilometer verderop in de viercircuitverbinding Zwolle Hessenweg – Zwolle Frankhuis. Die werd net voor 1990 vervangen door 380/110 kV combinatiemasten en twee grondkabels. Op twee na zijn alle originele masten toen verdwenen. Eentje is blijven staan waar hij stond, net west van de 110 kV-schakeltuin van Hessenweg, als afspanmast in aanloop naar de combinatielijn. Maar ook in Twente was rond de tijd van de sloop een nieuwe mast nodig voor de inpassing van het nieuwe trafostaton Tusveld. Dus heeft men een andere hoekmast van de voormalige lijn gedemonteerd en hier weer opgebouwd. Inmiddels staat de mast alweer langer op zijn nieuwe plek dan hij ooit in de (jawel) Mastenbroekpolder heeft gestaan. Succesvol verhuizen als hoogspanningsmast: het kán. 

November 2019

Mast van de Maand november 2019

Mast 40, Gasselte – Hunze – Iedere verbinding heeft een ontwerpspanning. Meestal is die gelijk aan zijn bedrijfsspanning, maar soms tref je een verbinding of circuit aan die tijdelijk of permanent wordt benut op een spanning beneden zijn ontwerp. Maar kan een verbinding ook bóven zijn ontwerpspanning bedreven worden? Verrassend antwoord: ja! Op deze foto gemaakt door Tom Börger zien we een van de oudste verbindingen in Nederland. Hij was ontworpen voor 100 kV, maar hij wordt al vele decennia bedreven op 110 kV terwijl er niets aan is verbouwd. Is dat een kwestie van marges benutten? Uiteraard, maar vandaag de dag zit er meer achter. De spanningen zoals die op de borden staan (eigenlijk de effectieve wisselstroomwaarde per fase) zijn in werkelijkheid steeds waardes binnen vaste intervallen waarop het materiaal is ontworpen. Deze zijn in Europa vastgelegd in de NEN-IEC 60038. Zo is bijvoorbeeld bepaald dat materiaal gebruikt voor 110 kV, in feite geschikt dient te zijn voor alles tussen 72,6 tot 123 kV. Ook andere spanningen bevinden zich in intervallen. Bekijk de legenda van onze netkaart maar eens.  

Oktober 2019

Mast van de Maand oktober 2019

Mast 44, Nijkerk – Harderwijk – Deze maand hebben we weer een wisselmast. Ja, zal de wijsneus zeggen, elke maand wisselt de mast in deze rubriek. Maar in dit geval gaat het om de mastfunctie. We zien mastpositie 44 van de 50 kV-verbinding Nijkerk – Harderwijk, gefotografeerd door (wie anders) Ruben Schots op de OV-fiets. De verbinding is in 1965 opgeleverd en draagt tweemaal 35 MVA. Dat is opmerkelijk, want het era van 50 kV liep toen al ten einde en de PGEM bouwde reeds twintig jaar verbindingen van 150 kV in Gelderland. Ook is 35 MVA zelfs voor 50 kV-begrippen aan de lichte kant. Het lijkt erop dat de verbinding een lapmiddel is geweest omdat Nijkerk op een steeklijn vanaf Barneveld hing. In eerste instantie was er een plan om vanaf de geplande nieuwe Flevocentrale een 150 kV-verbinding via Harderwijk en Nijkerk naar Soest aan te leggen. Waarschijnlijk was de nood te hoog om nog een jaar of vijf te wachten en moest er een tijdelijk lapmiddel komen: goedkoop en op 50 kV, zodat op Nijkerk het station reeds voldeed. Maar uiteindelijk zou de 150 kV-verbinding door de nieuwe Flevopolder worden aangelegd zodat 50 kV Harderwijk – Nijkerk wellicht onbedoeld toch nog een blijvertje werd.

September 2019

Mast van de Maand september 2019

Mast 50, Montegnée – Les Awirs – Tilleur – Als je als jong pylon geekje uit je dak wil, vergeet Isola de Muchos Pecunios, maar ga een weekje Luik doen. Luik heeft geen beste naam, maar voor pylon geeks is het een ware hotspot is van oude industrie, organisch gegroeide verknopingen en een bizar 70 kV-hoogspanningsnet vol erfenissen uit het verleden. Kortom, in Luik zit je als pylon geek geramd en fotograaf Bavo Lens weet al geruime tijd telkens met nieuwe verrassingen te komen waar ons mastclassificatiemodel het behoorlijk moeilijk mee heeft. Hier zien we de splitsing tussen Montegnée, Les Awirs en Tilleur. Het nonchalant ad-hoc aansluiten van een klant zien we er met enig regelmaat. Het moet voor Elia een nachtmerrie zijn om deze lijnen te onderhouden, want afschakelingen en vermogen omleiden vereist telkens overleg en planning met distributienetbeheerders, de gemeente en ook commerciële bedrijven. Denk daar maar eens aan bij de volgende keer dat je op de N610 probeert de Maas over te steken in de spits.

Augustus 2019

Mast van de Maand augustus 2019

Mast 24, Van Eyck – Meerhout – Over het algemeen zien we weinig verbindingen die qua aantal circuits niet volledig worden uitgenut. Het is bij de bouw handiger om meteen alle circuits er alvast in te hangen die erin kunnen, omdat de meerprijs in materiaal gemakkelijk uitkan tegen de kosten van een extra constructieronde achteraf. Maar wanneer niet duidelijk is of en hoe er eigenlijk een tweede circuit nodig is komt het toch wel eens voor dat men de mastlichamen ontwerpt op meer circuits dan wat er gemonteerd wordt. Een voorbeeld dat er al enige tijd staat is Van Eyck – Meerhout in noordoostelijk Vlaanderen, hier op de foto gezet door Frank Arnold. Bij zijn bouw was voorzien dat er ooit wel eens een tweede circuit nodig kon zijn, maar destijds was er in de wijde omtrek geen netsituatie denkbaar waarbij dat tweede circuit acuut nodig zou geraken. Op zeer lange termijn lijkt verdubbeling onafwendbaar vanwege de groeiende behoefte aan langeafstanfdstransport van hoge vermogens. Maar tot die tijd staat deze 380 kV-verbinding met één circuit van circa 1400 MVA een beetje ongemakkelijk in het Vlaamse land, geduldig wachtend op een grotere toekomst.

Juli 2019

Mast van de Maand juli 2019

Mast 03, Meeden – Diele – Vakantietijd, een goed moment om een verbinding te bekijken die de landsgrens oversteekt. Op deze foto gemaakt door Tom Börger zien we een van de interconnecties over land, in dit geval de verbinding naar Diele in noordelijk Duitsland. De verbinding is opgetrokken met een variant op de gangbare 380 kV donaumasten van het koppelnet, met de kenmerkende preekstoelen op de traversetoppen uit de jaren 80 en vroege jaren 90. Als we beter kijken zien we dat het hele mastontwerp wel wat schriel aandoet voor 380 kV. Dat klopt, het is de magerste versie die is toegepast. In eerste instantie hing er ook slechts aan één zijde een circuit in, die tot 1995 op 220 kV werd bedreven. Des te opmerkelijker is het dat deze ijle masten ondanks hun asymmetrische gewichtsverdeling door het circuit aan één zijde toch de ijzelramp van 1987 doorstonden. Je zou denken, een betere proeve van betrouwbaarheid krijg je niet. Maar het SEP, de voorganger van Tennet, vertrouwde het kennelijk toch niet helemaal. In de Oostring, een paar jaar later aangelegd, is alsnog gekozen voor een nieuwe, net iets zwaarder en sterkere variant op dit ontwerp.

Juni 2019

Mast van de Maand juni 2019

Mast 212, Heekstraat – Losser – Enkelcircuitverbindingen die ringen sluiten treffen we vooral aan bij de oostgrens van Nederland. De EGD, de IJsselmij en de PGEM hebben allemaal gebruik gemaakt van goedkope, relatief lichte enkelcircuitverbindingen om de grensstreek (doorgaans dunbevolkte gebieden die netbeheerders meer kostten dan het ze opleverden) zo goedkoop mogelijk de wettelijk verplichte leveringszekerheid te bieden. In Drenthe had het EGD het zó dun aangepakt dat de enkelcircuitlijnen op bokmastjes daar inmiddels zijn vervangen, maar in Twente en in de Achterhoek staan ze er nog wel. Op deze foto gemaakt door Tom Börger zien we de enige zelfstandige hoogspanningslijn van Nederland die uitgevoerd is met driehoeksmasten uit de cactusfamilie. De lage, kleine en zeer goedkope buismastjes dragen één 110 kV-circuit van 114 MVA, bedoeld om redundantie in station Losser en Oldenzaal te kunnen bieden. Ze zijn in 1986 neergezet en daarmee is het een van de jongste bovengrondse 110 kV-lijnen van het land. Inmiddels is de lijn in bezit van Tennet. Qua fysieke afmetingen is dit lijntje waarschijnlijk het allerkleinste hoogspanningslijntje die ze bezitten. Is ie niet schattig?

Mei 2019

Mast van de Maand mei 2019

Mast 27, Wageningen Nude – Ede – Ondanks hun enorme cultstatus in hoogspanningsland had er nog nooit een schaarmast in Mast van de Maand gestaan. Er is nog maar één lijn met dit mastontwerp in Nederland en deze 50 kV-verbinding heeft tevens de eer om de oudste hoogspanningslijn van het land te zijn die in actieve dienst is. Ruben Schots (a.k.a. de Lijnfietser) heeft het mooie voorjaarsweer van april aangegrepen om het stokoude lijntje uit 1929 op zeer fraaie wijze vast te leggen. Al sinds 1929 verbindt het hoogspanningslijntje de Betuwe met het trafostation van Ede, als onderdeel van het ooit behoorlijk uitgebreide 50 kV-net van de PGEM. Het mastlicham is een ruimtelijk ingewikkeld ontwerp, zo oud dat het nog met klinknagels in elkaar zit. Dit najaar verdwijnen er helaas opnieuw een aantal masten vanwege stadsuitbreiding van Wageningen, maar gelukkig blijft een groter deel nog altijd gewoon in dienst, waaronder de unieke Rijnkruising die beter bekend is als de Zwarte Giraf. Deze zomer gaan we op HoogspanningsNet wat doen met het 90-jarig jubileum van deze bijzondere lijn. Voor geïnteresseerden, hou onze voorpagina en agenda in de gaten of ga met de Lijnfietser mee op reis op ons forum.

April 2019

Mast 106, Best – Tilburg – Vier afspanmasten op een rij in Brabant. John Steijger stuurde ons deze foto van mast 105 van de oude verbinding tussen Best en Tilburg. Een verbinding die al eens eerder een Mast van de Maand leverde en waar een lange geschiedenis aan zit, maar wiens dagen in principe geteld zijn. In 1933 kwam de verbinding in dienst als Tilburg – Eindhoven. Het was de eerste Brabantse verbinding die ontworpen was op 150 kV, maar in zijn eerste jaren werd hij op 100 kV bedreven. Verder zien we dat de circuits in een drievlaksconfiguratie hangen terwijl de mastlichamen duidelijk als tonmast bedoeld waren. Bij een opwaardering rond 1960 werden de enkelvoudige draden vervangen door zwaardere bundelgeleiders, geschikt voor 210 MVA per circuit. Om te voorkomen dat er teveel gewicht aan de traversetop van de langste armen zou komen te hangem werden de draden toen iets naar binnen verplaatst. Ook werd toen het topstuk vervangen door een hoger exemplaar met een bliksemtraverse. Helaas kunnen de kenners het al ruiken aan het getal 210 MVA per circuit, dat is in een drukke streek in Brabant niet meer toekomstvast. Op dit moment zijn er dan ook plannen voor verkabeling en vervanging door drie zwaardere ondergrondse circuits. Gelukkig voor de liefhebbers duurt het nog een paar jaar.

Maart 2019

Mast van de Maand maart 2019

Mast 02, Oudeschip – Robbenplaat II – Mast van de Maand heeft een aantal ijzeren regels. Omdat we bij HoogspanningsNet uiterst inflexibel, star en kil zijn, hebben we in de loop der jaren een keer een zendmast gehad (eh..), een dubbel exemplaar (ssst), een paar keer een spanningsloze lijn (oeps) en zelfs een keer een tekening. Maar een tijdelijke mast hadden we nooit eerder, ondanks dat die geen enkele regel breekt. We kijken in de Eemshaven, waar momenteel een congestievraagstuk zit. De bestaande verbinding tussen Oudeschip en Robbenplaat loopt op zijn tenen, ondanks tweemaal 2635 MVA capaciteit. Ooit moet Noord-West 380 verlichting gaan brengen, maar tot die tijd is het probleem gehotfixed met een tijdelijk derde circuit van 2635 MVA op 380 kV. Sinds 2017 staat die te pronken in een grillig tracé van krap twee kilometer. Hier zien we positie 02, in feite bestaand uit drie ééngeleider-tuienmasten (ja ja, het is wat). Maar er zijn ook een paar mastposities in het lijntje die de configuratie van een tuien-vlagmast hebben. Voor beide constructies is het essentieel dat er een lijnhoek wordt gemaakt. De lijn laat zich goed benaderen en observeren. Haast maken is niet nodig, de verbinding staat er nog tot minimaal 2022. 

Februari 2019

Mast van de Maand februari 2019

Mast 19, Hunze – Geefsweer – Deze stoere hamerkop met afspanfunctie doet vermoeden dat we met een zware 110 kV-verbinding te maken hebben. Toch valt dat redelijk tegen, want de circuits kunnen slechts 145 MVA aan. Tom Börger zette deze EGD-mast (om precies te zijn een EGD hamerkop II HA+0) op de foto op een dag waarop de zon het liet afweten. De hoogspanningslijn wordt gekend als de Heveskeslijn en hij heeft een ingewikkelde geschiedenis. In 1966 werd hij opgeleverd als lange steeklijn vanaf Groningen-stad, om vanaf de centrale Helpman de aluminiumsmelter Heveskes (het huidige Aldel) van elektriciteit te voorzien. Maar in de loop van zijn bestaan heeft de verbinding de richting van de loadflow op zijn draden zien omkeren.Tegenwoordig staan de centrales vooral aan de kust en is het binnenland de plek waar consumptie overheerst. Aldel is er nog steeds, maar inmiddels zit die aangesloten op 220 kV. Maar ook de grootschalige aardgaswinning heeft invloed gehad op de lijn. Er zijn op vier plekken aftakken in gecreëerd om grote NAM-aardgaslocaties een eigen klantaansluiting op 110 kV te geven. Deze blijven nog wel even nodig (in elk geval tot 2030, volgens het regeringsbesluit), dus voorlopig staat de Heveskeslijn nog wel even in de Groningse velden.

