04 september 2024 ∙ Gisteren verdween de laatste nog resterende mast van de voormalige verbinding 220 kV Vierverlaten – Robbenplaat, de lijn die vervangen werd door een zwaardere 380 kV opvolger. Bouw krijgt altijd de aandacht, maar ook de sloop van een hoogspanningslijn is beslist geen sluitpostje.
De Groningse weides en velden tussen Vierverlaten en de Eemshaven zijn in de laatste vijf jaar veranderd. Niet alleen zijn de NAM-aardgaslocaties geleidelijk gesloten, ook is de aanblik van de hoogspanningslijn die er stond flink gewijzigd. De brede vakwerkmasten die er sinds 1972 stonden hebben plaatsgemaakt voor een lijn met wintracks waar viermaal 380 kV in hangt. Die werd anderhalf jaar geleden voltooid, waarna de bestaande 220 kV-lijn overbodig raakte en kon worden afgebroken. Over of dat nou een goed idee was en over wat we van die wintracks vinden buigen we ons vandaag niet. Wel over hoe onderschat sloop als karwei is.
Zowel bij bouw als bij sloop geldt dat er afspraken nodig zijn met de landeigenaren. Staan er gewassen op de akkers? Dan is het handig als er pas na oogsttijd gesloopt wordt of als er volgend jaar met opzet een stuk niet wordt ingezaaid. Dat kost de landeigenaar inkomsten zodat een onderhandeling ontstaat van geven en nemen bij een kop koffie. Compensatie voor vernielde gewassen of pas sloop na het oogstseizoen, of voor het volgend jaar met opzet een stuk akker niet inzaaien. Met de grote meerderheid van de landeigenaren wordt overeenstemming bereikt en de kans dat tegenwoordig een mast nog voorgoed blijft staan is zeer klein.
Bij een zware hoogspanningslijn is sloop geen klus die door elk sloopbedrijfje kan worden gedaan. Zo kunnen de draden per spanveld meer dan een ton wegen. Gewoon doorknippen en op de grond laten vallen kan niet, ze zouden dwars door een nokbalk, boom of een hek heen slaan. Draden worden bij de sloop op bijna gelijkvormige wijze verwijderd als bij de bouw. Men hangt katrollen aan de isolators en rolt de draden op terwijl ze onder trekspanning worden gehouden met een dunnere kabel. Vervolgens wordt die dunnere kabel zelf pas uit de katrollen getrokken. De draden worden opgerold en kunnen naar een smelterij, de isolators worden waarschijnlijk stortafval.
Natuurlijk moet je ook met je katrollen opletten dat je niet teveel kracht zet in een richting waar de traverse niet op is berekend. Anders kan er wel eens iets afbreken…
Dan moeten de masten zelf verwijderd worden. Dat vraagt om rijplaten, een kraan, containers, meerdere graafmachines met hydraulische knipscharen en naderhand het schoonmaken van de site vanwege verfbladders en staalsplinters. Het mag niet te hard waaien tijdens zo'n operatie. Onweer en stromende regen is uit den boze. Over regen gesproken, dat deed het heel veel en heel vaak in de afgelopen anderhalf jaar. Zoveel zelfs dat de sloop vertraging opliep omdat de zompige Groningse weides niet te betreden waren zonder van alles te vernielen en je hopeloos vast te rijden. Slopen van masten ging vroeger met snijbranders, tegenwoordig met hydraulische scharen. In een halve dag kan men een hele mast van veertig meter hoog en twintig ton zwaar aan min of meer handzame stukjes knippen die daarna in puincontainers een enkeltje hoogovens krijgen.
En dan moeten de fundaties verwijderd worden. Heipalen worden meestal geknipt: op twee meter onder het maaiveld zaagt men ze door zodat toekomstig landgebruik er geen last van heeft. De gehele paal trekken door hem te laten trillen en onder hoge druk water langs de zijkant te injecteren kan ook, maar dat is wel duurder en beduidend meer werk. Wanneer op de plek van een mast concrete plannen zijn voor andere infra zal men dit proberen. Andere masten staan op een gecombineerd fundament van een of meer grote blokken beton waar ook heipalen onder kunnen zitten. Zo'n fundatie los krijgen is een heel karwei waarbij een sterke hijskraan, graafmachines en wat behendigheid met de hydraulische scharen komt kijken. Onder andere bij hoekmastpositie 03 van deze lijn was er zo'n combinatiefundament. Alle vier de voeten hadden een groot onderheid betonblok van 36 ton per stuk. Zulke blokken worden in hun geheel afgevoerd naar een puinbreker, die er op zijn beurt (de stagiair met de kraan wellicht) wel een tijdje zoet mee is om al dat beton te vergruizen.
Uiteindelijk moet het weiland worden hersteld. De gaten moeten gedicht worden, afrasteringen hersteld, de rijplaten verwijderd en er wordt soms opnieuw ingezaaid. Pas na een akkoordverklaring van de landeigenaar, waarin deze aangeeft dat de grond werkelijk leeg en zo goed mogelijk hersteld is opgeleverd, zit de sloop er echt op. Kop koffie erbij, en nog 128 masten te gaan.
Afbeeldingen: een mast van Eemshaven – Vierverlaten 220 kV in de takels om in mootjes te worden gekniopt. Dit was hoekmast 16 bij Aduard, de laatste die nog stond. Midden: de hoogspanningslijn in betere tijden, maar al wel met zijn opvolger in aanbouw. Onder: kraan eraf, betonblok erop, en de volle 36 ton wordt afgevoerd naar een puinbreker. Foto's door Bram Gaastra.