23 maart 2023 ∙ Aanleg van verbindingen met een spanning tot en met 150 kV geschiedt tegenwoordig ondergronds (een meeliftertje hier en daar uitgezonderd). Graven is lastig want het vereist een werkstrook, zorgvuldig spitten langs bestaande infra en het geeft overlast. Boren neemt daarom een grote vlucht.
Welkom op IJland, een nieuw opgespoten schiereiland oostelijk van Amsterdam, in het IJ. Een leuke naam, maar hoe moeten we nu ooit nog op school aan kinderen leren met welke ij/ei je ijland/eiland schrijft? Dat terzijde, op de zandplaat wordt een nieuwe woonwijk gebouwd met de naam IJburg. Die heeft stroom nodig, of eigenlijk moeten we zeggen, heeft een aansluiting op netcapaciteit nodig. Er kan tegenwoordig tenslotte ook worden teruggeleverd. Dat loopt voor een hele woonwijk al snel in de 20 kV-papieren. Netbeheerder Liander werd een beetje nerveus en in combinatie met een groter ontwikkelingsplan is er besloten dan maar gewoon grondig te werk te gaan: er is een aansluiting rechtstreeks op het 150 kV-net gemaakt, zodat er een robuuste 150/20 kV transformatiestap is aangelegd. Dat is behoorlijk toekomstvast.
Aanleg daarvan lijkt op de kaart eenvoudig: op amper twee kilometer afstand ligt trafostation Diemen, waar 150 kV ruim voorhanden is. Twee of drie circuits richting een nieuw trafostation IJburg zou met een luchtlijn slechts een stuk of zes masten vereisen, maar omdat 150 kV niet meer bovengronds wordt neergezet moet er een kabel worden gelegd. Dat bleek ingewikkelder dan bovengronds. Op het korte tracé moeten een kanaal, een weg, een wel heel heilig natuurgebied (waar je weinig van hebt ben je zuunig op) en een paar honderd meter Markermeer worden gekruist. Nogal wat maatwerk dus, zeker als alles met klassieke open ontgraving zou worden aangelegd.
Nu is in de afgelopen jaren op meerdere manieren geëxperimenteerd met boren en grondverdringen om kabels aan te leggen zonder sleuven. Een zware kabelploeg is toegepast in het Groene Hart, maar dat kan alleen als je op het tracé geen andere bestaande infra doorsnijdt. Dat is in Nederland vrijwel onmogelijk en bovendien vereist een kabelploeg zwaar materieel ter plekke, zodat de enige winst eigenlijk de aanlegsnelheid was. Van deze aanlegmethode hebben we sinds de proef in het Groene Hart bijzonder weinig meer vernomen…
Succesvoller is HDD, Horizontal Directional Drilling, of in het Nederlands, een gestuurde boring. Deze techniek is van oorsprong afkomstig uit de delfstoffenexploratie (olieboringen), maar het bleek ook een waardevolle techniek te zijn in de civiele infra. Met een gestuurde horizontale boring kan over vele honderden meters lengte een gestuurd en bochtig tracé worden gemaakt waarin een mantelbuis de grond in wordt getrokken. Daar binnenin kan dan een kabel of leiding worden getrokken. Zo kan bijvoorbeeld een kanaal, een bos of zelfs een hele zeearm worden gekruist zonder dat er aan het aardoppervlak iets van te zien is.
Deze boortechniek heeft in de afgelopen tien jaar een snelle opmars gemaakt. Tegenwoordig worden hoogspanningskabels zelfs reeds in hoofdzaak geboord, met slechts nog een open ontgraving op plekken waar het weinig uitmaakt als er wordt gegraven. Maar wat nog niet eerder was gedaan: een kabel in zijn geheel boren, in één boring, over de volle lengte van de verbinding. IJburg had die primeur. In één enkele boring (nouja, drie parallelle boringen) is vanaf trafostation Diemen naar IJburg geboord. Onderweg ligt de kabel op gemiddeld vijftien meter diepte, en er is niets van te zien.
Normaal is er altijd wat stekeligheid tussen pylon geeks die van bovengrondse lijnen houden en het fenomeen grondkabels. Maar als er dan toch gekabeld wordt, dan is gestuurd boren wel een bijzonder mooie manier om bijna magisch hindernissen te kruisen. Of zelfs, in één boring een hele verbinding te leggen. We gaan het nodig hebben in deze tijden vol haastige verzwaringen.
Afbeeldingen: tracé van Diemen – IJburg 150 kV op de netkaart. De hele verbinding (drie circuits, waarvan twee in dienst en eentje waarschijnlijk op reserve) is met één zeer lange boring aangelegd. Onder: intredepunt van een kleine HDD-boring, de mantelbuis op de voorgrond wordt de grond in getrokken wanneer de boor na de boring teruggehaald wordt. Dit kan behoorlijk worden opgeschaald met een langere en dikkere buis.