Januari 2019

Mast van de Maand januari 2019

Mast 54, Gouy – Tergnée – Wie van nethistorie houdt kan in België meer beleven dan in Nederland, maar zelfs voor Belgische begrippen is Gouy en omgeving een heftig gebied. Al ongeveer honderd jaar is hier een trafostation te vinden. In lang vervlogen tijden maakte het station deel uit van het eerste Belgische koppelnet op 70 kV. Later werd het station betrokken in het tweede Belgische koppelnet, van 150 kV. Er ontstond al vroeg een heuse volksoploop van 150 kV-lijnen die tot op enige afstand het landschap een eigen stempel geven, iets dat voor pylon geeks uiteraard als positief ervaren. De mast op de foto van Bavo Lens is positie 54 van de 150 kV-verbinding naar Tergnée. Aan het bouwplan van de dubbelvlagmast zien we dat deze grote gelijkenis vertoont met de oudere 220 kV-masten in de noordelijke Ardennen: enigszins fragiel en amper groot genoeg ogend. Toch doen ze al vele decennia hun werk uitstekend. Maar de geschiedenis herhaalde zich opnieuw: een derde maal legde men in België een koppelnet aan, nu op 380 kV. En ook nu werd Gouy er weer netjes op aangesloten. Deze lijn deelt daardoor zijn levenswandel met de nog oudere 70 kV-lijnen.

December 2018

Mast van de Maand december 2018

Mast 92, Nijmegen – Apeldoorn – Het is weer december, traditiegetrouw betekent dat een dennenboommast in deze rubriek. Dit jaar hebben we er met dank aan Ruben Schots zelfs eentje met kerstballen en sneeuw: wat wil de pylon geek nog meer? De Kattenberglijn, opgetrokken met masten die zich op de grens van het dennenboom- en het drievlaksontwerp bevinden, begint bij de voormalige centrale bij Nijmegen. Na de oversteek van de Waal steekt hij de Betuwe over, bij Elst tegenwoordig via een stuk grondkabel. Na een iconische oversteek van de Rijn klimt hij de Veluwe op, onder andere door de achtertuin van Utrechtseweg 310 tot aan later verschenen trafostation Kattenberg. Parallel aan de later verschenen A50 loopt hij daarna bijna kaarsrecht door naar Apeldoorn, waarbij het laatste gedeelte sinds enkele jaren eveneens is verkabeld. Maar deze mastpositie loopt dat gevaar niet. In de glooiende heuvels van de Veluwezoom zijn het slechts zweefvliegers van Terlet en slechtgehumeurde heckrunderen waar hij iets van te duchten heeft. Misschien is het met de randstaafschildering maar goed dat er geen rood circuit aan hangt…

November 2018

Mast van de Maand november 2018

Mast 02, Eindhoven Noord – Oost – De herfst begint de bomen voorzichtig in zijn greep te krijgen. In een veel steviger greep bevinden zich de zware vierbundelgeleiders van de 150 kV-verbinding Eindhoven Noord – Eindhoven Oost, hier ter hoogte van mast 02 op de foto gezet door forumlid Matthijs. Met een V-ophanging zijn ze bevestigd aan lage, vrij zwaar uitgevoerde donaumasten. V-ophanging kan wijzen op een architect die net zo onzeker was als pubermeiden over hun uiterlijk, maar in andere gevallen is het nodig om zijwind te bevechten of (zoals in dit geval) om een behoorlijk zware 150 kV-verbinding toch compact te houden in de smalle corridor die hem ter beschikking staat. Met een transportvermogen van maar liefst 780 MVA redundant is het de zwaarste zelfstandige 150 kV-verbinding van Nederland. Dat is ook nodig, want deze verbinding verzorgt sinds 1974 bijna in zijn eentje de invoeding van heel noordwestelijk Eindhoven, Best, Oirschot en zelfs een deel van Tilburg. Verlichting van zijn taak moet komen wanneer het nieuwe 380/150 kV-station Tilburg over een aantal jaren zal worden opgeleverd. 

Oktober 2018

Mast van de Maand oktober 2018

Mast 06, Ans (Luik) – Ondertussen, in Luik… De industriestad heeft een buitengewoon complexe en interessante geschiedenis op hoogspanningsgebied. Bavo Lens is daar aardig in thuis en hoe meer we erover leren, hoe wonderlijker het allemaal blijkt te zijn. Hier zien we het vijfkoppig monster van Ans, tot zover we weten de enige mast in de Benelux die in vijf richtingen traversen heeft steken op dezelfde verdiepingen. Deze nachtmerrie voor iedere mastmodelbouwer is nodig om vanuit Bressoux en Montegnée 70 kV-circuits de hoogspanningspost van Ans binnen te laten lopen. De roodwitte obstakelschildering stelt duidelijk het groezelige imago van Luik ter discussie. En hoewel Elia op de zeer lange termijn de visie heeft om 70 kV te willen verlaten, betekent dat nog niet meteen dat dit soort verknopingen direct gevaar lopen: 70 kV uitfaseren is een project dat vele decennia gaat duren en in tussentijd zijn er (paradoxaal genoeg) soms zelfs 70 kV-verzwaringen nodig om op andere plekken dingen te kunnen ombouwen naar 150 kV. Hier op Ans is van zo’n situatie sprake. Op het station zijn werkzaamheden, maar het vijfkoppig monster van Luik hoeft voorlopig nog niets te vrezen.

September 2018

Mast van de Maand september 2018

Mast 05, Merwedehaven – Alblasserdam – Michel van Giersbergen is op vakantie geweest. Leuk voor ‘m, zien we je denken. Maar op ons forum worden dan direct de kattenoren gespitst: als Michel op vakantie gaat is de bijvangst altijd zo indrukwekkend dat je het net zo goed de hoofdprijs van de hele vakantie kan noemen. Deze maand zien we een nachtelijke vangst. Mast 05 van de verbinding Merwedehaven – Alblasserdam staat er samen met wat soortgenoten relatief ver in beeld vrij rustig bij, terwijl op de verste achtergrond de typische, ‘electric blue’ gloed te zien is van een bank lichtende nachtwolken. (Huh, de wátte? Niks geen huh, gewoon even bij Les Cowley kijken en je weet ‘t.) Een typisch zomerbeeld: zeldzaam is het stuk voor stuk niet, maar leg het maar eens vast op één plaatje. Wie denkt dat hij het allemaal beter kan, laat maar zien dan. Nederland en België zijn vol met weer en gelukkig staan er ook heel veel hoogspanningsmasten, dus er zijn altijd weer nieuwe mooie plaatjes te schieten.

Augustus 2018

Mast van de Maand augustus 2018

Mast 38, Doetinchem – Hengelo – Okee, de weergoden vragen erom. Zolang de ‘grote zomer’ voort duurt, blijven wij doorgaan met grote hoogspanningsmasten omhoog in die atmosfeer steken: kijken wie het het langste vol houdt. Dus ook deze maand hebben we een dikke 380 kV hoogspanningslijn. Tom Börger maakte een monsterfietstocht van de omgeving van Lochem tot bij Roosendaal en onderweg fotografeerde hij de hoogspanningslijnen die hij tegenkwam. Aan het begin van de route stond de 380 kV-verbinding Doetinchem – Hengelo in een verdrogend bietenveld. We zien de statigheid van brede maar vriendelijk ogende donaumasten. Een ander uitzicht dan de fellere Duitse ontwerpen, of de ranke maar stekeliger Belgische dubbelvlagmasten zoals we die vorige maand nog hadden in deze rubriek. De koppelnet Oostring donaumast is iets zwaarder van bouw dan de eerste generatie in de Westring, maar wat meer de aandacht trekt zijn de zogeheten preekstoelen op de traversetoppen. Dat ze niet horizontaal lopen is esthetisch een gewaagde (en geslaagde) zet te noemen, maar helaas zou het geen navolging krijgen omdat het lastig is met zekeren: als je onverhoopt uit de traverse valt en in je klimtuigje bungelt, glij je alsnog een eind opzij. Zelfs bij HoogspanningsNet moeten we toegeven dat dat niet ideaal is, al geeft het de mast wel een wat speelser uiterlijk.

Juli 2018

Mast van de Maand juli 2018

Mast xx, Courcelles – Breugel – Een ‘grote zomer’ vraagt om grote masten. Hier staan we bij Hondzocht in het Vlaamse land, waar met met fotograaf Peter Schokkenbroek meekijken naar een industrieterrein in aanbouw dat wordt doorsneden door een zeer herkenbare Belgische koppelnetlijn met dubbelvlagmasten, waarvan de mastnummers momenteel onbekend zijn gebleven. Maar zelfs voor Belgische begrippen zijn de masten van deze lijn opvallend hoog en ook de afstand tussen de traversen lijkt veel groter dan noodzakelijk voor het dragen van 380 kV. De vraag gaat dan ook op: is dit eigenlijk wel een 380 kV-lijn? Of is hij misschien wel ontworpen in een tijd waarin werd uitgegaan dat het niet zou stoppen bij 380 kV en waarin HVDC nog niet was voorzien? We weten dat de netbeheerders RTE in Frankrijk en Terna in Italië er beiden ooit vanuit gingen dat er zware lijnen van 500 kV en zelfs 750 kV nodig waren om de ooit beraamde, zware kerncentrales aan te sluiten. In Frankrijk zijn ook daadwerkelijk verbindingen gebouwd met masten die voor één circuit van 750 kV waren ontworpen, maar die uiteindelijk twee circuits van 400 kV te dragen kregen toen het allemaal niet zo’n vaart liep. Zou Elia in België ooit ook op deze gedachte hebben ingezet? Wie het weet mag het zeggen.

Juni 2018

Mast van de Maand juni 2018

Mast 75, Meeden – Eemshaven – Nooit eerder hadden we vanuit ons forum zoveel spontaan verzoek voor een Mast van de Maand. We konden niet anders dan er gehoor aan geven. En dat is zeker niet tegen onze zin, want zelden zien we zo’n knaller van een hoogspanningsfoto. Michel van Giersbergen was enkele dagen terug op een soort gecombineerde powertoer en stormchase in het noordoosten van Nederland en hij legde tijdens het vallen van de avond een mast van de zware verbinding Meeden – Eemshaven vast, aangelicht door een fraaie blikseminslag die de aard van deze avond verraadt: onweer. Stroom ontmoet meer stroom. Wie zal het winnen? De hoogspanningslijn in kwestie is ontworpen op viermaal 2635 MVA bedreven op 380 kV, maar in de praktijk worden twee circuits nog altijd op 220 kV bedreven. De stompe traversetoppen en het uiterlijk van de zware masten verraden direct ontwerptechnische verbondenheid met de aansluitende verbinding Zwolle – Meeden. Deze laatste is langer, maar slanker en lichter gebouwd. Meeden – Eemshaven is zwaarder en plomper, of zo je wil ronduit bruut. Niet voor niets staat deze verbinding binnen de sector ook wel bekend als de Mammoetlijn. Meer power krijg je niet in Nederland: hier sta ik, deal with it. 

Mei 2018

Mast 127, Tilburg West – Tilburg Noord – Next level schrikdraad pissen? In Tilburg kan het! Michel van Giersbergen fotografeerde vanaf het balkon van de twaalfde verdieping van een woonflat deze hoogspanningsmast (een zogeheten maaswaaltje) van bovenaf, zonder dat er een drone voor nodig is. Kortom, als er studenten in deze flat zouden wonen, dan zouden we wel weten wat ze bij een drankspelletje zoals waarheid durven doen zouden uithalen… In elk geval zijn er weinig plekken in Nederland waar je zo dichtbij bijna letterlijk bovenop een hoogspanningsmast woont. Op deze foto in de nacht, waardoor de mast van alle kanten tegelijk wordt aangelicht door het stadslicht, is het een bijzonder gezicht. We zien dat maaswaaltjes niet erg hoog zijn en dat is dan ook de hoofdreden waarom ze ooit vrij populair raakten, samen met vogelvriendelijkheid. De vraag is alleen hoe lang dit uitzicht nog zo blijft. Het project Zuid-West 380 voorziet in de aanleg van een nieuwe 380/150 kV combiwintrackverbinding naar Tilburg en mogelijk moet dit korte verbindinkje dan het veld ruimen. En dat is eigenlijk jammer, want een uitzicht uit je flat op een hoogspanningslijn en toch een vrije horizon hebben: wat wil je nog meer?

April 2018

Mast van de Maand april 2018

Mast 156, Gouy – Gramme – Het gemoederlijk glooiende Belgische landschap in de omgeving van Charleroi heeft geen goede naam bij het grote publiek. Maar lang niet overal is het industriebekken getekend door een wanhopig tot hervorming pogende kolen- en staalindustrie. Er is ook veel ruimte voor agrarische bedrijvigheid, recreatie en voor een grote 380 kV-verbinding die de twee grootste rechtstanden van België bevat. De oorspronkelijke verbinding Bruegel – Gramme (later werd staion Gouy pas opgeleverd) bevat twee rechtstanden van meer dan twintig kilometer lengte. Op dit soort plekken komt de hoge, vrij strakke 380 kV dubbelvlagmast van Elia pas echt goed tot zijn recht. Bavo Lens maakte deze foto tijdens een fietstocht in een landschap dat voorzichtig uit de winter krabbelt. De vrij open constructie met betrekkelijk lichte profielen geven de masten ondanks hun hoge postuur een vrij luchtige indruk. De omgeving van Charleroi is een waar paradijs voor wie van nethistorie en bewogen geschiedenis houdt. En ondanks dat Elia gaat saneren en rationaliseren in met name het 70 kV-bestand is de hoeveelheid bestaande hoogspanning er zo groot dat je ook de komende jaren genoeg te zien hebt in het gebied.

Maart 2018

Mast van de Maand maart 2018

Mast 02, Hemweg – Oostzaan – Parallel lopende mastenstraten hebben altijd een extra grote aantrekkingskracht op pylon geeks. Op deze foto gemaakt door Gerard Nachbar zien we mast 02 en mast 02A van de parallel lopende twee verbindingen tussen Oostzaan en Hemweg, noordelijk Amsterdam. Het zijn wel temperamentjes: met hun driebundelgeleiders is er sprake van 150 kV op steroïden. De beide lijnen waren bij hun bouw bedoeld als invoedingslijnen vanaf de Hemwegcentrale en ieder circuit kan 500 MVA vermogen verzetten. Wat we niet kunnen zien op de foto maar wel op de netkaart is dat het circuit het meest rechts op de foto momenteel niet in gebruik is. Sinds de reconstructie van de verbinding Oostzaan – Beverwijk heeft men op het trafostation wat wijzigingen moeten doorvoeren waardoor heraansluiten van het vierde circuit wat moeilijk werd. En omdat de capaciteit van de drie overgebleven circuits ruim genoeg is bemeten, heeft men op de berg de keuze gemaakt om het vierde circuit tot nader order gewoon buiten dienst te hangen. Toch wel fijn als je hoogspanningsnet de ruimte biedt voor dit soort flexibel gebruik.

Februari 2018

Mast van de Maand februari 2018

Mast 65, Dodewaard – Veenendaal – Mensen die zeggen dat stroom en water niet goed samengaan hebben zeker nog nooit van hydropower gehoord. Maar ook in een plat land als Nederland kunnen stroom en water best een aardig uitzicht opleveren. Hier zien we de verbinding Dodewaard – Veenendaal (oorspronkelijk Nijmegen – Utrecht) uit 1953, op een fotoserie gemaakt door Ruben Schots tijdens hoogwater in de Nederrijn deze winter. De klassieke PGEM drievlaksmasten zijn op betonnen sokkels gezet zodat ze de voeten droog houden. De crossingsmasten zelf hebben zelfs sokkels die voorzien zijn van ijswiggen. Nu zal ijsgang in de rivieren waarschijnlijk nooit meer voorkomen, maar drijvende objecten zoals losgeslagen boomstammen zijn van alle tijden. Interessant is ook de hoek van de sokkels: de drievlaksmasten hebben een steil broekstuk terwijl de de opvolger (PGEM ton I) een wijder uitlopende broek heeft en voorzien is van een bijpassend trapeziumvormige sokkel. Een heel contrast met moderne reconstructies zoals bij Veessen of Nijmegen en soms zelfs doorslaggevend in het al dan niet succesvol samengaan van stroom en water.

Januari 2018

mast van de maand januari 2018

Mast 1, Brume – Brume infrabel – Deze mast heeft maar twee fase draden en dat zijn we niet gewend dus hier is iets bijzonders aan de hand. Is het HVDC? Nee want dat is er niet boven de grond in de Ardennen. Dit is de enige hoogspanningsmast in het korte lijntje tussen transfo station Brume en de post Brume infrabel van de spoorwegen. Bavo Lens fotografeerde hem op een koude dag dit najaar. Het Belgische spoor heeft 25 kV nodig en werkt met twee fasen zodat er op het naast gelegen 220 kV station maar twee van de drie fasen worden gepakt en naar de 220/25 kV transformatoren worden geleid. Een hoogspanningsmastje dat eigenlijk bedoeld is voor een circuit van 70 kV in driehoekvorm is ook geschikt om twee fasen van 220 kV aan te hangen en als je goed kijkt zie je dat er in het midden ruimte is voor de derde arm die de andere kant op steekt maar die hier niet nodig is.

December 2017

Mast van de Maand december 2017

Mast 03, Hengelo Weideweg – Oele – Het is december, dat betekent traditioneel een dennenboommast in deze rubriek. Fotograaf Peter Schokkenbroek nam geen halve maatregelen: dit gespierde type in Twente draagt vierbundelgeleiders terwijl slechts een netspanning van 110 kV is toegepast. Bureaustoel-netstrategen trekken dan de wenkbrauwen op: deze overkill zien we eigenlijk alleen bij korte invoedingslijnen vanuit een productie-eenheid. En eigenlijk klopt dat ook wel. Toen in de jaren tachtig de centrale aan de Weideweg werd gesloten zat het naastliggende trafostation (een belangrijk knooppunt in het Twentse net) opeens zonder voldoende invoeding. Men heeft dat opgelost door vanaf het volgende trafostation Hengelo Oele, waar 220 kV en later zelfs 380 kV voorhanden was, een zware invoedingslijn met extra zwaar ontworpen dennenboommasten te plaatsen waardoor heel Hengelo Weideweg bijna is op te vatten als een trafostation op een steeltje. De oude hamerkop links ziet het allemaal aan en stoort zich niet aan die opscheppers.

Novemver 2017

Mast van de Maand november 2017

Mast 67, Velsen – Oterleek – Midden in de Noord Hollandse polders ligt trafostation Oterleek. Het station zit als een spin in het web van vier bovengrondse 150 kV-verbindingen en veertien ondergrondse circuits van 150 en 50 kV. Een van de bovengrondse lijnen is de 150 kV-verbinding met Velsen, gebouwd in 1962. De laatste mast bij Oterleek is hier gefotografeerd door Gerard Nachbar. We zien een vrij gespierd en gedrongen donaumastje dat van kleine kattenoor-achtige constructies is voorzien om de bliksemdraden ver genoeg bij de fasen vandaan te houden. Moeilijker te zien op de foto, maar des te duidelijker in het echt, is hoe klein dit mastontwerp eigenlijk is. Ter indicatie, de mast links op de achtergrond staat veel verder weg (achter het trafostation) en ook die heeft voor 150 kV niet eens een fors postuur. Zelfs pylon geeks zouden zich op basis van een foto van deze verbinding eenvoudig kunnen vergissen en hem ten onrechte op een ontwerp voor 110 kV schatten.

Oktober 2017

Mast van de Maand oktober 2017

Mast 80, Oudehaske – Louwsmeer – We zien op deze foto gemaakt door Ruben Schots (weer op fietstocht) een heel gewoon exemplaar van de 220 kV donau koppelnetmast. Van dit type zijn in de vroege jaren 70 er meer dan 500 exemplaren gebouwd in zes lijnen in Groningen, Friesland, Flevoland en Overijssel. Het werkpaard van de 220 kV-ring in het noorden van Nederland verbergt niet dat hij duidelijk is herleid op de grotere 380 kV donau koppelnetmasten. Maar we herkennen ook Duitse invloeden zoals de vormgeving van het broekstuk en de verspringende kruisverbanden in de torenwanden. Eén van deze verbindingen sneuvelde in 1995, toen hij werd vervangen door de mammoetlijn. Maar het scheelde weinig of ze waren er op één lijn na allemaal geweest: het project Noordwest-380 voorzag in zijn oorspronkelijke, veel te megalomane vorm in het gelijktijdig vervangen van bijna al deze lijnen door viercircuit-wintracks. Het enige dat echter sneuvelde was het grootste deel van het project Noordwest-380 zelf, zodat deze vrij kalme verbindingen het Friese landschap tot nader order blijven typeren.

September 2017

Mast van de Maand september

Mast 80N, Mechelen – Aarschot – Het komt maar weinig voor dat we een ‘N’ in deze rubriek hebben, want pylon geeks zijn nu meestal niet zo gecharmeerd van lijnvreemde nieuwe masten in bestaande verbindingen. Maar als we de lijncontinuïteit laten voor wat het is en eens goed naar mast 80N van de 70 kV verbinding Mechelen – Aarschot kijken, dan zien we een driehoeksmast met een betonnen paal waaraan vakwerktraversen zitten. Een niet alledaags gezicht, maar wel een moderne verschijning. Dit soort constructies worden in België zo hier en daar gebruikt bij reconstructies (zoals hier, waar een zadelmast moest wijken voor dit nieuwe, hogere exemplaar vanwege de overkruising van een weg) en ook bij lijnverzwaringen in de Ardennen, waar België kennis gaat maken met 110 kV als nieuwe netspanning. Deze mast zelf is gemaakt bij Europoles in Neumark, Duitsland. De strakke traversen zonder trekschoren maken duidelijk dat er niet veel gewicht te verwachten is, waardoor de mast een minimalistisch, strak maar ook ietwat fragiel oogt.

Augustus 2017

Mast van de Maand augustus

Mast 07, Doetinchem – Hengelo – Dit leuke duo staat net ten noorden van Doetinchem. Leidend voorwerp op deze foto gemaakt door Michel van Giersbergen is mast 07 van de 380 kV-verbinding. We zien een typische Oostring-donaumast met de karakteristieke preekstoelen, kind van de vroege jaren 90. De oudere 150 kV PGEM-tonmast steekt een beetje schril af bij de grote donaumast, ook al is de tonmast reeds een verhoogde versie. Maar het opmerkelijkste aan de hele foto is dat we überhaupt twee verbindingen zien: verderop in Twente treffen we 380 kV-donaumasten van dezelfde leeftijd, maar daar zijn ze uitgevoerd als combimasten zodat parallel lopende 110 kV-verbindingen nu meelifers op de ondertraversen zijn geworden. Ook deze 150 kV-lijn naar Zutphen loopt over vrijwel zijn hele lengte parallel aan de later gebouwde 380 kV-lijn. Waarom deze verbinding het lot van combinering bespaard bleef en we dus nog tegen dit gezellige koppeltje aan kunnen kijken is hier bij HoogspanningsNet niet bekend. Zou men het rond 1990 nog net niet aangedurfd hebben om 150 kV (toch 40 kV meer dan 110 kV) mee laten meeliften? Wie het weet mag het ons vertellen!

Juli 2017

Mast van de Maand juli 2017

Mast 53, Enkhuizen – Medemblik – Al een keer eerder had het Mannesmann-lijntje in Noord Holland de eer om te mogen figureren in Mast van de Maand, maar toen betrof het een draagmast. We zien hier echter een hoekmast van de verbinding, vastgelegd door John Steijger. Het lijntje is gebouwd met masten van stalen buizen, maar die zijn zodanig gemonteerd dat het vanaf enige afstand net lijkt alsof het houten palen zijn. Toen het PEN in het vroegmidden van de vorige eeuw een 50 kV-net over de provincie Noord Holland uitrolde, bleken houten masten onderhoudsgevoelig en kwetsbaar voor falen te zijn. Bij de Duitse firma Mannesmann (bekend van het gelijknamige buizenfabricageproces) werden bij wijze van proef stalen masten besteld met grofweg hetzelfde ontwerp als de houten exemplaren. Ze voldeden zo goed dat de stalen versie uiteindelijk op veel lijnen in de PEN-concessie werd toegepast. En ondanks het grotendeels ondergronds verdwijnen van het 50 kV-net in de tweede helft van de eeuw is het Mannesmannlijntje tussen Enkhuizen en Medemblik tot op de dag van vandaag grotendeels behouden gebleven.

Juni 2017

Mast van de Maand juni 2017

Mast 01, Lixhe – CBR – Lixhe is het enige Belgische hoogspanningsstation waar alle vier huidige spanningen in het Belgisch hoogspanningsnet tegelijk te vinden zijn. Dat brengt vanzelfsprekend een mastenpark met zich mee waarin allerlei formaten en leeftijden te vinden zijn. Op deze foto gemaakt door Bavo Lens zien we de klantaansluiting naar CBR vertrekken: 70 kV op een oud, klein en heel slank mastje dat het zonder trekschoren moet doen. Het zal geen eenvoudige klus zijn geweest om hem in elkaar te schroeven. De toren is bovenaan nog geen halve meter breed en wie er in de eerste helft van de vorige eeuw met zijn handen in moest om (uiteraard zonder pneumatiek) de bouten aan te draaien zal er een heel geklungel mee hebben gehad. Of althans, dat zijn we nu geneigd om te denken met onze huidige monstermasten, want we moeten niet vergeten dat zelfs deze kleine mastjes ooit de reuzen van hun tijd waren. Het eerste Belgische koppelnet van 70 kV was ooit opgetrokken met mastjes van dit formaat. Netbeheerder Elia wil het niveau van 70 kV op de (zeer) lange termijn verlaten, maar het bestaande arsenaal is enorm. De komende tijd blijven dit soort kleine lijntjes dus nog gewoon een vertrouwd straatbeeld.

Mei 2017

Mast van de Maand mei 2017

Mast 32, Borculo – Winterswijk – In de Achterhoek treffen we deze aanblik aan in twee lijndelen, zoals hier vastgelegd door Ruben Schots. Eén circuit van 150 kV wordt gedragen op onvolledig benutte tonmasten, die mede door de uitvoering als buismast met gekromde traversen de indruk van verminkte insecten wekken. De verbinding is in 1986 aangelegd en is het sluitstuk van de aanleg van een ringvorm in de Achterhoek. Omdat in een ring geen problemen optreden als één volledige verbinding tussen twee stations klapt (de ring verandert dan in een hoefijzer, maar nog steeds kunnen alle stations bereikt worden) en omdat het gebied maar weinig vraag kent, heeft men het tweede circuit bij de aanleg in eerste instantie maar achterwege gelaten. Toch kende de verbinding een gloriemoment in 2010, toen bij een ongewoon zwaar zomeronweer de ring verbroken werd omdat in de verbinding tussen Doetinchem en Ulft vijf masten bezweken. Dankzij deze lijn hielden de stations Winterswijk, Dale en Ulft alsnog verbinding met het net en werd een stroomstoring voorkomen.

Vanaf deze maand is de plek van de Mast van de Maand direct online op de netkaart te bekijken. Merk op dat de naam van de mastpositie in een link is veranderd. Die verwijst naar een gebookmarkte locatie op onze webkaart.

April 2017

Mast van de Maand april 2017

Mast 12, Jupille – Berneau – Fotograaf Bavo Lens legde bij Visé deze oude 220 kV-mast vast waarvan de constructie verraadt dat het een ongebruikte wisselmast is. In België is dat zeer bijzonder omdat er in het gebied van Elia in beginsel überhaupt geen wisselmasten voorkomen. Dat dit exemplaar er toch is (of was) heeft dan ook een niet-Belgische reden. Hij staat in de huidige 220 kV-verbinding Jupille – Berneau, een verbinding die zijn bestaan begon als Jupille – Lutterade – Zukunft. Een unieke interconnectie tussen België, Duitsland en Nederland, in de oorlog gebouwd door RWE met als doel om buitenlands vermogen te kunnen importeren voor de Duitse industrie. Reeds in die tijd had België al bijna twee decennia een prima functionerend koppelnet op 70 kV zonder ook maar één fasewissel. De Belgische ingenieurs zullen verbaasd zijn geweest toen de bezetter opeens wisselmasten noodzakelijk achtte. Maar het was niet echt de periode waarin je zomaar Duitsers ging tegenspreken, zodat de erfenis van de Duitse ingenieurs tot op de dag van vandaag letterlijk overeind staat.

Maart 2017

Mast van de Maand maart 2017, foto door Ruben Schots

Mast 28, Vollenhove – Lemmer – We blijven nog een maand in het westelijk deel van de IJsselmijconcessie en maken een sprongetje naar de andere kant van Vollenhove, waar Ruben Schots de 110 kV-verbinding tussen Lemmer en Vollenhove vastlegde. De IJsselmij stapte in de vroege jaren 50 voorzichtig en enigszins weifelend over van hamerkoppen naar donaumasten. Een donaumast is hoger, maar minder breed en ook minder kwetsbaar voor ijzel. Ook is de bliksembescherming van de fasedraden beter. Uiteindelijk ontwierp de IJsselmij een qua constructie betrekkelijk ingewikkeld, maar door liefhebbers gewaardeerd donaumastje voor 110 kV die in twee varianten werd toegepast. Hier zien we de versie met verkleinde tussenruimte tussen de traversen. Het aardige is dat het donaumastje zichtbaar de genen van zijn voorgangers draagt: de vorm van de ondertraverse lijkt bij nader inzien rechtstreeks gebaseerd op de tweede generatie hamerkoppen, terwijl de boventraverse veel gemeen heeft met de eerste generatie hamerkoppen.

Februari 2017

Mast van de maand februar 2017

Mast 85, Zwartsluis-Vollenhove – De IJsselmij-hamerkop generatie I heeft een lange parapluvormige traverse en een soepel, haast vloeiend lijnenspel. Voor een hamerkop is dat een hele prestatie, want dit mastmodel heeft snel de neiging schreeuwerig, bonkig, ‘dom’ of sloom van uiterlijk te worden. Maar wat doen die rare hoorntjes daar? Die zaten er oorspronkelijk niet op. Deze verbinding liep oorspronkelijk met een bocht om Zwartsluis heen, maar dat lijndeel werd al decennia geleden verkabeld. Toen werd er ook een circuit weggehaald omdat de grondkabel slechts enkelvoudig was aangelegd. Drie fasedraden bleven over en dat is geruime tijd zo gebleven. In 2013 werden de kabel en de verbinding alsnog van het tweede circuit voorzien, zoals deze foto gemaakt door Tom Börger toont. Veranderde NEN-normen eisten toen echter een andere manier van bliksembeveiliging. Het mastontwerp, ironisch genoeg ooit bedoeld om maar liefst vijf bliksemdraden te kunnen dragen, kon niet voldoen aan deze nieuwe normen. De enige oplossing was het aanbrengen van een soort horens.

Januari 2017

Mast van de Maand januari 2017

Mast 03, Bressoux-Monsin – Een enkelcircuitverbinding van 70 kV op deltamastjes, een obstructieschildering erop en een uitgesproken industrieel uiterlijk. Dat kan niet missen: welkom in Luik, waar Michel van Giersbergen (deze dag samen met Ruben Schots op een heuse mastenkijktoer) op een stralend zonnige najaarsdag dit bokje op de foto zette. Het lijntje bedient een klantaansluiting op Monsin, waar een kleine waterkrachtcentrale staat. Het uiterlijk doet een beetje denken aan een gespierde variant van de (onder pylon geeks) genoegzaam bekend geraakte en reeds verdwenen EGD-bokjes. Dit soort deltamasten dragen altijd maar één circuit. Dat maakt ze goedkoop en qua constructie ijzersterk, maar als je een klant op deze manier aansluit en de verbinding moet in onderhoud, dan moet de klant van het net. Monsin is dan ook met twee zulke verbindingen aangesloten, maar de andere is grotendeels als grondkabel uitgevoerd.

December 2016

Zeyerveen-Beilen door Ruben Schots

Mast 01, Zeyerveen-Beilen – December betekent traditiegetrouw een dennenboommast. Maar ook dit jaar is het enige wit op deze foto gemaakt door Ruben Schots helaas de circuitkleur op de randstaaf. Ondanks dat heeft de mast in kwestie toch een verzetje: dit jaar moet hij Abraham gezien hebben. De 110 kV-verbinding werd tegelijk gebouwd met de langere 220 kV-verbinding Hoogeveen-Vierverlaten. Tussen Beilen en Zeyerveen delen ze hetzelfde tracé. Het EGD speelde daar bij de bouw van beide verbindingen in 1966 bewust op in en besloot om een mast te ontwerpen die een versie voor 110 kV en een grotere versie voor 220 kV kende. Beide verbindingen lopen netjes met elkaar in de pas en door hun opzettelijk gelijkvormige mastontwerp werd de aanblik ervan zo rustig mogelijk gehouden. Op de achtergrond zien we dat het mastontwerp ook in de andere afgaande 110 kV-verbinding naar Marsdiek is toegepast, zodat het hele trafostation Zeyerveen in feite maar één mastontwerp dat er vanuit vier verbindingen binnenloopt.

November 2016

Mast van de Maand november 2016, door Michel

Mast 301, Borssele-Geertruidenberg – Op het eerste gezicht zien we op deze foto gemaakt door Michel van Giersbergen een 380 kV donaumast zoals er zoveel van zijn in het Nederlandse koppelnet. Een licht verhoogd type om een kanaal mee te overkruisen. Kenners zien aan de railing en lengte van de boventraversen dat het inderdaad om Borssele-Geertruidenberg gaat. Wat echter veel meer opvalt dan de hoogspanningsmasten is de windturbine op de achtergrond. Zelden zagen we het contrast tussen vakwerk en kokerconstructies zo illustratief gedemonsteerd. Waar je dwars door de hoogspanningsmast heen kan kijken en waar deze het toelaat om mee te bewegen met de sfeer en kleur van het landschap door de dag en de seizoenen heen, is de windturbine een massief, donker object dat zich weigert aan te passen. Het geeft te denken over de algemene afkeer van vakwerk in de openbare ruimte.

Oktober 2016

Getekende hoogspanningsmast in de vorm van een letter B

Mast 01, lijn n.v.t. – Mast van de Maand vereist gewoonlijk dat de mast in Nederland of België staat en op het moment van de foto in functie is. Slechts zelden wijken we daarvan af. Maar deze maand is het toch een keer zover, want in onze mailbox kregen we van Brigitta deze buitengewone inzending. ‘Van mijn buurjongen Hugo kreeg ik deze tekening van deze bijzondere mast. Vooral het lijnenspel van hoogspanningsmasten fascineert hem en tekent hij graag na. Deze mast is speciaal voor mij gemaakt: de hoofdletter B.‘ Voor enkele mensen achter deze site en wellicht ook bij het lezerspubliek is het tekenen van masten een feest van herkenning uit hun kindergarten. Sommigen blijven het doen en aan hen hebben we de cartoons en onze merchandise te danken. Overigens is Hugo niet de eerste die een mast in de vorm van een letter heeft gemaakt: een paar jaar terug kregen we een email van kunstenaar Arthur Reinders Folmer, die een lettertype had gebaseerd op de verschijningsvorm van een hoogspanningslijn – inclusief een enorme tussenruimte tussen de letters. Hugo, je bent dus zeker niet alleen.

September 2016

Mast van de Maand september 2016

Mast 51, Nijmegen-Zevenaar – De onmiskenbare gestalte van een PGEM-tonmast vertelt ons dat we deze maand in Gelderland zijn. 150 kV-tonmasten zijn zeer algemeen in Gelderland en je treft ze aan in verschillende leeftijden of generaties. De opvallend korte bliksemtraversen op dit exemplaar, gefotografeerd door Ruben Schots, zijn het handelsmerk van de oudste generatie. De (nog oudere) drievlaksmasten hebben een vrij lange bliksemtraverse, maar zo rond 1950 meende de PGEM dat het allemaal best wat korter kon. Het bleek een misvatting. De zeer dicht bij elkaar hangende bliksemdraden boden niet de verwachtte bescherming en de overlast van blikseminslag op de fasedraden bleek een hinderlijk probleem. Vandaar dat volgende generaties tonmasten weer werden voorzien van bekende langere bliksemtraversen, maar de reeds gebouwde lijnen met dit specifieke ontwerp werden niet alsnog aangepast.

Augustus 2016

Mast van de Maand augustus 2016

Mast 13, Lint-Mercator – Het vlakke Vlaamse land waarboven de lucht trilt in een stille, hete dampigheid heeft vele hoogtepunten, in dit geval letterlijk. Hier staan we bij het (toepasselijke) gehucht Toren, op de noordoever van de Schelde. Prominent in beeld staat mast 13 van de 380 kV-verbinding Lint-Mercator. Deze verbinding draagt drie draadstellen, maar in het mastvak dat de crossing over de Schelde maakt is ook het vierde draadstel reeds ingehangen: dat scheelt toekomstig ingewikkeld constructiewerk en scheepvaarthinder. Op dit moment is deze hoogspanningslijn nog de zwaarste van België, maar het zal niet lang meer duren of het stevinproject haalt hem in. Naast deze zware jongens zien we ook een paar deltamasten. Zou fotograaf Michel van Giersbergen zich omgedraaid hebben, dan zou het historische transformatorstation van Schelle in beeld zijn verschenen. Dat station bestaat al bijna een eeuw en het heeft een cruciale rol gespeeld in de vooroorlogse ontwikkeling van een landelijk koppelnet op 70 kV. Een rol die inmiddels door station Mercator op 380 kV is overgenomen.

Juli 2016

Mast van de Maand juli 2016

Mast 97, Zwolle-Meeden – Deze maand hebben we weer een verzoeknummer: mast 97 van de combilijn Zwolle-Meeden. Deze mast draagt een rare omleiding voor een aftak naar het opstijgpunt aan de andere kant van de mast. Zwolle-Meeden overkruist hier de oude aftak Coevorden. Men heeft deze aftak losgemaakt van de overbelaste lijn Hoogeveen-Veenoord en hem bijhangen in Zwolle-Meeden 110 om meer capaciteit beschikbaar te krijgen. De verzwaring werd echter zo grondig aangepakt dat de nieuwe draden te veel wogen voor het hoekmastje dat reeds in de aftak Coevorden was opgenomen. In plaats van een bovengrondse splitsing werd het toen maar een stukje grondkabel, zodat de trekkrachten geen rol meer speelden. De rare omleiding rond de toren is tijdelijk nodig omdat de aftak Coevorden (aftak 65 MVA) bij inlussing een knelpunt zou vormen in de bestaande circuits van 270 MVA. Dan maar een harde aftak bouwen, dan ben je dat probleem kwijt. Om redundantie te waarborgen moest de aftak op beide circuits gebeuren, zodat deze bizarre omleiding enkele jaren nodig is totdat de rest van de aftak ook is verzwaard.

Juni 2016

EGD-hamerkop II bij Kropswolde door Tom Börger

Mast 37, Meeden-Kropswolde – Dit mastmodel zal bij de die-hards meteen een belletje doen afgaan – ‘ah, een Heveskeshamerkop’. Toch is dat niet zomaar juist. Dit ontwerp hamerkop is inderdaad het meest bekend van de langste verbinding waarin het is toegepast (de Heveskeslijn tussen Groningen en Delfzijl), maar hij is ook in andere verbindingen gebruikt. Een betere naam is dan ook EGD hamerkop II, verwijzend naar de tweede generatie hamerkopmasten die door het EGD werden toegepast in voornamelijk de jaren 60. Hier zien we mast 37 van de lijn Meeden-Kropswolde, op de foto gezet door Tom Börger. De verbindingscapaciteit is 131 MVA nominaal is enigszins teleurstellend voor de opmerkelijk dikke geleiders die gebruikt zijn. Verder hangen de geleiders ook betrekkelijk laag. In 2012 was deze verbinding het decor van een naar ongeluk met een trekker. Ook Tennet erkent het probleem. Her en der worden de draden dan ook wat strakker afgespannen.

Mei 2016

Mast van de Maand mei 2016

Mast 22, Doel-Mercator – De Mast van de Maand trekt zich niets aan van alle jubileumgeweld rond Zwolle-Meeden-Eemshaven, want we gaan in deze rubriek gewoon naar diagonaal de andere hoek van onze concessie. Deze stoere roodwit geschildere donaumasten sieren de Antwerpse haven op. Ondanks het betrekkelijk slechte weer in april wist Michel van Giersbergen mast 22 van Doel-Mercator I met een blauwe lucht vast te leggen. De brede, zware torens van meer dan honderd meter hoog en de zware bouw stralen uit dat deze masten niet met zich laten sollen en dat ze de competitie met het visuele geweld van alle schepen, kranen en schoorstenen prima aankunnen. Sinds de meeste reactoren op Doel weer draaien (of nou ja, ze hebben nog steeds wel eens de hik) worden de verbindingen ook weer goed benut.

April 2016

Mast van de Maand mei 2016

Mast 27, Zeyerveen-Vierverlaten – Deze maand weer een foto gemaakt door Ruben Schots. Hij nam op 25 maart de fiets ter hand en besloot de 220 kV-verbinding Hessenweg-Vierverlaten als leidraad te gebruiken voor een prachtige fietstocht door drie provincies heen. Het lukte hem om de 90 kilometer lange verbinding, die dit jaar zijn vijftigste verjaardag viert, van begin tot eind te volgen. Hier zien we een lange rechtstand in het lijndeel tussen Zeyerveen en Vierverlaten. Wat je echter niet ziet is hoe weinig het maar had gescheeld of de hele verbinding was in 2010 gesloopt. Nog net op tijd werd de sloop herroepen door onvoorziene veranderingen in de netstrategie van Noord Nederland. In plaats van sloop gebeurde het tegenovergestelde: de verbinding werd juist opgewaardeerd. Met V-ophanging werden zwaardere draden aan de drievlaksmasten gehangen, geschikt voor 953 MVA. Het geeft een ander lijnbeeld dan vroeger. Niet alle lijnliefhebbers zijn daar even gecharmeerd van, maar waar ze het allemaal over eens zullen zijn is dat het een heel klein prijsje is ten opzichte van hoe het ook had kunnen aflopen…

Maart 2016

Mast 08, Wateringen-Bleiswijk – We weten dat de mening over wintrackmasten onder mastengekken eh.. redelijk breed uiteenloopt binnen een links-scheve verdeling, laten we het dan maar zo uitdrukken. Maar het is wel een feit dat deze knakkers het enige echte houvast zijn van toekomstige bovengrondse hoogspanning in Nederland, terwijl we ze nog nooit als Mast van de Maand gehad hebben. Het taboe wordt deze maand doorbroken. Op deze foto, gemaakt door Michel van Giersbergen bij Delft, zien we zogeheten combinatiewintracks. Daarin heeft men 380 kV en 150 kV gebroederlijk naast elkaar opgehangen. De minimalistische masten moeten echter wel heel veel knikken, bochten en hoeken maken om in het volle Westland nog een tracé te kunnen claimen. Mede daardoor is de rust ver te zoeken in deze verbinding. We zijn benieuwd of dat beter gaat lukken in de volgende wintrackverbinding, de Noordring van Randstad-380 die nu in aanleg is.

Februari 2016

Mast van de Maand

Mast 137, Haps-Venray – Op het oog een vrij eenvoudige donamast, maar de verbinding waarin hij staat maakt een goede kans de meest ingewikkelde geschiedenis te hebben van alle lijnen die we hebben in Nederland. In de vroege jaren 50 werd de oorspronkelijke verbinding Nijmegen-Blerick. Toen het verbruik in het tussenliggende gebied steeg, werden er stuk voor stuk met telkens meerdere jaren tussentijd stations ingelast en ingelust in Boekend, Horst, Venray, Haps (en Gennep), Teersdijk, Cuijk en Californië. Uiteindelijk werd in Boxmeer zelfs een koppeling met het 380 kV-net gemaakt, omdat de verbinding oorspronkelijk alleen op beide uiteinden invoeding had en daardoor flink op zijn tenen ging lopen. Ook werden er een paar tracéreconstructies doorgevoerd. Hoewel de meeste losse masten nog authentiek zijn, is de verbinding in netstrategisch opzicht bijna onherkenbaar veranderd.

Januari 2016

Mast van de Maand (Meerhout-Massenhoven)

Mast 03, Meerhout-Massenhoven – Het Belgische en het Nederlandse koppelnet hebben beide een netspanning van 380 kV, maar het dominante mastmodel is zeer verschillend (donau tegen dubbelvlag). Maar ook de variatie in details binnen de beide koppelnetten vertoont gelijkenis. Waar het Belgische koppelnet op het eerste gezicht gedomineerd wordt door telkens dezelfde dubbelvlagmasten, blijkt bij nader inzien dat er meerdere soorten van deze masten in gebruik zijn die allemaal net weer ietsje van elkaar verschillen. Zo zien we hier bij Massenhoven op deze foto gemaakt door Michel van Giersbergen een dubbelvlag-ontwerp met een langere boventraverse voor de bliksemdraad en Nederlands ogende kattenoren op de hoekmasten. Een duidelijk andere aanblik dan de traditionele Belgische bliksembokken. Het missende topstukje en de obstructieschildering zorgen voor een vrij robuust en industrieel uiterlijk.

December 2015

Beek-Schoonbron door Michel van Giesbergen

Mast 02, Beek-Schoonbron – Inmiddels is het traditie, december betekent een dennenboommast. Vorig jaar hadden we een gezellig dikkerdje in huis gehaald met Nijmegen-Bemmel, maar dit jaar gaan we voor een slanke den. Trouwens ook een ouwe den. Welkom in Limburg, waar Michel van Giersbergen de verbinding Beek-Schoonbron vastlegde (sorry voor de extreem groene kerst). De simpele toren met slingerverband en de enkelvoudige trekschoren zien er nogal Duits uit. Dat klopt: de masten werden gebouwd door RWE in 1947. Ze hebben de tand des tijds wonderlijk goed doorstaan, maar de netsituatie zelf is onherkenbaar veranderd. De verbinding was oorspronkelijk deel van de stervormige, grensoverschrijdende verbinding Lutterade-Zukunft-Jupille, bedreven op 220 kV. Vele reconstructies later staat alleen het deel Beek-Schoonbron nog overeind, bedreven op 150 kV. Een zichtbare erfenis van de complexe nethistorie van Limburg en omliggende gebieden.

November 2015

Veenoords bokje in de aftak Avebe Dobbestroom

Mast 02, aftak Dobbestroom – Deze kleine enkelcircuit 110 kV-deltamast is niet alleen de enige hoogspanningsmast in de zeer korte bovengrondse klantaansluiting van Avebe Dobbestroom. Het is ook überhaupt de enige nog overgebleven deltamast van dit ontwerp. Met het verdwijnen van de verbinding tussen Veenoord en de aftak Luksham zijn de laatste negen mastjes van dit type in het staatsnet gesneuveld zodat Dobbestroom nu de enige plek is waar je er nog eentje kan aantreffen, zoals fotograaf Michel van Giersbergen deed. De nieuwe grondkabel naar de aardappelfabriek heeft gelukkig geen gevolgen gehad. Het mastje, destijds een gedurfd ontwerp, werd in 1953 geïntroduceerd om zuidoostelijk Drenthe quick and dirty enkelcircuit van stroom te voorzien en tevens een noodkoppeling te vormen tussen de netten van het EGD en de IJsselmij. Helemaal origineel is deze overigens niet meer: de rare uitsteeksels waar de isolators aan hangen zaten er in het basisontwerp niet op.

Oktober 2015

 
Mast 35, Eeklo Noord – Brugge Wachelwater – Een hoogspanningsnet is nooit af. Zo heeft netbeheerder Elia momenteel het Stevinproject: vanaf knooppunt Horta tot aan de kust bij Zeebrugge wordt een nieuwe 380 kV-verbinding gebouwd. Dat klinkt leuk voor de mastengekken, maar dan ga je voorbij aan het standstill-principe (in Nederland het Uitruilbeginsel genoemd). Geen nieuwe bovengrondse kilometers hoogspanningslijn zonder ergens anders eenzelfde bovengrondse afstand af te breken. In dit geval wordt de huidige, bijna parallel lopende 150 kV-verbinding voor de nieuwe zwaardere verbinding op termijn opgeofferd. Netstrategisch goed uit te leggen, maar toch is het jammer. Hier zien we mast 35 van deze verbinding, vastgelegd door Bavo Lens. Belgischer dan deze ijle, lichtgebouwde, open en spitse tonmasten kan het bijna niet.
 

September 2015

Portaalstraat van Harculo, foto door Michel van Giesbergen

Mast 09, Harculo-Sekdoorn – Wie in Zwolle geboren, getogen of zelfs maar bekend is, kent van de portaalstraat van Harculo. In hoogspanningsland is hij beter bekend als de jukkenlijn. Forumlid Michel fotografeerde mast 9 van deze bijzondere 110 kV-lijn in het vroege ochtendlicht van een warme augustusdag. Twee jaar geleden zijn er werkzaamheden aan de verbinding geweest. De nieuwe NEN-50341-1 vereiste een strakkere afspanning van de geleiders en er zijn toen ook twee circuits verwijderd. Sekdoorn is het eindpunt van de portaalstraat, maar er is daar geen trafostation te vinden: vanaf die plek gaan de zes circuits elk hun eigen weg op vier verbindingen. Lang geleden was het de bedoeling om trafostation Harculo (bij de IJsselcentrale) op de locatie Sekdoorn te stichten. De landeigenaar wist dat echter tegen te houden. Zonder dat protest had de jukkenlijn niet bestaan.

Augustus 2015

MvdM_aug15_GiedoVPellicom

Mast 03, Langerlo-Godsheide – Wie deze rubriek al enige jaren volgt weet dat we er hier zelden een freakshow van maken. Normaal gesproken gaat de voorkeur uit naar normale draag- en hoekmasten. Maar het is deze maand één keer tijd voor een bizarre Belgische mast. Tel de traversen, aldus Giedo van Pellicom. Hij fotografeerde bij Genk deze aftak- of splitsingsmast (het precieze karakter moet nog blijken) die onderdeel uitmaakt van reconstructies in het plaatselijke 150 kV-net. Deze zijn op hun beurt nodig omdat de enkelcircuit 380 kV-verbinding van Gramme naar Van Eyck een tweede circuit krijgt. Het 150 kV-circuit dat nu nog gedeeltelijk in deze verbinding hangt, moet daarvoor wijken en zijn eigen koers zien te vinden. En daar zijn op een paar plekken indrukwekkende reconstructies voor nodig, zoals deze. Wat zou hij wegen? Voor meer informatie over dit project, zie dit topic op het forum.

Juli 2015

Commerciële hoogspanningslijn in Nijmegen

Mast 02, Nijmegencentrale-Nijmegen – Behalve het Nederlandse 50 kV-net zijn de meeste hoogspanningslijnen in Nederland en België in staatsbezit via netbeheerders Tennet en Elia. Private netten bevinden zich meestal binnen de hekken van een grote klant of producent. Maar zo hier en daar tref je een uitzondering aan en loopt een commerciële hoogspanningslijn met een spanning van meer dan 50 kV gewoon door de openbare ruimte. Vaak zijn dat invoedingslijnen vanuit centrales, zoals hier bij Nijmegen. Forumlid Michel fotografeerde mast twee van het korte 150 kV-lijntje tussen de Nijmegencentrale en het trafostation aan de Waal. We zien een gedrongen, stoere deltamast voor een enkelvoudig circuit. De fasedraden zijn vierbundels. Dat mag ook wel, want klein als hij is moet dit circuit in zijn eentje bijna 600 MVA aan vermogen de baas kunnen.

Juni 2015

Mast van d e Maand juni 2015 door Max van Veghel

Mast 04, Schiedam-Delft – Max van Veghel maakte deze foto in schiedam. Het lijkt een gewone donaumast in een gewone 150 kV-verbinding in het westen van Nederland maar de mastengekken zien wel de verhoogde afspan ophanging. Waarom dat is gedaan heeft waarschijnlijk te maken met de nieuwe NEN normen of met het industrieterrein zodat er meer ruimte onder de draden nodig was. De verhoging van de draden is niet zo lang geleden gebeurd want er zijn kunststof isolators gebruikt. In deze verbinding zit ook een netopening, dat betekent dat de verbinding meestal geen vermogen transporteert omdat er anders een sluipweg zou ontstaan tussen twee deelnetten, die van Wateringen en het deelnet van Rotterdam met de haven. Maar als het nodig is kan deze verbinding meteen weer worden ingezet. bijvoorbeeld bij onderhoud ergens anders.

Mei 2015

Mast van de Maand mei 2015 - Ridderkerk-Zwijndrecht

Mast 14, Slikkerveer-Walburg – Het is niet de kleinste 50 kV-lijn van Nederland, want op de Veluwe staan exemplaren die nog ouder en veel kleiner zijn. Maar deze lijn die sinds de late jaren 40 vlak langs Ridderkerk loopt heeft wel een hogere aaibaarheidsfactor. Forumlid Michel fotografeerde mast nummer 14. De korte, stompe traversen en de zwaardere boventraverse geven de mast een uiterlijk dat doet denken aan kinderspeeltjes voor kleuters: ook daarbij zijn alle uitsteeksels die bijvoorbeeld aan vliegtuigjes of autootjes zitten stomper en ronder uitgevoerd dan in werkelijkheid het geval is. Nog aaibaarder wordt het wanneer we de isolators tellen: slechts vier stuks zijn voldoende om 50.000 volt in bedwang te houden. De in donauconfiguratie gedragen circuits krijgen er iets schattigs door. De capaciteit van de verbinding is onbekend, maar deze zal rond 40 MVA zijn.

April 2015

Mast 06, Monceau-Gouy II – Deze oude 70 kV-mast in de buurt van Monceau maakt deel uit van de nieuwste van de twee 70 kV-verbindingen tussen Gouy en Monceau. Het landschap in de omgeving van Monceau glooit licht en is volgebouwd met allerlei wegen, bossen en straten. De vele hoogspanningslijnen in het gebied stunten daar een beetje omheen met als gevolg een heel hoog gehalte aan hoek- en afspanmasten en overkruisingen in de verbindingen. Rechtstanden zijn zelden langer dan vijf masten. Het ontbreken van de trekschoren in de traversen, de perfecte drievlaksvorm met een cilindrisch, smal bovendeel van de toren en het puntige topstuk met maar één bliksemdraad is kenmerkend voor de de oudste Belgische 70 kV-masten. Ooit vormden dit soort verbindingen het eerste landelijk koppelnet van België. Maar na twee verzwaringen (150 kV en tegenwoordig 380 kV) verzorgen deze verbindingen tegenwoordig meestal nog slechts lokaal of regionaal transport. Dat is nuttig, maar het garandeert hun bestaansrecht niet altijd: ook Gouy-Monceau I en II hebben tegenwoordig concurrentie van een parallel lopende 150 kV-verbinding en het lijkt er helaas op dat deze twee verbindingen over een aantal jaren verdwijnen zullen.

Maart 2015

Mast van de Maand Maasbracht-Lutterade

Mast 17, Maasbracht-Lutterade – Meteen zien we al dat deze 150 kV-hoogspanningslijn niet van gisteren is. Forumlid Ritsjie maakte deze foto van mast 17 uit deze lijn, die al sinds 23 januari 1932 in actief gebruik is. Eerst op 10 kV en sinds medio 1935 op 150 kV. Slechts de 50 kV-lijn Hemmen – Ede in de Gelderse Vallei is nog ouder, maar voor het spanningsniveau van 150 kV is het de oudste verbinding van Nederland. Oorspronkelijk liep de lijn van de Mauritscentrale (huidig 150kV Lutterade) in het mijngebied naar Herten (Roermond). Waarbij levering van Lutterade naar Roermond de energierichting was. Pas later is de lijn aangesloten op Maasbracht en is de richting van energietransport gewijzigd van Maasbracht richting Lutterade en Born. Met de komst van Nedcar in Born is er een inlussing gemaakt voor de autofabriek. Later, toen de mijnen sloten en het DSM (Chemelot) chemiepark ervoor in de plek kwam, voldeed de lijn niet meer aan de vraag. Vanuit Maasbracht werd op enige afstand parallel een nieuwe lijn gebouwd, voorbereid op 380 kV. Maar zover kwam het nooit: de nieuwe lijn wordt tot op heden nog steeds op 150 kV bedreven en samen met deze oude knakker kunnen ze tot op de dag van vandaag de loadflow de baas. Met hun smalle toren, aparte topstuk en traversen die niet bij het mastlichaam lijken te passen, wekken ze in elk geval een unieke indruk die herinnert aan het rijke verleden van de PLEM, vlak naast de RWE-concessie over de grens.
Met dank aan de heer K. Kwantes voor enkele aanvullingen en correcties.

Februari 2015

Mast van de Maand feb15 - foto door Tom Börger

Mast 06, Weteringkade-Hessenweg II – Normaal gesproken gaat het in deze rubriek vooral om de mast en minder om de foto. Maar deze maand maken we een uitzondering. Wat krijg je als je fotografietalent combineert met interesse in hoogspanning? Tom Börger maakte in 1998 bij Herfte deze prachtige, verstilde afbeelding van een 110 kV IJsselmij-hamerkop. Nevel over het veld, het hek nog net geopend. De kenmerkende, zeer brede parapluvormige traverse hangt boven de boomtoppen. Dit ontwerp hamerkop is kenmerkend voor de IJsselmij, hoewel de smallere opvolger van dit ontwerp (EGD-IJsselmij hamerkop-II) uiteindelijk populairder werd. Hij is zo breed omdat hij berekend was op vijf bliksemdraden, waarvan twee op de traversetoppen. De verbinding heeft heel wat meegemaakt, maar is tot op de dag van vandaag in bedrijf. Merk ook op hoe doordacht de mast zelf is. De toren heeft grote knoopplaten en geen knikverscherpingen. Hij is keurig kegelvormig, er zitten horizontale platforms in en het slingerverband in de traversewand verspringt nergens. Het bewijs dat ouderwetse degelijkheid en zorg voor een harmonieus ontwerp wel degelijk samen kunnen gaan.

Januari 2015

Dubbele dubbelvlagmast bij Langerlo, foto door Bavo Lens

Mast XX, Langerlo-Lixhe – De kerst is voorbij, de oliebollen zijn op en de weegschaal is ingeruild voor een weegbrug: januari is geen maand voor een ijl sprieterig mastje. Daarom kijken we deze maand tegen een dikke Belg aan. De verbinding Langerlo-Lixhe/Sappi, hier gefotografeerd door Bavo Lens, is gedeeltelijk uitgevoerd met dubbele drievlaksmasten voor vier 150 kV-circuits. De lijn lijkt sterk op de (nog grotere) verbinding Lint-Mercator, maar hier vertonen de trekschoren in de traversen geen knikje. Verder valt het op dat de overgang van kruisblokken naar een dubbel slingerveband gepaard gaat met een flinke verandering in de hoek van de diagonalen, waardoor de toren een weinig harmonische en slordige indruk maakt. Ter plekke in de omgeving van Langerlo is veel industrie te vinden, zodat er diverse klantaansluitingen rechtstreeks op het 70- en 150 kV-net hangen. In de toekomst worden er enkele grote reconstructies doorgevoerd in het gebied. Deze verbinding zal daar weinig last van hebben, want hij wordt al volledig benut.

December 2014

Dennenboommast Bemmel door Ruben Schots

Mast 18, Nijmegen-Bemmel – Oh dennenboommast, oh, dennenboommast… Het is immers december, al blijft het jammer dat er geen sneeuw ligt en dat er geen verlichting op de mast zit, zoals netbeheerder Elia vorig jaar in België met een dennenboommast deed. Maar ook zonder wit poeder is dit gezellige dikkerdje een leuk gezicht. We zien hier mast 18 van de 50 kV-verbinding Nijmegen-Bemmel, gefotografeerd door Ruben Schots. Deze verbinding, sterk bedreigd door oprukkende verkabeling, is in de jaren 50 gebouwd met mastjes die sprekend lijken op een PGEM-drievlaksmast die zijn groeispurt nog niet gehad heeft. Opmerkelijk genoeg klopt dat: de grote versie voor 150 kV is ouder dan deze kleinere 50 kV-versie. Vroeger liep de verbinding door naar Arnhem, inclusief overkruising van de Rijn. Tegenwoordig houdt deze op bij Bredelaar, waar een kassengebied met WKK-productie sinds enkele jaren voorziet in hernieuwd bestaansrecht van deze relatief zware 50 kV-verbinding die een nominale capaciteit heeft van 74 MVA.

November 2014

Kat bij Hattem

Mast 72, Lelystad-Hattem – Deze stoere deltamasten van Italiaanse oorsprong lopen in twee verbindingen vanaf de Flevocentrale naar Harderwijk en Hattem. Hier zien we de verbinding naar Hattem ter hoogte van knooppunt Hattemerbroek. De masten zijn iets breder en zwaarder dan hun evenbeelden in Noord- en Zuid-Holland, maar dat is ook logisch als we kijken naar wat ze dragen: drie circuits van nominaal 416 MVA per stuk. Daarmee behoren de beide verbindingen tot de zwaarste 150 kV-lijnen die er zijn in Nederland. Over de netstrategische achtergronden van deze (achteraf veel te zwaar gebleken) verbindingen kan een hele pagina worden volgeschreven, maar wie weet doen we dat op het forum nog een keertje. Voor dit moment volstaan we met de constatering dat dit ontwerp deltamast wel een heel duidelijk voorbeeld is van de reden waarom dit type mast ook wel als kat wordt gekend. Een driehoekig voorkomen, twee kattenoren, een flinke snor en vanzelfsprekend nergens hondenbotjes te bekennen.

Oktober 2014

Frietenlijn (foto door forumlid Zuydkamp)

Mast 07, Oostburg-Maldegem – Mastengekken krijg je niet snel warm voor een buismast, maar heel soms lukt het. We zien hier een buis-deltamast uit de grensoverschrijdende verbinding Oostburg-Maldegem, vastgelegd door forumlid Zuydkamp. De verbinding staat ook wel bekend als de Frietenlijn. Hij werd in de jaren 80 aangelegd als reservekoppeling om het Zeeuws Vlaamse net in geval van nood vanuit België in te kunnen voeden. Bij de aanleg is bewust voor dit ranke, lichtvoetige mastontwerp gekozen omdat dat het beste zou opgaan in het landschap – en dat is zo goed gelukt dat we de helderheid en het contrast van de foto zelfs wat omhoog moesten zetten om de mast een beetje fatsoenlijk zichtbaar te krijgen: iets wat we normaliter nooit doen. Netstrategisch staat de verbinding er iets minder fraai voor. Na de aanleg van de tweede Westerscheldekabel verloor de lijn zijn functie. Aan beide zijden werd de verbinding losgekoppeld, maar de lijn werd vooralsnog niet gesloopt. Of de Frietenlijn nog een tweede leven kan krijgen in het bevechten van de op handen zijnde Belgische elektriciteitsschaarste is nog niet bekend, maar hij staat er, zodat het wellicht serieus overwogen wordt.

September 2014

Wisselmast Almere, foto door ET

Mast 81, Diemen-Lelystad – Deze op het eerste gezicht vervaarlijke constructie met kattenoren is geen gewone hoekmast: wie goed kijkt komt tot de conclusie dat we met een wisselmast te maken hebben. En geen kleintje. Dit is mast 81 van de 380 kV-verbinding Diemen-Lelysted, ten oosten van Almere, gefotografeerd door forumlid ElektroThriller. Hoewel wisselmasten al sinds de jaren tachtig niet meer worden toegepast in nieuwe verbindingen, zijn de oudere verbindingen er nog steeds gewoon mee uitgerust. Meestal werden er per verbinding twee of drie wisselmasten toegepast. Eentje op éénderde en op tweederde van de verbinding, en soms ook een aan het begin. Het doel van wisselmasten was het bereiken van identiek elektrisch gedrag van de drie fasedraden ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de aarde. Dat werkt niet alleen rendementverhogend, want ook de regel- en bewaakapparatuur van weleer kon er beter mee omgaan wanneer de drie fasen zich identiek gedroegen. Anno nu kan men voor deze effecten ook deels compenseren op de trafostations zelf, en moderne bewaakapparatuur heeft er ook minder moeite mee.

Augustus 2014

IJsselmij Duits-type

Mast 08, Aftak Coevorden – Al bijna een jaar hebben we het 110 kV-gebied niet meer bezocht. Hoog tijd voor een blik op een vaste bewoner van het 110 kV-net: de IJsselmij Duits-type 110 kV-donaumast. De kenner ziet het meteen: dit relatief kleine mastje is no-nonsense. Goedkoop, simpel en strak, zodat de IJsselmij er gek op was en ze in een groot aantal nieuwe hoogspanningslijnen uit de jaren 60 en 70 heeft toegepast. In heel Overijssel, zuidelijk Drenthe, de Noordoostpolder en zelfs bij plekken in Groningen-stad treffen we ze aan. De hoek- en draagmasten lijken sterk op elkaar zodat er een constant veldbeeld zonder woeste kattenoren ontstaat. Maat er zijn ook nadelen: de bliksembestendigheid is vrij slecht met één enkele bliksemdraad, zodat de masten vlakbij de trafostations een extra bliksemtraverse dragen. Verder zijn er exemplaren van dit ontwerp bezweken en beschadigd door storm, ijzel en draadbreuk. Alles bij elkaar maakt dat de 110 kV Duits-type IJsselmij-donaumast tot alles wat een hoogspanningsmast hoort te zijn: een succesvol model met eigen sterktes en zwaktes, een eigen geschiedenis, kenmerken en een herkenbaar mastbeeld.

Juli 2014

Dubbelvlag Wijgmaal door Bavo Lens

Mast XX, Lint (Putte)-Wijgmaal – Op het eerste gezicht kijken we hier tegen een heel normale Belgische dubbelvlagmast aan. Bavo Lens fotografeerde de mast met twee circuits voor 150 kV, uitgevoerd met enkelvoudige geleiders en ditmaal geen bliksembok op de top. Maar schijn bedriegt: dit is de verbinding Lint-Wijgmaal, hier tussen knooppunt Kruisbroek en Wijgmaalsbroek. Wat je niet ziet op de foto is dat deze verbinding op sabbatical is: hij is met opzet spanningsloos gemaakt en zal dat geruime tijd blijven. Toch is het niet de bedoeling hem te slopen. Hoe zit dat? Vanwege reconstructies elders in het net is deze verbinding op dit moment niet essentieel meer in het Belgische net rond Leuven. Momenteel kan een andere verbinding, Wijgmaal-Verbrande brug, genoeg vermogen leveren voor Leuven en omstreken. Maar in de toekomst (beraamd rond 2020) verwacht men dat dat niet meer lukken gaat. Op dat moment is het de bedoeling om opnieuw enkele verbouwingen door te voeren op de stations om daarna deze verbinding weer onder spanning te brengen en in hernieuwd gebruik te nemen. Tot het zover is staat hij echter in de mottenballenstatus.

Juni 2014

Meeden-Diele door ET

Mast 41, Meeden-Diele – Grensoverschrijdende verbindingen zijn een fysiek kenmerk van Europese samenwerking. Nederland en België hebben beiden een aantal van dit soort verbindingen: soms zeekabels, soms luchtlijnen. Forumlid ElektroThriller fotografeerde mast 41 van Meeden-Diele. We zien een ontwerp dat duidelijk gebaseerd is op de Oostring 380, maar de toren lijkt iets slanker te zijn uitgevoerd. Opmerkelijk, want in Drenthe en Groningen gelden strakkere NEN-normen voor ijzelbelasting dan elders in ons gebied zodat juist een dikkere mast logisch zou zijn. Meeden-Diele is een strategisch zeer belangrijke verbinding: in het noordwesten van Duitsland en de aangrenzende Noordzee begint de hoeveelheid zon- en windvermogen nettechnisch gezien behoorlijk uit de hand te lopen en met deze verbinding kan Tennet (zowel eigenaar van het Nederlandse alsook het noordwest-Duitse hoogspanningsnet) een deel van deze energie via Nederland doorleiden of het hier zelfs benutten. Het zal niet verbazen dat er plannen zijn om de verbinding op te waarderen (van driebundelgeleiders á 1645 MVA naar vierbundels á 2635 MVA). Het mastbeeld zal daarbij ongewijzigd blijven.

Mei 2014

Mast 10 Borssele-Vlissingen

Mast 10, Borssele-Vlissingen – Over het algemeen weet iedereen met basaal verstand van hoogspanningsmasten heel vlot te vertellen of we met een Nederlandse of een Belgische mast te maken hebben. Maar wat is dit? We zien een drievlaksmast met een Duitse broek, een kruisverband zonder knikverkorters in de toren en een Belgische bliksembok. Het antwoord: Zeeland. We zien hier het typische mastmodel van de PZEM zoals die is gebruikt bij de grootschalige nieuwbouw en reconstructies rondom de haven van Borssele. Oude donaulijnen werden bij de aanleg van de haven gedeeltelijk gereconstrueerd en nieuwe lijnen in de haven werden bijna allemaal aangelegd met dit smalle, ruimtebesparende mastmodel. De bliksembokken wekken een ietwat stuurse, maar ook een industriële aanblik. Dat past in een haven. Dat juist op enige afstand van de haven een tam, vriendelijk en landelijk ogend model donaumast wordt gebruikt zorgt ervoor dat de twee verschillende landschapseenheden niet slordig in elkaar overlopen. Haven en platteland hebben daardoor beiden het mastmodel dat ze verdienen. Spontane ruimtelijke ordening, het bestaat echt.

April 2014

36 kV Gistel door Bavo Lens

Mast XX, Oostende-Torhout – Enkele delen van België beschikken over een uitgebreid 36 kV-middenspanningsnet. In bijna alle gevallen ligt dat echter ondergronds en daar hebben we in het veld natuurlijk weinig aan. Maar zo af en toe is er nog een 36 kV-luchtlijn te vinden, zoals hier tussen Oostende en Torhout. Deze 36 kV-enkelcircuitlijn is deels uitgevoerd met half benutte dubbelvlagmasten en voor een ander deel met betonnen zadelmasten. Op de foto, gemaakt door Bavo Lens net even buiten Gistel, zien we een opstiigpunt waarvandaan zich op enige afstand van dit een klein trafostationnetje bevindt. Op de bordjes van de masten staat nog fier WVEM, want de lijn is pas zeer recent in bezit van Elia gekomen. Dat de hele verbinding een beetje vervuilde en sneue indruk maakt doet er niets aan af dat we hier tegen een uniek stukje van het Belgische net aankijken. Ben je als mastengek eens in de buurt van Oostende, laat de kans dan niet lopen. We weten immers allemaal hoe de kaarten geschud zijn voor bovengrondse middenspanning in deze tijden.

Maart 2014

Tweevlaksmast 220 kV Vierverlaten-Eemshaven

Mast 15, Vierverlaten-Eemshaven – Carnaval in het zuiden en in België. Dat betekent wegwezen voor het grootste deel van het sitebeheer, trotse bewoners van het 110 kV-gebied. Wat we hier zien is dan ook een vrij noordelijke mast, namelijk een 220 kV-tweevlaksmast van het EGD in Groningen. In dit geval in de verbinding Vierverlaten-Eemshaven. Het is een breed en uitgesproken Duits ontwerp, met een Duitse broek en een Duits schema voor de trekschoren in de traversen. Alleen de brede bliksemtraversen passen daar niet bij. De verbinding werd gebouwd om het vermogen van de Eemscentrale (tegenwoordig 1600 MW) naar de 220 kV-ring te kunnen afvoeren. Het flinke transportvermogen, tweemaal 884 MVA redundant, is vrij nauwkeurig afgestemd op deze centrale. Toch is het transportvermogen veel te weinig gebleken. Door de spectaculaire groei van productiecapaciteit in de Eemshaven kreeg deze verbinding in de jaren 90 versterking van de Mammoetlijn. Maar ook de verbinding zelf loopt gevaar. Ondanks het afblazen van het grootste deel van Noordwest-380 (zie de voorpagina) loopt Vierverlaten-Eemshaven een gerede kans vervangen te worden door 380 kV-wintracks. Momenteel is er nog niks zekr, maar we houden het in de gaten.

Februari 2014

Mast 07 van Eindhoven-Rul (aftak) door ET

Mast 08, EindhovenZuid-Rul – Ge kunt de groeten uit Brabant krijgen – en de rest mag iedereen zelf invullen. Feit is dat dat laatste woordje ook vaak het eerste is wat mastengekken denken bij de aanblik van afgestompte traversetoppen vanwege railings. We zien hier mast 08 van de 150 kV-verbinding tussen Eindhoven Zuid en de harde aftak bij Rul, gefotografeerd door forumlid en nethistorienestor ElektroThriller. De verbinding is in 1963 in bedrijf gesteld om station Eindhoven Zuid in te voeden. Midden jaren 00 zijn er enkele masten verplaatst (herbouwd) vanwege de reconstructie van de A2. Ook mast 8 moest eraan geloven. Het nieuwe exemplaar mist de lange middentraversen van het origineel. Wat hij daarvoor terug kreeg was railing, véél railing. De trekschoren van iedere traverse zijn daartoe langer gelaten dan de constructie nodig zou hebben. Toch valt hier de schade mee: deze herbouwde masten zijn ‘geboren’ met railings, maar samen met de reconstructie werd ook de rest van de masten van railings voorzien en daar pakte het visueel dramatischer uit. De masten dragen tweebundels en een KCD11-lookup (routineklusje voor die-hards) toont een transportvermogen van 390 MVA per circuit, waarmee deze hoogspanningslijn gezien kan worden als een middelzware 150 kV-verbinding.

Januari 2014

Schelle-Bruegel 150 kV door Bavo Lens

Mast XX, Schelle-Bruegel – Op het eerste gezicht is er maar weinig speciaals te zien op deze foto van Bavo Lens. We zien een vrij ingetogen hoogspanningsmast die een afspanfunctie vervult, maar die ook prima als draagmast dienst zou kunnen doen. In België wordt deze als dubbelvlagmast geclassificeerd, terwijl hij in Nederland als tonmast door het leven zou gaan. Maar ondertussen kijken we hier stiekem wel mooi tegen de oudste nog in gebruik zijnde 150 kV-verbinding van België aan. Schelle-Bruegel, voorheen Schelle-Drogenbos, is een jaar of 70 geleden al gebouwd. Het verschil in isolatortypes verraadt dat de lijn niet helemaal origineel meer is, maar dat doet weinig af aan het lijnbeeld. We kunnen het ons tegenwoordig bijna niet meer voorstellen, maar ooit waren dit soort 150 kV-lijnen de mastodonten van hun tijd. Zoals we nu bewonderend onder Lint-Mercator (met zijn vier circuits met bundelgeleiders) doorrijden, zo reed men rond de oorlog met minstens even groot ontzag onder een 150 kV-verbinding door.

December 2013

Mannesmann-masten Noord Holland 50 kV Rick

Mast 2, Enkhuizen-Medemblik – De meeste mastengekken zijn maar weinig gecharmeerd van buis- of kokermasten, maar voor deze exemplaren maken we graag een uitzondering. We zien hier mast 2 (vastgelegd door forumlid Rick) van de oude 50 kV-lijn Enkhuizen-Medemblik, beter bekend als de mannesmann-lijn. Wat direct opvalt is het bouwplan: stalen buizen, maar zodanig aan elkaar gemonteerd dat het net lijkt alsof het houten palen zijn. Dat is geen toeval. Toen het PEN in het vroegmidden van de vorige eeuw een 50 kV-net over de provincie Noord Holland uitrolde, bleken houten masten onderhoudsgevoelig en kwetsbaar voor falen te zijn. Bij de Duitse firma Mannesmann (bekend van het buizenfabricageproces) werden toen bij wijze van proef stalen masten besteld met grofweg hetzelfde mastontwerp als de houten exemplaren. Deze masten voldeden zo goed dat ze in gebruik bleven en het ontwerp werd uiteindelijk op veel lijnen in de PEN-concessie toegepast. En ondanks het grotendeels ondergronds verdwijnen van het 50 kV-net in de tweede helft van de eeuw is er vandaag de dag gelukkig nog steeds één mannesmann-lijn in actief gebruik tussen Enkhuizen en Medemblik.

November 2013

Mast van de Maand november 2013, door Peter Schokkenbroek

Mast 97, Nijkerk-Barneveld – Liefhebbers van kleine, oude hoogspanningslijnen konden vorige maand wel een gat in de lucht springen van geluk. De allerkleinste vakwerkmastenlijn van Nederland, de stokoude 50 kV-lijn tussen Barneveld en Nijkerk, is opnieuw geschilderd en zelfs van randstaafschildering voorzien. Het lijkt er dus op dat netbeheerder Liander voorlopig van plan is om deze piepkleine hoogspanningslijn in de Gelderse Vallei tot nader order graag te willen houden. Deze bijna schattige mastjes (die er al sinds de vroege jaren dertig staan) kunnen voorlopig weer in volle glorie bewonderd worden. Het enige wat we niet begrijpen is de reden achter de randstaafschildering: de verbinding wordt parallel geschakeld gebruikt en het is zonder verbouwingen niet mogelijk dat te wijzigen. Zouden er soms zelfs plannen voor hernieuwde redundantie zijn? Wie het weet mag het zeggen.

Oktober 2013

Mast van de Maand oktober 2013 (Stevin, Bavo Lens)

Mast XX, Horta-Eeklo Noord – wat we hier zien is een Belgische dubbelvlagmast voor 380 kV die momenteel half benut wordt. Tot zover niets bijzonders. Maar over enige tijd zal deze foto van Bavo Lens een historisch plaatje zijn, want de mast zal er over een paar jaar heel anders uitzien. In het kader van het Stevinproject zal deze verbinding flink worden opgewaardeerd. Er zal niet alleen van een tweede circuit (draadstel) ingehangen worden, maar ook worden de fasedraden vervangen door vierbundelgeleiders. De hoogspanningslijn zal dan nominaal berekend zijn op een indrukwekkende 3000 MVA redundant – en daarmee wordt het meteen de verbinding met de zwaarste hoogspanningscircuits van de Benelux. Boeiende ontwikkelingen die we zo nauwkeurig mogelijk zullen volgen hier op de site.

September 2013

Hamerkop bij Meeden - Hans Nienhuis

Mast 89, Beilen-Emmen – Eénvlaksmasten, beter gekend als hamerkoppen, behoren meestal tot de oudste mastsoorten die we hebben in Nederland en België. Al sinds de late jaren 50 bouwden de meeste elektriciteitsbedrijven geen hamerkoppen meer. Het tijdperk van ton, donau en drievlaks was aangebroken. Hoewel? Dit specifieke ontwerp hamerkop van de EGD kan als een nakomertje gezien worden. Hier zien we een licht verhoogd exemplaar van de 110 kV-verbinding (1969) die oorspronkelijk tussen Beilen en Emmen liep (sinds 2010 is het verloop na een reconstructie wat complexer, zie de netkaart). Dit ranke type hamerkop is ook elders in de voormalige EGD-concessie aan te treffen zoals tussen Meeden en Winschoten. Ze zijn ook gebruikt in de voormalige interconnectie naar Lathen (D). De verhoogde draagwijze van de bliksemdraden op een aparte traverse is het antwoord op de bliksemgevoeligheid van oudere hamerkopontwerpen. Dat het ook voor een typisch poppetjesuiterlijk zorgt is mooi meegenomen.

Augustus 2013

Mast van de Maand 0813 Tilburg_Best Mike_van_Loon

Mast 13, Tilburg-Best  – op deze foto die we van Mike van Loon mochten ontvangen zien we het typische weerbeeld van de voorzomer en een hoogspanningsmast met een HVI van minstens 3. Maar onder die coaxkabels en ontvangers zit een van de oudste 150 kV-masten van Nederland verstopt. De lijn tussen Best en Tilburg werd reeds in de jaren 30 onder spanning gebracht. Oorspronkelijk waren de masten ontworpen als tonmasten met een bouwplan en uiterlijk dat veel gemeen heeft met de PGEM-drievlaksmast. Later heefter een wijziging aan de configuratie van de geleiders plaatsgevonden. Zoals men kan zien waren de masten ontworpen als tonmasten, maar na een opwaardering (de fasedraden werden vervangen door tweebundels) is de configuratie in drievlaks- of dennenboom veranderd. Maar verder zijn de masten nog authentiek. Hoewel? Kijk eens goed naar de bevestiging van de bliksemdraden. Men heeft de traversen daar later voor verlengd. Stiekem een beetje jammer.

Juli 2013

Mast 04 van de 150 kV-lijn Waggelwater-Blauwe Toren, door Bavo Lens

Mast 04, Waggelwater-Blauwe Toren – wat we hier zien is een typisch Belgisch gezicht. Bavo Lens legde een tonmast voor twee 150 kV-circuits met bliksembok op een ietsje verhoogde top vast. Maar voor de Nederlandse lezers zal deze aanblik hen wat vreemd aankomen. De traversen zijn niet even lang aan beide zijden van het mastlichaam en dat is iets wat in Nederland nergens voorkomt. Verder zijn de traversen in de buitenbocht niet puntig. Ook dat zien we in Nederland pas sinds zeer recente datum en dan ook nog vanwege andere redenen (inlussingen met grondkabels). De mast als geheel verkrijgt daardoor een asymmetrische en ietwat vreemde indruk. Het bovenste deel van de toren draagt daar ook een deel aan bij. Die is cilindrisch in plaats van taps en dat zorgt voor een rare optische illusie: de mast lijkt naar boven toe weer breder te worden. Toch is dat slechts optisch bedrog. Klik de vergrootte foto aan en draai je hoofd maar eens schuin.

Juni 2013

Mast 6, aftak Etten-Leur (foto Ruben Schots)

Mast 6, inlussing Etten-Leur – na de wisselmast van vorige maand blijven we ook deze maand in het zuidwest-Nederlandse 150 kV-net. We gaan naar Etten-Leur, waar Ruben Schots vorige maand deze 150 kV-mast fotografeerde. Wat we elektrotechnisch zien is weinig bijzonders: gewoon een 150 kV-tweecircuitverbinding met bundelgeleiders in de tonconfiguratie. Maar we zijn niet voor niets mastengekken: wie iets beter kijkt (vergroot de foto maar eens) ziet ongebruikte bevestigingspunten voor isolators. Ze wijzen erop dat deze masten eigenlijk ontworpen zijn als dubbele drievlaksmasten, analoog aan de masten van de mammoetlijn, compleet met langere boventraverse. De verbinding had dan vier circuits kunnen dragen. Waarom het derde en vierde circuit nooit zijn ingehangen is HoogspanningsNet niet bekend. Maar het siert de oude netbeheerder PNEM dat er is gekozen om de onvolledig benutte mastlichamen dan maar uit te baten als tonmasten: het oogt weliswaar bizar, maar met de tonconfiguratie wordt het hoogste rendement uit de verbinding gehaald.

 

Mei 2013

150 kV wisselmast Standdaarbuiten (Marko Woestenburg)

Mast 35, Roosendaal-Moerdijk – tijd voor een nieuwe primeur in deze rubriek. Niet eerder hadden we een wisselmast als mast van de maand. We gaan deze maand Nederland weer in, waar deze donau-wisselmast in de verbinding Roosendaal-Moerdijk een week geleden werd gefotografeerd door Marco Woestenburg ter hoogte van Noordhoek. We zien meteen de typische boventraverse: deze vorm (vierkant, twee kattenoorachtige uitsteeksels en van boven vlak) zien we in Nederland alleen in Zeeland en het westen van Brabant. Twee circuits van 150 kV met bundelgeleiders wisselen hier van plek. Over de functie van wisselmasten is elders op de site informatie te vinden, maar waar we nog wel even op wijzen is de aanzienlijke hoeveelheid roestvorming op de bovenste helft van het mastlichaam – helaas is ook dat typisch iets voor Brabant en Zeeland, want bijna overal in Nederland zitten de masten beter in de verf dan in dit gebied. Dat wordt schilderen, Tennet.

 

April 2013

380 kV dubbelvlagmast bij Brume (foto door Bavo Lens)

Mast XX, Brume-Coo – de Mast van de Maand staat deze maand in de Ardennen. Hoewel Wallonië buiten het taalgebied van deze site valt, is het natuurlijk wel een deel van België waarin de Belgische en ook Nederlandse bezoekers van deze site wel degelijk interesse hebben. Hoewel we in principe voor dit plaatje (gemaakt door Bavo Lens) ook op veel andere plekken terecht kunnen, want we zien hier een uitgesproken voorbeeld van de Belgische dubbelvlagmast voor 380 kV. Deze mast staat in de verbinding Brume-Coo, maar het mastnummer is onbekend gebleven. Dit ontwerp mast is in bijna heel België in groten getale te vinden en vanwege de traversen van gelijke lengte, de typische smalle bliksembok en de afwijkende stijl van het secundaire lattenwerk in de wanden van de toren maken hem onmiskenbaar. De mast is ongeveer 50 meter hoog en hij draagt tevens een obstructieschildering bovenin die ermee te maken kan hebben dat het een hoekmast is.

Maart 2013

110 kV Tusveld-Mosterdpot door Ruben Schots

Mast 02, Tusveld-Mosterdpot – hier vereeuwigd door Ruben Schots. We zien hier het herkenbare, broekstukloze Duits-type ontwerp van de IJsselmij 220 kV-dennenboommast, in dit geval zelfs compleet met bliksemtraversen. Maar we zien ook iets anders: verdacht korte isolatorkettingen voor 220 kV. En dat klopt, want de masten dragen sinds het gereedkomen van de 380 kV-lijn Weideweg-Hessenweg in de vroege jaren 90 geen 220 kV meer. In plaats daarvan wordt de verbinding tegenwoordig gebruikt voor lokaal 110 kV-transport. Dat is nog niet het enige opvallende aan de verbinding. In Almelo is er ook een ronduit bizarre tracéreconstructie geweest. De verbinding en zijn geschiedenis is er een goed voorbeeld van waarom Twente als een van de drie hoogspanningshotspots van Nederland kan worden gezien.

Februari 2013

Mast 47 – Ede-Barneveld – naast het duo-tongeweld dat deze maand de voorpagina siert gaan we in deze rubriek de andere kant opzoeken: de ingetogenheid van een zeer oude verbinding op de grens van hoog- en middenspanning: de 50 kV-lijn Ede-Barneveld. Hier mast 47 bij Lunteren. De verbinding is in de jaren 30 gebouwd en sindsdien niet veranderd. Voorlopig staan ze er ook nog wel even, want er zijn geen verkabelingsplannen. Er zijn nog kleinere 50 kV-masten (zoals de Mannesmann-masten bij Medemblik of de verbinding Barneveld-Nijkerk), maar de verbinding hierboven heeft wel de eer de kleinste redundante 50 kV-luchtlijn te zijn. HoogspanningsNet schat het transportvermogen op ongeveer 30 MVA.  Waarna er maar één vraag overblijft: waarom hangt dat waarschuwingsbord zo belachelijk hoog?

Januari 2013

Belgische half benutte combinatiemast gefotografeerd door Peter Schokkenbroek

Mast XX, Drogenbos – nieuw jaar, nieuwe gronden om te verkennen. Deze maand gaan we eindelijk eens naar Vlaanderen, waar Peter Schokkenbroek in de buurt van Drogenbos deze 380/150 kV-combinatiemast vastlegde. Zoals we zien wordt de mast niet volledig benut: er ontbreekt een 380 kV-circuit. Het mastnummer is onbekend gebleven, maar wat we wel zien is een typisch Belgisch beeld: een bok voor de bliksemdraden die eruitzien als omgedraaide traversen i.p.v. kattenoren, geen topstuk, markeringsballen en een roodwitte obstructieschildering. De mast geeft daarmee een duidelijk signaal af: hier sta ik, kijk uit en hou afstand.

December 2012

Mast 06 110 kV Gorredijk Oosterwolde

Mast XX, Gorredijk-Oosterwolde – we gaan deze maand naar Friesland, waar tussen Gorredijk en Oosterwolde een 110 kV-verbinding met buismasten staat. Op het eerste gezicht niets aparts, behalve als je goed naar de traversen kijkt. We zijn het gewend van de meeste 110 kV-buismasten dat de traversen tevens de isolators zijn, maar bij deze verbinding is dat niet toegepast. De leeftijd (1980) noch het NEN-50341 criterium m.b.t. storm of ijzel zijn er op deze plek de oorzaak van. En ook de capaciteit (daarmee samenhangend de geleiderdikte en het gewicht daarvan) lijken niet de oorzaak te zijn. Misschien was het financieel, maar we weten dus niet waarom deze verbinding afwijkt. Anderzijds komt het wel mooi met het hoekige uiterlijk van deze masten overeen dat men ook een vierkante draagbok voor de bliksemdraad heeft gekozen.

November 2012

PGEM drie-evenmast in de Betuwe (foto door Peter Schokkenbroek)

Mast 66 – Woudhuis-Hattem (oostelijk) – Niet eerder hebben we in deze rubriek een PGEM drie-evenmast gehad. Hier zien we nummer 66 van de 150 kV-verbinding Woudhuis-Hattem, zoals deze zomer vastgelegd door Peter Schokkenbroek. De PGEM drie-evenmast is een typische verschijningin de Betuwe en Veluwe en kan gezien worden als de voorganger van de Gelderse tonmast. Soms vertellen de verbindingen met dit mastontwerp een bijzonder verhaal. Deze verbinding naar Hattem was lang geleden ontworpen als een verbinding naar Zutphen, waar het 150 kV-net aan het 110 kV-net was gekoppeld. Al lang geleden is deze koppeling verdwenen (nu vervult de 380 kV-ring deze functie) en de IJsselcrossing werd gesloopt, waarna het restant van de verbinding aan een (nieuwere) lijn tonmasten werd gekoppeld die tot op de dag van vandaag naar Hattem loopt.

Oktober 2012

Mast 254 Hessenweg-Vierverlaten

Mast 254, Vierverlaten-Hessenweg – deze maand weer eens een hoekmast. De constructie van het lijndeel Hoogeveen-Hessenweg is uitgesproken Duits te noemen (zie het topstuk), maar de hoekmasten wijken af en hebben ook een zweempje van het Britse uiterlijk over zich: een massieve, zware toren en korte, kleine traversen. Deze 220 kV-verbinding had oorspronkelijk gesloopt zullen worden, maar wegens capaciteitstekort op het net is in 2009 juist het tegenovergestelde gebeurd: de lijn werd opgewaardeerd, verzwaard en opnieuw geschilderd om tot nader order weer dienst te blijven doen.

September 2012

380 kV hoekmast bij Nieuwekerk aan den IJssel

Mast 22, Krimpen-Bleiswijk – een bekend gezicht in de Nederlandse polder zijn de 380 kV donau-hoekmasten met kattenoren. Ze hebben al vaker in deze rubriek de hoofdrol gespeeld. Maar dit exemplaar is afwijkend. Het bovenste deel van de toren is cilindrisch in plaats van taps. Optisch bedrog zorgt er vervolgens voor dat het mastlichaam naar boven toe weer breder lijkt te worden. Een niet alledaags gezicht in Nederand, want dit subtype 380 kV-mast is in Nederland zeldzamer dan zijn taps lopende evenbeelden.

Augustus 2012

Mast 06 Krimpen-Waalhaven

Mast 06, Krimpen-Waalhaven – deze 150 kV-verbinding is opgetrokken met driecircuit-deltamasten waarvan het ontwerp licht anders is dan dat van de nieuwere delta-verbindingen Flevo-Harderwijk en Flevo-Hattem. De mast is spitser en iets hoger en het lattenwerk is ijler. De driecircuit-deltamast is een robuust ontwerp dat weinig gevoelig is voor falen of blikseminslag op een fasedraad.

Juli 2012

Eénevenmast bij Olst

Mast 05, aftak Olst – tussen de verbinding Harculo, Deventer Platvoet en Olst loopt een kleine aftakking van 110 kV-hamerkoppen. Deze aftakking is eind jaren 60 aangelegd en de echte kenner ziet dat het ontwerp van deze masten iets afwijkt van de standaard van het IJsselmij-ontwerp. De traversen zijn spitser, de broek is lager en de mast als geheel (mast 5, weliswaar een hoekmast) oogt wat feller. Merk ook de gebundelde fasedraden op: uniek bij hamerkoppen in Nederland.

Juni 2012

Asymmetrische enkelcircuitmast

Mast 02 – aftak Glanerburg-Losser – in Nederland hebben we slechts één verbinding die met asymmetrische enkelcircuitmasten is opgetrokken, en wel tussen Glanerburg en Losser. Hier zien we mast 2, maar in werkelijkheid lift de verbinding ook al enkele kilometers mee onder de zwaardere 380 kV-combilijn naar Gronau. De draagmasten van dit ontwerp kunnen eventueel worden uitgebreid tot drie-evenmasten, maar de hoekmasten kunnen dat niet. Waarschijnlijk zal de verbinding tot in lengte van dagen niet-redundant blijven.

April en mei 2012

De Mast van de Maand april en mei 2012 werden gecombineerd vanwege de ombouw van de website, zodat we twee masten tegelijk behandelden die twee maanden in de rubriek stonden.

Crossingsmasten

Mast 249 en 250, Dodewaard-Maasbracht – deze twee maanden gaan we de hoogte in, vlak onder Dodewaard. Inderdaad, nogmaals de 380 kV-verbinding Maasbracht-Dodewaard, net als een paar maanden terug. Bij de Waal tref je deze twee kruisingsmasten van 124 meter hoog. Let ook op mast 248 op de achtergrond, ook die is verhoogd. De verbinding kan 1645 MW de baas, werd opgeleverd in 1969 en is sinds 1991 onderdeel van de landelijke 380 kV-ring.

Maart 2012

éénevenmast van het MaasWaal-ontwerp

Mast 13 – Nijmegen-Druten – we blijven deze maand nog even bij de één-evenmasten. De verbinding Nijmegen-Druten toont het Maas&Waal-type maar al te duidelijk. Over de elegantie van dit ontwerp verschillen de meningen, maar feit is wel dat dit carnevaleske type in Nederland het enige mastontwerp is waarbij de traversen niet horizontaal hangen.

Februari 2012

onvolledig benute éénevenmast

Mast 03, Gasselte-Veendam – deze maand een klein stukje nethistorie. Deze stokoude éénevenmasten van de 110 kV-verbinding tussen Gasselte en Veendam, vernield en weer hersteld na de ijzel van 1987, worden al geruime tijd onvolledig benut. Ze dragen al minstens dertig jaar slechts één circuit en daardoor heeft de hele verbinding een ongelukkig aanzicht. Plannen voor redundantie zijn er vooralsnog niet.

Januari 2012

Duits type drie-evenmast met V-ophanging

Mast 09, Hessenweg-Zeyerveen-Vierverlaten – het mastontwerp van deze 220 kV-verbinding is uitgesproken Duits. De verbinding is recentelijk verzwaard en de hoogspanningslijn kan nu 950 MW de baas. Sinds 2010 is de verbinding ook weer als redundant in gebruik. Voordeel is de elegantie en ranke indruk die de masten maken, maar een nadeel is de grote gevoeligheid voor blikseminslag op een fasedraad. Zo is overal wat voor en tegen te zeggen.

December 2011

Hoekmast met kattenoren

Mast 257, Maasbracht-Dodewaard – de 380 kV-verbinding tussen Maasbracht en Dodewaard is opgetrokken met de klassieke 380 kV-donaumasten. Deze mast is een hoekmast en zoals je ziet is zijn ontwerp kenmerkend voor de Nederlandse 380 kV-hoekmasten: donau-configuratie, twee flinke kattenoren en keramische isolators om de bretels in de buitenbocht op hun plek te houden. Ook het logo van HoogspanningsNet is gebaseerd op de verschijning van dit ontwerp donau-hoekmasten.

November 2011

Enorme portaalmasten

Mast 02, Eindhoven-Geertruidenberg – een hoekmast van het portaaltype, gefotografeerd door Max van Veghel. Dit mastontwerp is niet alleen de grootste portaalmast van Nederland, maar de draagmasten zijn tevens ook in absolute zin de grootste draagmasten van Nederland. Ze dragen drie circuits van 380 kV.

Oktober 2011

Buismast nabij Slagharen

Mast 04, inlussing Lutten-Dedemsvaart – deze maand opnieuw een buismast, maar nu een drie-evenmast in plaats van een tonmast. Deze draagt twee 110 kV-circuits en maakt deel uit van een heel kort hoogspanningslijntje van circa 3 kilometer. Let op de isolators die in dit geval tevens als traversen dienstdoen.

September 2011

Buismast 5 van de verbinding Ulft-Dale

Mast 05, Ulft-Dale – deze buismast is het meest gebruikte buismasttype in Nederland. Hij draagt twee circuits van 150 kV in de configuratie van een tonmast. Hij mag dan zeer modern (en op een insect) lijken, toch staan deze masten al sinds 1976 in de Nederlandse velden.

Augustus 2011

DDW-DTC 380 mast 2

Mast 02, Dodewaard-Doetinchem – een prima (en nog niet door GSM-ontvangers verpest) exemplaar van een donaumast. Dit type donaumast is oppermachtig binnen het 380 kV-net en het is het meest gebruikte ontwerp hoogspanningsmast in Nederland. Wel zijn er per verbinding kleine verschillen tussen de masten, zoals de aanwezigheid van railings op de traversetoppen.

Juli 2011 (In Memoriam-special)

Zendmast van Smilde tot 2011

De Zendmast van Smilde (1959-2011). De mast bezweek op 15 juli 2011 na een korte, felle brand. Strict genomen is dit een zendmast en dus geen hoogspanningsmast, maar het leek ons gepast om als eerbetoon de Mast van de Maand voor de rest van deze maand op te dragen aan het gesneuvelde bouwwerk.

Juli 2011

150 kV-tonmasten

Twee masten deze keer: twee onvervalste, typisch Gelderse tonmasten van de 150 kV-lijnen Hattem-Vaassen en Hattem-Apeldoorn. Let op de verschillen in het ontwerp van de torens. De linkse lijn voert twee geleiders per fasedraad, de (oudere) rechterlijn werkt nog met enkele geleiders.

Juni 2011

Mast 108 ZL-MEE

Mast 108 van de 380 kV-lijn Zwolle-Meeden is zonet voorzien van een nieuwe traverse. Wat daarbij opvalt is dat de mensen van de firma Spie, die de montage verrichtten, het vogelnest op het balkonnetje hebben laten zitten. Respect.

Mei 2011

Herstelde mast 25 Doetinchem-Ulft

De herstelde mast 25 van de 150 kV-lijn Doetinchem-Ulft. Deze mast legde samen met vier andere tonmasten het loodje tijdens het noodweer van 14 juli 2010 (een downburst leverde een windsnelheid van boven 150 km/h op en dat bleek teveel te zijn). N.B. een betere foto is te vinden op de fotopagina.

 


Omhoog